Salomon Szapse Schachner was een jonge zakenman die zijn vak verstond. Salomon bracht zijn jeugd door in Polen. Hij groeide op in een middenstandsmilieu. Zijn ouders heetten Jente Berglas en Abraham Saul Schachner. Voor zover wij weten was Salomon hun enig kind, hoewel een neef die de oorlog heeft overleefd, vertelde dat hij op familiebezoek kwam bij de familie Schachner. Hij zei, dat Salomon het oudste kind was en broers en zussen had. Helaas is er, tot nu toe, niets gevonden wat daarop wijst en van Jente en Abraham is ook niets bekend.

Foto: Salomon Schachner (collectie HcKW)

Salomon Szapse Schachner

Op 15-jarige leeftijd verhuisde Salomon naar Wenen en ging daar wonen bij zijn oom Moritz Schachner en tante Rosa Eisenberg. Hij volgde in Wenen een opleiding tot schoenmaker en leerde bij zijn oom Moritz (die schoenenfabrikant was) in de praktijk alles wat met het schoenen maken èn verkopen te maken had. Later had Salomon een of meer zaken met zijn oom en nòg later had hij zijn eigen winkels en een bedrijf waar schoenen werden gemaakt. Deze waren gevestigd op verschillende adressen in Wenen.

Salomon leerde zijn vrouw Rachel kennen toen zij een vakantie in Wenen doorbracht. Op 23 mei 1937 zijn ze in Wenen getrouwd in de synagoge in de Leopoldsgasse. In januari 1939 zijn ze naar Nederland gevlucht. Rachel woonde eerst bij haar Nederlandse pleegouders en Salomon vestigde zich in Haarlem. In 1940 moesten alle Joden de kuststrook verlaten en zo kwam Salomon in Arnhem terecht. Rachel voegde zich toen bij hem. In 1942 zijn ze verhuisd naar Amsterdam en hebben daar op veel verschillende adressen gewoond. Ze hebben beide veel baantjes gehad; op de Joodse Raad kaart van Salomon staat o.a. ‘kleermaker’ en bij Rachel ‘corsettennaaister’. Op 9 december 1942 werd hun zoon Alfred Alexander geboren.

Alfred op schoot bij zijn neef Erwin Teich (collectie HcKW)

Op de foto, gemaakt in 1937 in Wenen, staan van rechts naar links: achterste rij: Salomon Szapse Schachner; Rachel Schachner-Rosner; Anna Teich. voorste rij: Salomon Jüdel Rosner; Lea Sobel Schnitzel; Gusta Teich-Leibel; Erwin Teich; Moritz Samuel Teich. (collectie HcKW)

In mei 1943 werd Salomon op straat opgepakt en naar Vught gevoerd. Rachel liet hun zoontje onderduiken en volgde Salomon naar Vught. Salomon werd met andere gevangenen tijdelijk tewerkgesteld in het buitencommando Moerdijk. Zowel Salomon als Rachel hadden ervaring met het maken van kleding en waarschijnlijk hebben zij ook in kamp Vught in de textielindustrie moeten werken. Ze vertrekken namelijk beiden uit Vught met het zogenoemde textieltransport. Op 15 november 1943 werden Salomon en zijn vrouw Rachel rechtstreeks van kamp Vught naar Auschwitz gedeporteerd. Ook daar zijn ze zeer waarschijnlijk voor dwangarbeid geselecteerd. Wanneer ze precies zijn omgekomen is onduidelijk. Voor beide is na de oorlog 31 januari 1944, Auschwitz als sterfdatum genoteerd.

Dankzij Rachels dappere actie om Alfred te laten onderduiken, heeft hij wonderlijk genoeg de oorlog overleefd. Salomon en Rachel leven voort in hun zoon, zijn kinderen en kleinkinderen.

Advertentie. "Nieuw Israelietisch weekblad". Amsterdam, 19-04-1946, p. 3.
Geraadpleegd op Delpher op 14-01-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010872193:mpeg21:p003