Bronislawa ‘Nuscha’ Nagler werd geboren als vierde kind van de vijf) op 22 april 1914. Haar vader, Yeshayahu Osias Nagler was geboren in 1882 in Sadagora (Oostenrijk/Hongarije, nu Oekraïne) en stierf in januari 1941 in Amsterdam. Haar moeder, Gittel Nagler-Reich werd geboren in 1884 in Kalusz (Oostenrijk-Hongarije, daarna Polen, nu Oekraïne). De andere kinderen waren Romciu (1909), Anna Marya (1911), Natan (1912) en de jongste Olga (1919). Bronislawa en de drie oudere kinderen werden geboren in Stanislau, nu genaamd Ivano Frankiwsk. Deze plaats lag toen in Galicië Oostenrijk/Hongarije, het is nu Oekraïens grondgebied. Het jongste kind Olga werd in Wenen geboren.
Het gezin komt vanaf 1933 voor in de archieven van Amsterdam. In 1937 woonde het gezin aan de Gijsbrecht van Aemstelstraat 2 hs.
Bronislawa ‘Nuscha’ Preso-Nagler
- Voornaam
- Bronislawa ‘Nuscha’
- Achternaam
- Preso-Nagler
- Geboortedatum
- 21 april 1914
- Geboorteplaats
- Stanislau, nu Ivano Frankiwsk, Oekraïne
- Sterfdatum
- 09 juli 1943
Zowel Bronislawa als haar moeder Gittel en zus Olga hadden als beroep ‘regenkledingplakker’ of 'gummiplakker’. Zus Anna Marya was ‘regenjassenstikster’, zij was in 1939 getrouwd met Philip Slager (Amsterdam 1913). Ze hadden een dochtertje Hadassah Esther (Bussum 1941).
Broer Natan was beeldhouwer. Hij komt voor in een politierapport van 19 september 1941, waarin wordt vermeld dat hij het verbod voor Joden om een café te bezoeken had overtreden.
Bronislawa trouwde op 28 januari 1942 met Daniël Preso. Daniël en Bronislawa gingen inwonen bij Daniëls ouders Gerrit en Rosette Preso-Polak aan de Uiterwaardenstraat 115 III in Amsterdam.
Daniël Preso (foto: Joods Monument Zaanstreek)
Daniël Preso was de oudste zoon van Gerrit Preso (Amsterdam 1884) en Rosette Preso-Polak (Amsterdam 1892). Hij is geboren op 1 april 1913 in Amsterdam. Na hem werd op 7 september 1920 zijn broer Bernard geboren. De vader van Daniël was tot 1939 banketbakker. Daniël had hetzelfde beroep en werkte bij zijn vader in de zaak aan de Oude Hoogstraat 20 in Amsterdam.
De banketbakkerij van Gerrit Preso ging in mei 1939 failliet. Daniël werkte vanaf september 1939 als kantoorbediende en vertegenwoordiger bij Polak & Schwarz, destijds in Zaandam. Dat was een door Levi Polak en Joseph Schwarz in Zutphen opgericht geur- en smaakstoffenbedrijf, dat zich tot een van de belangrijkste producenten op dat gebied in de wereld ontwikkeld had.
Ook had zij een doopbewijs, ze was half-joods staat er genoteerd.
De oorlog.
Op de kaart van de Joodse Raad van Daniël staat dat hij als kok werkzaam was bij het CIZ aan de Jacob Obrechtstraat 92. Op de kaart van zijn vrouw Bronislawa is vermeld dat ze een Sperre had vanwege haar werk voor de Wehrmacht. Ook had zij een doopbewijs, ze was half-joods staat er genoteerd.
Daniël en Bronislawa waren de eersten van de familie aan de Uiterwaardenstraat 115 III die naar kamp Vught moesten, dat was op 24 februari 1943. Er is een melding op Daniëls Joodse Raadkaart dat hij op 21 mei 1943 tewerkgesteld was in Moerdijk. Op 2 mei 1943 kwamen Rosette Preso-Polak en haar jongste zoon Bernard aan in kamp Vught, haar man Gerrit als laatste op 26 mei 1943.
Daniëls ouders Gerrit en Rosette Preso-Polak kwamen vanuit Vught op 6 juni 1943 aan in kamp Westerbork. Ze werden op 8 juni 1943 doorgestuurd naar Sobibor, waar ze op 11 juni 1943 omgebracht werden. Rosette Preso-Polak was 51 jaar. Gerrit Preso was 58 jaar.
Daniël en Bronislawa Preso-Nagler kwamen aan in Westerbork op 2 juli 1943
Het echtpaar werd op 6 juli 1943 op transport gesteld naar Sobibor. Ze werden daar op 9 juli 1943 vermoord. Daniël Preso was 30 jaar. Bronislawa Preso-Nagler was 23 jaar.
Bernard Preso kwam pas op 18 oktober aan in kamp Westerbork, om de volgende dag met hetzelfde transport naar Auschwitz vervoerd te worden. Hij is tewerkgesteld. Zijn datum van overlijden is vastgesteld op 31 maart 1944 in Polen. Bernard Preso was toen 23 jaar.
Familie van Bronislawa
Moeder Gittel kwam, samen met Bronislawa’s jongste zus Olga (Wenen 1919) terecht in Ravensbrück. Bij de bevrijding door het Rode Leger slaagde een Zweeds hulpkonvooi erin duizenden vrouwen uit het kamp te repatriëren. Bij een bominslag werden zowel Gittel als Olga dodelijk getroffen. Ze stierven op 24 april 1945. Zus Anna (Stanislau, nu Ivano F Oekraïne 1911) stierf in 1943 in Auschwitz. Twee broers van Bronislawa overleefden: Romciu (Stanislau, nu Ivano F Oekraïne 1909- 1999) en Natan (Stanislau, nu Ivano F Oekraïne 1913 – 1987)