Uit een hele rits advertenties die tussen 1907 en 1941 in diverse kranten te vinden waren, met name in het Rotterdams Nieuwsblad, weten we dat Hartog een handelaar was in de meest uiteenlopende artikelen, van oude kleren tot metalen, tegels, fietsen, meubels en kunstgebitten.

Hartog Barendse

Hartog Barendse werd geboren in Rotterdam op 4 april 1882 in het grote gezin van Jacob Isaac Barendse (Middelburg 1838 - ?) en Rosette David (Amsterdam 1844 - ?). Er waren tien kinderen in dit gezin van wie zes in de oorlog werden omgebracht (*1). Hartog was het zevende kind. Over zijn ouders is niet veel te vinden. Zijn moeder was al overleden toen Hartog in 1903 ging trouwen, zo blijkt uit de huwelijksacte, zijn vader was bij het huwelijk aanwezig.

Op 16 september 1903 trouwde Hartog in Den Haag met Adriana Spiero (Den Haag, 23 december 1882) die een dochter was van Abraham Spiero (1844 - ?) en Kaatje Wolff (?). Adriana’s geboortedag viel op een zaterdag en in de geboorteacte is te lezen dat de vader en de getuigen “uit hoofde van den sabbath” niet gingen tekenen. Er waren zeven kinderen in dit gezin - Adriana was de vierde - van wie vier de oorlog niet overleefden. (*2). De huwelijksacte, van de gemeente ’s-Gravenhage, meldt dat Hartog koopman in ijzerwaren was. Het gezin ging in Rotterdam wonen en al gauw werd het eerste kind geboren, Rozetta in april 1904. Achtereenvolgens kregen ze daarna Abraham (1905), Jacob Izaac (1907), Jacques (1908), Catharina (1909), Betsy (1911), Hendrika (1914), Theresia (1916), Henrica (1918, haar tweelingzusje Anna overleed na 11 dagen), Eduard (1920), Isidor (1920 overleed na 3 dagen), Dina (1922) en Jansje (1925). Veertien kinderen, van wie twee als baby overleden. Zes kinderen verloren hun leven in de oorlog, (*3).

Uit een hele rits advertenties die tussen 1907 en 1941 in diverse kranten te vinden waren, met name in het Rotterdams Nieuwsblad, weten we dat Hartog een handelaar was in de meest uiteenlopende artikelen, van oude kleren tot metalen, meubels en kunstgebitten. De adressen veranderden regelmatig; tot 1932 woonde het gezin in Rotterdam, daarna in Den Haag.

Advertenties met het adres in de Mauritsstraat verschenen tussen 1915 en 1927 in Rotterdamse kranten.

Advertenties als deze zijn er in 1923 voor diverse plaatsen in Nederland te vinden. 

Hartog nam een dag in een hotel plaats om kunstgebitten op te kopen; Arnhem, Hilversum, Den Bosch, Tilburg, Assen, Maastricht, Middelburg, Venlo door heel Nederland reisde hij voor oude kunsttanden en gebitten, waarvoor hij kennelijk een markt had gevonden.

Drie advertenties uit 1928

In 1932 verhuisden Hartog en Adriana met de acht kinderen die nog thuis woonden (Betsy, Hendrika, Theresia, Henrica, Eduard, Dina, Jansje en Rozetta) naar Den Haag, eerst naar de Kanaalweg 41, in 1934 naar de Renbaanstraat 116 en in 1936 naar de Havenkade 36 in Scheveningen.

Advertentie voor het overlijden van Hartogs broer Isaac Jacob. Deze oudere broer, geboren in 1873, was getrouwd met Esje Barendse (Middelburg 1875), een nichtje van hem want hun vaders waren broers. Esje werd in 1943 in Auschwitz vermoord evenals 11 van hun 14 kinderen. Twee kinderen overleefden de oorlog, een stierf als baby. Isaac Jacob was koopman in meubelen, zo blijkt uit de huwelijksacte van Hartog en Adriana, die Isaac Jacob als getuige tekende.

Vijf dochters van Hartog en Adriana Barendse. De tweede van rechts is Jansje. Anderen, in willekeurige volgorde, waarschijnlijk, Dina, Henrica, Theresia en Hendrika.

Twee advertenties uit 1938

Een familie uitje, met Hartog, Adriana, drie dochters en een zoon (Eduard ?)

De oorlog brak uit, het leven van Joden werd steeds meer ingeperkt en vanaf 1942 waren er razzias en deportaties. Tot in 1941 plaatste Hartog adventies voor zijn handel in oude spullen.

Vanaf het najaar van 1942 verbleven er in de klinieken Oud-Rosenburg en in de Ramaer Kliniek in Loosduinen bijna 200 joden in een soort semi-onderduikstaat. Met goedvinden van de directie gingen zij voor patiënten door hoewel hun adreswijzigingen niet waren doorgegeven aan de gemeente of aan de Joodse Raad. De meeste mensen waren op eigen initiatief of dat van de familie daar opgenomen. Ze betaalden daarvoor.(www.joodserfgoedDenHaag.nl  - Brochure Parnassia).

