De trein van 12.10.42
Jacob Sweijd was een bescheiden, beetje ranke, kleine man. Op 9 mei 1891 werd hij geboren als oudste zoon van Philip Sweijd en Sophia Beer. Toen hij één jaar was, kreeg hij een zus, Roosje. En op z'n zesde kwam zijn broertje Isaac en stierf zijn moeder in het kraambed. Binnen vier maanden hertrouwde zijn vader met Mietje, de jongere zus van Jacobs moeder.
Foto: Wat achterbleef. Jacob Sweijds diamant weegschaal.
Jacob Sweijd
- Voornaam
- Jacob
- Achternaam
- Sweijd
- Geboortedatum
- 09 mei 1891
- Geboorteplaats
- Amsterdam
- Sterfdatum
- 12 oktober 1942
- Sterfplaats
- Auschwitz
Jacob is veertien als hij bij ‘meester’ M. Mok begint aan zijn opleiding tot briljantslijper. Al naar gelang er ‘in de diamant’ iets viel te verdienen, woonde het hele gezin bij toerbuurt in Amsterdam en Antwerpen. Hij ontmoet Rachel Monnikendam en ze trouwen, allebei 21jaar jong. Als twee jaar later hun dochter wordt geboren, is Jacob gemobiliseerd. Met onregelmatige tussenpozen werkt hij bij de diamantairs Spier & Van Wezel.
Als de crisis toeslaat, is Jacob altijd nog - zoals dat heet - goed met zijn handen. Van een simpel stukje hout maakt hij de mooiste schilderijlijst, klassiek, met krullen, prachtig verguld. Zijn zwager verkoopt die lijsten met de bijpassende doeken op wekelijkse veilingen, voor goed geld. Jacob krijgt daarvan een klein stukloon. Zo verdient ieder het zijne. Eind jaren dertig kan hij weer aan het werk bij Spier & Van Wezel, tot 10 mei 1940. Hij krijgt “ontslag wegens oorlog”. Daarna wordt hij, tenger als hij is, door de werkverschaffing bevorderd tot grondarbeider, onder meer in het werkkamp van Sellingerbeetse.
Op het perron waar zij die twaalfde oktober met z’n allen zijn uitgestapt, ligt alleen nog wat grind
Het wordt 1942. Jacob en Rachel staan te midden van een groep passagiers. Allen worden naar behoren geadministreerd. Zo is er elke week een complete passagierslijst. Want elke week rijdt op dinsdag de trein. Ze vertrekken keurig op tijd. Dan rijden ze zo'n kleine drie dagen langs landerijen, rivieren, dorpen en hier en daar een stad. 'Zo komen ze door de mooiste gebieden.'
De hele familie reisde. Zijn vader en stiefmoeder gingen in april 1943 gezamenlijk op in Sobibor. Broer Isaac verdween een half jaar later in Schoppenitz. Saartje, Myra en Reina, de vrouw en de twee dochtertjes van Isaac waren in oktober 1942 al gedrieënlijk voorgegaan in Auschwitz. Zijn zus Roosje heeft twee zoontjes nagelaten, ook zij zullen de droeve gang maken. Die van Jacob en zijn vrouw stopte toen hun trein nog op ' t laatste perron stond. Van hem is zelfs geen foto overgebleven.