Mozes van Embden is op 31 oktober 1864 geboren in Hoogeveen, in, zoals zijn geboorteakte aangeeft, ‘Streek De Huizen, wijk B, nommer 362’. Hij was het derde kind uit het gezin van zes van David Hendrik van Embden (1836-1924) en Saartje van Embden-Wolff (1830-1921). De oudste twee kinderen waren Hendrik David (1861-1938), Leentje (1863-1921) en de jongere kinderen waren Willem (1866-?), Hanna David (1869-1934) en Jacob David (1872-Sobibor 1943). Vader David Hendrik was kleermaker.

Foto links: Plaquette Weesperstraat. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Mozes (Maurits) van Embden

Mozes noemde zich Maurits. Het gezin verhuisde veelvuldig. In de archieven staan bij dit gezin de plaatsen Harderwijk (dat was voor de geboorte van Maurits), Gorinchem en vervolgens op zo´n dertien verschillende adressen in Amsterdam, vaak met een huisnummer in dezelfde straat. Ook in het archief is terug te vinden dat Maurits wegens broederdienst was vrijgesteld van militaire dienst.
Maurits had als beroep vleeshouwer. Hij trouwde op 15 december 1898 in Weesp met Sara van Voolen.

Sara van Embden-van Voolen is op 31 augustus 1872 in Amsterdam geboren als dochter van kapper Mozes David van Voolen (1844-1923) en Rachel van Voolen-Keesing (1842-1908), die op 15 juni 1870 in Amsterdam getrouwd waren. Sara, ook bekend als ‘Zus’, was het tweede kind van de zeven in dit gezin.

Sara was, evenals haar broers, diamantslijper. Op haar registratiekaart staat zij vanaf 16 april 1910 lid was de Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond (ANDB). Zij bleef, op een paar jaar onderbreking na, lid tot augustus 1922. Op deze kaart staan als woonadressen Nieuwe Prinsengracht 66 II en Tweede Jan Steenstraat 83 I te Amsterdam.

Maurits had een groothandel in juwelen. Onbekend is, of hij zijn beroep als vleeshouwer ook nog uitvoerde. Sara en Maurits hadden geen kinderen.

Het laatste woonadres van het echtpaar Van Embden-van Voolen was Weesperplein 1 in Amsterdam, het adres van de Joodse Invalide, de grootste Joodse zorginstelling van Nederland.
Op 1 maart 1943 werden zij, samen met 256 oude, zwakke en zieke inwoners en hun verplegers naar kamp Westerbork afgevoerd, waar zij de volgende dag aankwamen.
Maurits werd na aankomst eerst opgenomen in het ziekenhuis, barak 83. Later werd hij geplaatst in barak 68, waarin Sara al meteen na aankomst geplaatst was.
Kort daarna, op 10 maart 1943, werd het stel op transport gesteld naar Sobibor. Daar werden beiden op 13 maart 1943 om het leven gebracht.

Sara van Embden-van Voolen was 70, Maurits van Embden was 78 jaar oud.

Ter herinnering aan de deportatie van de bewoners is in 1950 in de gevel van de voormalige Joodse Invalide aan het Weesperplein een plaquette aangebracht.

Bron: Google Maps

Familieleden
Sara´s broer Israël van Voolen is vermoord in Auschwitz in 1942 en haar zuster Elisabeth Keesing-van Voolen in Sobibor in 1943. Ook twee van haar schoonzusters werden vermoord: Rachel van Voolen-Granade (Amsterdam 1877) de weduwe van Gerrit in Sobibor op 16 juli 1943 en Julie van Voolen-Kan (Amsterdam 1885), de weduwe van Gompert op 4 juni 1943 eveneens in Sobibor. Dat lot had ook een aantal kinderen van haar broers getroffen. Maurits van Embdens jongere broer Jacob David van Embden (Gorcum 1872) en diens vrouw Eleonora van Embden-Trijtel (Rotterdam 1875) werden eveneens vermoord, beiden op 5 maart 1943 in Sobibor.

Bron adres- en militiegegevens: https://www.openarch.nl/search.php?top&name=mozes+van+embden&number_show=10&sort=1&start=90