Samen met hun dochter Henrica waren ook Hartog en Adriana ondergedoken in de kliniek Oud-Rosenburg. Er vonden daar vanaf 31 december 1942 verschillende overvallen en deportaties naar Westerbork plaats maar Hartog en Adriana waren daar niet bij. Waren zij vanwege de deportaties gevlucht en ergens anders ondergedoken? Wat vaststaat is dat Hartog op 6 maart 1943 in Westerbork kwam. Op zijn Joodse Raadkaart staat dat hij in barak 58 zat, en misschien eerst in 82, een ziekenbarak, maar dat is doorgestreept. Op 4 mei 1943 ging hij op transport naar Sobibor, waar hij op 7 mei 1943 werd vermoord.

Adriana Barendse-Spiero

Adriana Barendse – Spiero zal waarschijnlijk tot de bevrijding ondergedoken zijn geweest, want zij overleefde de oorlog. Zij overleed op 21 juli 1961 en ligt begraven op de Joodse begraafplaats Metameerhuis in Wassenaar.

Op dezelfde begraafplaats is ook een grafsteen voor de omgebrachte gezinsleden van het gezin van Hartog Barendse.

*1. Broers en zusters van Hartog :
1. Hesje (Rotterdam 1871- ?)
2. Elizabeth (Rotterdam 1872- ?)
3. Isaac Jacob (Rotterdam 1873 – Den Haag 1936) getrouwd met Esje Barendse (Middelburg 1875 – Auschwitz 1943)
4. Betje (Rotterdam 1875 – Auschwitz 1942) getrouwd met Abraham Eliazar (Rotterdam 1873 – 1932)
5. Theresia (Rotterdam 1877 – Sobibor 1943) getrouwd met Arnold van Dam (Rotterdam 1870 – Sobibor 1943)
6. Anna (Rotterdam 1880 – Auschwitz 1942) getrouwd met Abraham Wolff (Den Haag 1878 – Rotterdam 1938)
7. Dina (Rotterdam 1884 - ?) getrouwd met Aaron de Haas ( ?)
8. Wolf (Rotterdam 1886 – Auschwitz 1943) getrouwd met Roosje Harpman (Rotterdam 1884 – Auschwitz 1943)
9. Jansje (Rotterdam 1888 – Auschwitz 1942) getrouwd met Levie Barendse (Rotterdam 1873 – Auschwitz 1942)

*2. Broers en zusters van Adriana :
1. Elias (voor 1870- ?)
2. Hendrika Heintje (Den Haag 1872 – Auschwitz 1943) getrouwd met Joseph Verveer (1879 – Auschwitz 1943)
3. Henriëtta (Den Haag 1875 -Sobibor 1943) getrouwd met Isaak Anne Nijhoff (1864 – 1928)
4. Barend (Den Haag 1880 - ?)getrouwd met Betje Lens (1880-1929)
5. Benjamin (Den Haag 1885 – Auschwitz 1942) getrouwd met Sara Verveer (1886 – Auschwitz 1942)
6. Rozette (Den Haag 1888 – Auschwitz 1942) getrouwd met Isaac Verveer (1890 – Auschwitz 1942)

*3.  Kinderen van Hartog en Adriana :
1. Rozetta (Rotterdam 1904 – Auschwitz 1942) getrouwd met Samuel Siegmund Ossendrijver (1902 – Auschwitz 1942)
2. Jacob Izaac (Rotterdam 1907 - ?) getrouwd met Jacoba Gijsberta van Mourik (1906 - ?)
3. Abraham (Rotterdam 1905 – Gusen 1945) getrouwd met Adriana van Olm (Rotterdam 1909 - ?)
4. Jacques (Rotterdam 1908 -1987)
5. Catharina (Rotterdam 1910 - ?) getrouwd met Maurice Bernard Coelho (1904 – 1944) en Cornelius Antonius Knaap( ?)
6. Betsy (Rotterdam 1911 - ?)getrouwd met Johannes Hubert Versteeg
7. Hendrika (Rotterdam 1914 – Auschwitz 1945) getrouwd met Hubertus Pouw
8. Theresia (Rotterdam 1916 – Arnhem 1984)getrouwd met Dompeling
9. Henrica (Rotterdam 1918 – Auschwitz 1943), tweelingzus Anna na 11 dagen overleden
10. Isidor (Rotterdam 1920) leefde slechts 3 dagen
11. Eduard (Den Haag 1920 – Ebensee1945) getrouwd met Anny Groen (Den Haag 1921 – Auschwitz 1944)
12. Dina (Rotterdam 1922 - ?)
13. Jansje (Rotterdam 1925 – Auschwitz 1944)