Sophia is van 19 november 1914. Ze is geboren in Amsterdam Oost, als enig kind van Jacob Sweijd en Rachel Monnikendam. Ze is nog vijftien als ze wordt aangenomen bij de Rotterdamsche Bank Vereeniging op het Rokin. Als kantoorbediende verdient ze daar 35 gulden in de week. Op de paar foto’s van haar en haar vrienden uit het midden van de jaren dertig staat en zit ze erbij als een lang, slank en vooral dromerig meisje.
Sophia (Fiekie) de Kreek - Sweijd
- Voornaam
- Sophia
- Achternaam
- De Kreek - Sweijd
- Geboortedatum
- 19 november 1914
- Geboorteplaats
- Amsterdam
- Sterfdatum
- 31 januari 1944
- Sterfplaats
- Auschwitz
Ze werd Fiekie genoemd, verloofde zich op haar negentiende verjaardag met haar jeugdvriendje, een jongen uit een katholiek gezin, trouwde hem vier jaar later en ging wonen op een keurige etage in een nette straat in de Watergraafsmeer in Amsterdam Oost. Ze leefden onbekommerd, speelden beiden piano, zeilden veel en kregen een zoon.
Pas nadat haar ouders waren weggehaald, kreeg de maalstroom van de oorlog greep op het leven van Fiekie. Ze haalde de gele ster van haar kleren, schafte zich een persoonsbewijs zonder J aan en flirtte samen met de buurvrouw van beneden met de Duitse onderofficieren die in het huis tegenover hen woonden. Het was een uitdaging teveel.
Ze leefden onbekommerd, speelden beiden piano, zeilden veel en kregen een zoon.
Fiekie werd verraden, opgepakt en viel door de mand. Ze had vergeten op haar nieuwe persoonsbewijs een handtekening te zetten. Het hielp niet meer dat ze gemengd gehuwd was. Ook de omkooppoging om haar in ruil voor twintigduizend gulden vrij te krijgen, faalde. Via de gevangenis aan de Amstelveenseweg werd ze naar het strafkamp in Vught gevoerd (Jüd Nr. 0385) en van daar naar Westerbork en Birkenau. Daar redde ze het.
Tot 31 januari 1944. Die dag wordt besloten enkele barakken te ruimen. Fiekie zit in de verkeerde barak en loopt met haar medebewoonsters de trap naar de grote kleedruimte af. Dan eindigt haar zang.