Abraham Kuyt is geboren op 10 januari 1891 in Sneek. Hij was de zoon van Meijer Kuyt en Sophie Kuyt-Löwenthal. Op 28 januari 1904, kort na zijn dertiende verjaardag, vierde Abraham zijn Bar Mitswa.
Foto links: www.joodsmonument.nl
Abraham Kuyt
- Voornaam
- Abraham
- Achternaam
- Kuyt
- Geboortedatum
- 10 januari 1891
- Geboorteplaats
- Sneek
- Sterfdatum
- 12 februari 1943
- Sterfplaats
- Auschwitz
Abraham volgde in Sneek de HBS. Daarna studeerde hij Duits in Groningen. Sinds 1 september 1919 gaf Abraham les aan het gymnasium en de Handelsavondcursus te Sneek. Van het laatste opleidingsinstituut was hij van 1921-1926 directeur. Op 15 september 1921 werd hij leraar Duits aan de RHBS te Leeuwarden. Hij was een uitstekend leraar, prettig in de omgang voor collega’s en leerlingen, met een groot rechtvaardigheidsgevoel en gevoel voor eerlijkheid.
Abraham trouwde op 13 augustus 1923 in Amsterdam met Estella Spangenthal (29 november 1896). Estella had ook de HBS gedaan en cursussen Steno en Engelsche en Duitsche Handelscorrrespondentie gevolgd. Daarna had ze gewerkt als kantoor-correspondente.
Uit oude krantenberichten blijkt dat het huwelijk eerder had moeten plaatsvinden, maar met twee weken was uitgesteld.
Abraham en Estella kregen twee kinderen. Dochter Sophia werd geboren op 29 mei 1924 in Sneek en zoon Willy op 3 juni 1928 in Leeuwarden. Het gezin verhuisde in 1934 binnen Leeuwarden van de Emmakade 106 naar de Alma Tademastraat 16.
Ondanks dat hij in Leeuwarden woonde, bleef Abraham behoren bij de Joodse gemeenschap in Sneek. In 1934 volgde hij zijn oom op als voorzitter van het kerkbestuur in Sneek. Zijn vader was daarvoor voorzitter geweest.
Abraham Kuyt is voor het laatst gezien in de stromende regen bij de trein die hem wegvoerde.
In 1938 waren Abraham en Estella zeer betrokken bij het lot van de Joden in Duitsland. Dit blijkt uit krantenberichten van eind 1938: Abraham was voorzitter van de Alliance Israélite Universelle, een in 1860 opgerichte internationale Joodse hulporganisatie, die als doel had bedreigde Joden waar ook ter wereld hulp te bieden en hun juridische en sociale positie te verbeteren. En Estella was lid van een commissie ter behandeling van de directe vluchtelingenaangelegenheden.
Abraham, Estella en hun kinderen Sophia en Willy kwamen op 4 februari 1943 aan in kamp Westerbork. Abraham Kuyt is voor het laatst gezien in de stromende regen bij de trein die hem wegvoerde. Uit zijn afscheidsbrieven aan zijn vrienden bleek dat hij een voorgevoel had niet te zullen terugkeren.
Zo schreef Abraham aan vrienden van de Emmakade op woensdagavond 3 februari 1943 het volgende:
Leeuwarden, woensdagavond 3 februari 1943
Geachte familie Ten Bruggencate,
Het is maar al te waar; we zijn gehaald met nog ongeveer 7 andere families; allemaal leden van de J.Raad of bestuurders van de J. Gemeente. Waarom? Represaillemaatregel; omdat kortgeleden in Groningen een Jood die onder water was en gepakt is, op een Duitser heeft geschoten. Waar we uiteindelijk heengaan weten we niet. Morgenvroeg 7:50 naar Westerbork. ’t Is te hopen dat we daar kunnen blijven. Ik zeg u hierbij hartel. dank voor alles wat u steeds voor ons gedaan hebt en misschien nog zult kunnen doen. Als het mogelijk is zal ik u wel schrijven, maar u moet niet op te veel post rekenen daar het schrijven in Westerbork sterk beperkt is. Wilt u aan het St. Antoniusziekenhuis a.s. maandag f.80,50 sturen? (per giro) Ik zal het bestuur v/h ziekenhuis nog schrijven hoe het met ons staat. Als we in Westerbork blijven en ik kan u niet direct schrijven dan kunt u bij hr. Troostwijk (p.str. 38; gebouw J. Raad of Camminghastraat 57, particuliere woning) mijn adres gewaar worden. Gaarne hebben we dat u ons een pakje levensmiddelen stuurt. U kunt zich hierover ook met collega Jansma verstaan. Nog iets. Ik ben tot mijn spijt niet in de gelegenheid geweest de poes bij u te laten brengen daar die net buitenshuis was. Gaarne zou ik willen dat u bij de fam. Bleeker naast mij gaat informeren of ze het dier kunnen pakken en afgeven want het zou me erg spijten als het geen onderdak kreeg. Men zegt dat we de moed er maar moeten inhouden, maar ik geloof dat onze kansen nu verkeken zijn. Ik hoop u allen (de inkt is op, ik vervolg met potlood) nog eens onder betere omstandigheden terug te zien. Leef gelukkig, het ga u goed. Groet s.v.p. de collega’s van mij; vooral hen die met ons in de moeilijke tijden contact hebben gehouden.
Met vriendelijke groeten, ook namens de kinderen, als steeds, A.Kuyt
Geachte mevrouw en mijnheer,
We zijn vannacht hier op het station en ik wil niet weggaan voor u allen bedankt te hebben voor wat u voor ons gedaan hebt. Ik hoop u later weer te zien.
Hartelijke groeten, uw Stella Kuyt
Ik geef u het adres van mijn zuster; u kon het eens nodig hebben.
Mevr. Tal, Van Eeghenstraat 37, Amsterdam
Hun trein naar Auschwitz vertrok op 9 februari 1943. Op 12 februari 1943 werd het gezin om het leven gebracht. Abraham was 52, Estella 46, Sophia 18 en Willy 14 jaar oud.