
Eduard werd in het kamp tewerkgesteld, en kwam uiteindelijk terecht in een subkamp van Mauthausen, Extern Kommando Ebensee, nadat hij, misschien in Mauthausen of Gusen, heeft moeten werken onder de meest vreselijke omstandigheden.
Eduard Barendse
- Voornaam
- Eduard
- Achternaam
- Barendse
- Geboortedatum
- 26 mei 1920
- Geboorteplaats
- Rotterdam
- Sterfdatum
- 31 maart 1945
- Sterfplaats
- Extern Kommando Ebensee
Eduard Barendse werd geboren op 26 mei 1920 in Rotterdam in het grote gezin van Hartog Barendse (Rotterdam, 4 april 1882 – Sobibor, 7 mei 1943) en Adriana Spiero (Den Haag, 23 december 1882 – 21 juli 1961). Zie https://westerborkportretten.nl/westerborkportretten/hartog-barendse
Het gezin telde 14 kinderen (*1), van wie 2 als baby overleden. Een van hen was het tweelingbroertje van Eduard, Isidor, die slechts 3 dagen leefde.
Overlijdensakte Isidor, Gemeentearchief Rotterdam
De oudste zus van Eduard, Rozetta, was 16 jaar ouder dan hij, en zijn jongste zus Jansje was 5 jaar jonger.
Een familie-uitje, met Hartog, Adriana, drie dochters en een zoon, waarschijnlijk Eduard,
die gezien zijn leeftijd met de jongere dochters het meest omging, rond 1940.
(https://www.joodsmonument.nl/nl/page/573669/familiefoto-jpg)
Het gezin woonde op veel adressen in Rotterdam en verhuisde in 1932 naar Den Haag, waar Hartog en Adriana met negen nog thuiswonende kinderen ook veel adressen hebben gehad. Vader Hartog handelde in alles wat los en vast zat; hij noemde zijn beroep handelaar in oudheden.
Haags Gemeentearchief, Bevolkingsregister, i.v.m. verhuizing van Rotterdam naar Den Haag in 1932.
Eduard was toen de enige zoon die nog thuis woonde, samen met acht zussen.
Eduard groeide op in Den Haag, en deed daar een opleiding. Het is niet duidelijk welke diploma’s hij haalde. Zijn Joodse Raadkaart vermeldt dat hij kantoorbediende werd.
Hij voetbalde bij De Ooievaars. Die club was in 1911 opgericht als Joodse voetbalvereniging. Een bloeiende vereniging met als hoogtepunt het jaar 1939 toen het kampioenschap werd behaald in de 4de klasse, en het eerste team dus promoveerde naar de 3de klasse. In 1941 werd op last van de bezetter de vereniging opgeheven. Toen de oorlog in 1940 uitbrak beschikte deze bruisende Joodse voetbalvereniging over negen elftallen en stonden er 150 spelers op de ledenlijst. Op de eerste vergadering na de oorlog kwamen er slechts vier mensen opdagen…. de rest leefde niet meer.
Eduards naam staat op het voetbalmonument van de KNVB.
Voetbalmonument van de KNVB in Zeist. Er staan 2012 namen op van omgekomen voetballers.
(https://voetbalmonument.nl/tag/knvb/)
Op 23 augustus 1941 trouwde Eduard met Anny Groen (Den Haag, 11 mei 1921 – Auschwitz, 11 februari 1944). Zij was kapster. Haar vader was Gerrit Groen (Den Haag, 24 september 1889 – Auschwitz, 15 december 1942), musicus, en haar moeder was Leentje Levie (Den Haag, 30 augustus 1885 – 3 december 1942). Ze had een oudere zus, Esther Doortje (Aken, 28 augustus 1912 – Bergen-Belsen, 31 mei 1945), die was getrouwd met Mozes Poons (Den Haag, 9 augustus 1906 – Bergen-Belsen, 7 april 1945).
De Residentiebode 23 augustus 1941
Op de eerste vergadering na de oorlog kwamen er slechts vier mensen opdagen…. de rest leefde niet meer.
Het stel woonde aan de Frederik Hendriklaan 254 in Den Haag, wat ook het adres was van de ouders van Anny. Op 29 juli 1942 werd hun zoontje Hartog geboren in Den Haag.
Waarschijnlijk zijn Eduard en Anny met de kleine Hartog verraden en opgepakt op een onderduikadres in Schiedam, en van daar naar de gevangenis in Scheveningen gebracht. Eduards zusjes Catharina en Jansje, die samen ondergedoken zaten in Laren, waren ook verraden, en naar Scheveningen gebracht, en allemaal kwamen ze op dezelfde datum aan in Westerbork, op 27 november 1943, waar ze allemaal in barak 62 verbleven.
De kampstraat gezien vanaf de achterzijde van het terrein met barak 62 in de rij rechts. (collectie HcKW)
Eduard, Anny, de kleine Hartog en Jansje werden met het transport van 8 februari 1944 naar Auschwitz gedeporteerd, waar Anny, Hartog en Jansje bij aankomst op 11 februari meteen werden vergast. Anny Groen werd 22 jaar, Hartog Barendse werd slechts anderhalf jaar, en Jansje Barendse werd 18 jaar.
Catharina werkte als verpleegkundige in Westerbork en bleef daar tot de bevrijding.
