David van Volen is geboren op 17 november 1876 in Amsterdam. Hij was de oudste van de vijf zonen van Abraham David van Volen (1849 – Amsterdam 1942) en Reijna van Volen-da Cunha (1857-1919). David had vier broers, Gerrit (1880), Mozes (1884), Jacob (1890) en Benjamin (1897). Davids beroep was winkelier en huisschilder.

David van Volen (1876)

David trouwde op 16 januari 1903 in Hoorn met Aaltje Polak. Aaltje is geboren op 7 augustus 1879 in Hoorn, ze was de dochter van Heijman Polak (1838-1920) en Rozette Polak-Bosman (1842-1915). Aaltje was het zesde kind van de negen, ze had ook nog een oudere halfbroer en halfzus uit het eerste huwelijk van haar moeder met Heiman Blindeman (Leeuwarden 1834 – Hoorn 1866). Aaltjes oudere broer Benjamin Heiman Polak (Hoorn 1869 – Amsterdam 1909) was de man van Fijtje van Volen (1851 – 1940), die weer de zuster was van Davids vader Abraham David van Volen. David van Volen en Aaltje Polak waren dus neef en nicht.

Op 17 december 1903 werd in Amsterdam de enige dochter van David en Aaltje geboren. Haar naam was Reijna, vernoemd naar de moeder van David. Van Reijna is bekend dat zij na haar MULO-diploma ook haar klerkexamen en vakexamen heeft gehaald, deze gegevens stonden op haar kaart van de Joodse Raad. Ze werd op 20 maart 1930 aangesteld als adjunct-commies bij de Rijksverzekeringsbank (administratief ambtenaar van middelbare rang) bij de Rijksverzekeringsbank, die in 1901 was opgericht om de nieuwe Ongevallenwet uit te voeren.

 Reijna bleef thuiswonen, het laatst bekende adres van het gezin was Tweede Jan Steenstraat 73 hs in Amsterdam.

Op 26 januari 1943 kwamen David, Aaltje en Reijna aan in kamp Westerbork. David en Aaltje van Volen-Polak werden drie dagen later, op 29 januari 1943, doorgestuurd naar Auschwitz, waar ze beiden op 1 februari 1943 werden omgebracht.
David van Volen was 66, Aaltje van Volen-Polak was 63 jaar.

Volgens de informatie op de Joodse Raadkaart van hun dochter Reijna was zij in de oorlog 'Jeugdleidster Buitenschoolse Jeugdzorg', aan de Plantage Parklaan 9, Amsterdam. Voor haar is nog een poging gedaan om een Sperre te regelen. Dit mislukte, met gevolg dat zij op 2 februari 1943, vier dagen na haar ouders, ook op transport naar Auschwitz moest. Daar werd zij op 5 februari 1943 vermoord. Reijna van Volen was 39 jaar.

De lotgevallen van de familie van David van Volen.
Davids broer Mozes van Volen, banketbakker (1884) is in Theresienstadt op 19 februari 1944 vermoord, zijn vrouw Aaltje van Volen-Härtz (1884) in Auschwitz op 8 oktober 1944. Zij hadden vier kinderen: Abraham van Volen (1911) die werd vermoord in Dachau op 24 februari 1945, David van Volen (1915) en zijn vrouw Melanie van Volen-Swaab en hun zoontje Max van Volen zijn vermoord op 23 juli 1943 in Sobibor. De jongste broer Jacques van Volen (1924) werd vermoord in Dachau op 28 maart 1945. Alleen hun zuster, Cato van Worms-van Volen (1914 - 2008) overleefde de oorlog.

Drie broers van David overleefden de Shoa. Gerrit van Volen (1880), tramconducteur van beroep, stierf in de oorlog op Amsterdam 3 april 1944. Zijn huwelijk op 8 maart 1911 met Hendrika Elizabeth Schlosser (1878 –1964) bleef kinderloos. Broer Jacob van Volen (1890), kapper, stierf kort voor de oorlog 22 februari 1939). Hij was op 15 mei 1915 getrouwd met Sara van Volen - Poppelsdorf (1883). Jacobs vader, Abraham David van Volen (1849) woonde in zijn schoondochter. Zij kwam op 29 november 1942 aan in kamp Westerbork. Haar schoonvader stierf tien dagen na haar vertrek op 93-jarige leeftijd in Amsterdam, op 8 december 1942. Sara van Volen-Poppelsdorf werd op 17 september 1943 in Auschwitz vermoord.

Abraham David van Volen (1849-1942)

Ook zijn jongste broer Benjamin van Volen overleefde (1897-1982). Hij was banketbakker en op 3 februari 1926 in Amsterdam gehuwd met Apollonia Johanna Verlooij (1898 - ?), met wie hij drie kinderen had, die eveneens de oorlog overleefd hebben.

De familie van Aaltje van Volen-Polak
Zeven van Aaltjes (half)broers en zussen waren al voor het uitbreken van de oorlog overleden. Dat waren Reintje en Machiel Blindeman en David (1868-1876), Philip, Reijntje en Sara en Benjamin Heiman Polak. Drie broers van Aaltje werden in 1943 in Sobibor vermoord, Pinehas (Hoorn 1874) op 9 april 1943, David (Hoorn 1884) op 30 april 1943 en Salomon Polak (Hoorn 1887) op 14 maart 1943.