Eduard werd tewerkgesteld, en kwam uiteindelijk terecht in een subkamp van Mauthausen, Extern Kommando Ebensee, nadat hij misschien in Mauthausen of Gusen had moeten werken, waar onder de meest vreselijke omstandigheden zeer zware dwangarbeid moest worden verricht door de gevangenen. Daarna werd hij mogelijk gedwongen te vluchten, op bevel van de nazi’s, omdat zij niet wilden dat de gevangenen in handen zouden vallen van de geallieerden. Slechts weinigen overleefden deze dodenmarsen en als ze al overleefden, verhongerden ze in de dagen van de bevrijding. De officiële sterfdatum van Eduard is 31 maart 1945; hij werd 24 jaar.
Overlijdensakte Eduard Barendse, Gemeentearchief Den Haag
Eduards vader werd op 7 mei 1943 vergast in Sobibor, zijn moeder overleefde de oorlog door onder te duiken, en overleed in 1961.
Anny’s moeder, Leentje Levie, maakte door vergiftiging een einde aan haar leven op 3 december 1942, de dag waarop zij en haar man waarschijnlijk een oproep hadden gekregen om naar Westerbork te gaan. Gerrit Groen, haar man, kwam namelijk op die datum aan in Westerbork. Hij werd met het transport van 12 december 1942 gedeporteerd naar Auschwitz, waar hij op 15 december 1942 werd vermoord. Gerrit Groen werd 53 jaar, zijn vrouw Lenie Groen – Levie werd 57 jaar.
De zus van Anny, Esther Doortje, en haar man Mozes Poons hadden aanvankelijk een sperre omdat ze werkten voor de Joodse Raad, zij als naaister en hij als inspecteur bij de afdeling HaV (Hulp aan Vertrekkenden). Op 29 september 1943 werden ze dan toch naar Westerbork gevoerd, waar ze verbleven in barak 70, tot 1 februari 1944, toen ze met het transport van die dag naar Bergen-Belsen werden gedeporteerd. Daar hebben ze ruim een jaar geleefd, maar de bevrijding kwam voor hen te laat. Ze bezweken, aan honger of ziekte, Esther op 31 mei 1945, toen het kamp al was bevrijd en Mozes op 7 april 1945. Esther Groen werd 32 jaar, Mozes Poons werd 38 jaar.
Op 15 april 1945 bevrijdden Britse troepen het concentratiekamp Bergen-Belsen in Noord-Duitsland. Ze troffen een verschrikkelijke situatie aan. Het was een overbevolkt kamp met 60.000 uitgehongerde en verzwakte Joden en krijgsgevangenen uit heel Europa. Velen waren meer dood dan levend. Op verschillende plaatsen lagen stapels doden. Na de bevrijding stierven nog meer dan 13.000 gevangenen.
Monument ter nagedachtenis aan de vermoorde Joden uit Den Haag, meer dan 12000 in getal.
(bron: https://joodsmonumentdenhaag.nl/)
*1: kinderen van Hartog Barendse en Adriana Spiero
• Rozetta (Den Haag 7/4/1904 – Auschwitz 2/11/1942) X Samuel Sigmund Ossendrijver (Rotterdam 22/6/1902 – Midden-Europa 31/1/1944 https://westerborkportretten.nl/westerborkportretten/rosetta-ossendrijver-barendse
• Abraham Barendse (Rotterdam 16/12/1905 – Güsen 23/4/1945) X Adriana van Olm (Rotterdam 6/8/1908 -?) oorlog overleefd.
Jeanne (Rotterdam 21/10/1928 - ?) oorlog overleefd
Hartog (Rotterdam 4/1/1931 - ?) oorlog overleefd https://westerborkportretten.nl/westerborkportretten/abraham-barendse
• Jacob Izaak (Rotterdam 13/4/1907 - ?) X Jacoba Gijsberta van Mourik (1906 - ?)
• Jacques (Rotterdam 1908 – 28/10/1987) antiquair
• Catharina (Rotterdam 15/8/1909 - ?) X Maurice Bernard Coelho (Brussel 1904 – 1944) en Henri Cornelius Antonius Knaap (Den Haag 6/3/1905 -?) Zij was verpleegster in Westerbork en is daar bevrijd
• Betsy (Rotterdam 25/11/1911 - ?) X Johannes Hubert Versteeg (Dordrecht 1901 -?)
• Hendrika (Rotterdam 15/3/1914 – Auschwitz 21/1/1945) X Hubertus Pouw. Hendrika beviel van een zoon in Westerbork op 4/4/1944. Het kind en de vader hebben de oorlog overleefd.
• Theresia (Rotterdam 20/6/1916 – Arnhem 1984) X Jacob Dompeling (Den Haag 1916 - ?)
• Anna (Rotterdam 8/2/1918 – 19/2/1918) tweelingzusje van:
• Henrica Barendse (Rotterdam 8/2/1918 – Auschwitz 19/2/1943) https://westerborkportretten.nl/westerborkportretten/henrica-barendse
• Isidor (Rotterdam 26/5/1920 – 29/5/1920) tweelingbroertje van:
• Eduard (Rotterdam 26/5/1920 – Ebensee 31/3/1945) X Annie Groen (Den Haag 11/5/1921 – Auschwitz 11/2/1944)
Hartog (Den Haag 29/7/1942 – Auschwitz 11/2/1944)
• Dina (Rotterdam 24/8/1922 - ?) X ..de Man (?)
• Jansje Barendse (Rotterdam 17/6/1925 – Auschwitz 11/2/1944) https://westerborkportretten.nl/westerborkportretten/jansje-barendse