Roma in Jasenovac
Sinti en Roma worden tijdens de Tweede Wereldoorlog niet alleen door de nazi-Duitsland vervolgd. Ook sommige bondgenoten van Duitsland zijn hierbij betrokken. In de Onafhankelijke Staat Kroatië vermoordt het fascistische Ustaša-regime tienduizenden Roma in het concentratiekamp Jasenovac.
De Onafhankelijke Staat Kroatië
Tijdens de Balkanveldtocht valt Duitsland op 6 april 1941 het Koninkrijk Joegoslavië aan. Elf dagen later geeft het Joegoslavische leger zich over. Joegoslavië wordt deels bezet en deels geannexeerd door Duitsland en zijn bondgenoten Italië, Hongarije en Bulgarije. Op het grondgebied van het huidige Kroatië en Bosnië-Herzegovina roepen de Duitsers de Onafhankelijke Staat Kroatië (OSK) uit. Hoewel de OSK niet echt onafhankelijk was en van Duitsland afhankelijk was voor haar voortbestaan, bezit ze genoeg handelingsruimte om een eigen agenda te voeren.
De Ustašabeweging
Het bestuur van de nieuwe staat komt in handen van de Ante Pavelić, de leider van de Ustašabeweging. Dit is een fascistische organisatie, die van Kroatië een etnisch homogene staat wil maken. De Ustaša wil het land zuiveren van iedereen die niet Kroatisch is. In de eerste plaats richt de Kroatische Ustaša zich daarmee tegen de Serviërs, hun eeuwenoude rivalen en de grootste minderheid in de nieuwe staat. Daarnaast beschuldigen ze ook Joden en Roma ervan vijanden te zijn van de Kroatische staat. Kort na de oprichting van de OSK schrijft een anonieme auteur in een dagblad over de Roma dat ‘Kroatische dorpen nooit veilig waren voor deze eeuwige zwervers’. Ze worden paardendieven genoemd en beschuldigd van het stelen van voedsel, overvallen en het ontvoeren van kinderen. Het is daarom tijd om van ze af te komen: ‘We moeten alle gezwellen uit ons volkslichaam snijden. [..] Er is geen plaats voor verraders in het vrije Ustaša Kroatië!’
Discriminerende wetgeving
Op 30 april 1941 vaardigt de OSK rassenwetten uit, die duidelijk geïnspireerd zijn door de Neurenberger Rassenwetten van de nazi’s. Volgens de nieuwe wet gelden alleen ‘Ariërs’, die de Kroatische natie en de OSK dienen, als burgers. In één klap zijn de Roma, Joden en Serviërs hun burgerrechten kwijt. De eerste stap naar vervolging is gezet. In de zomer van dat jaar worden Roma geregistreerd als onderdeel van een plan om hen te hervestigen of over de grens te drijven. Voordat deze plannen op grote schaal uitgevoerd kunnen worden escaleert de situatie. Op 16 mei 1942 bevelen de Ustaša-autoriteiten om alle Roma te arresteren en hen te deporteren.
Massamoord in Jasenovac
De Roma komen terecht in het concentratiekamp Jasenovac, dat uit een hoofdkamp en een aantal sub-kampen bestaat. Behalve Roma, worden ook Serviërs en Joden naar deze plekken gebracht. De Roma Josip-Joka Nikolić wordt in het voorjaar van 1942 samen met zijn gezin opgepakt. Ze krijgen te horen dat ze in Bosnië gehervestigd worden. In plaats daarvan brengen de Ustaša milities hen in volgepropte veewagons naar het kamp Jasenovac. Bij aankomst moet iedereen al zijn waardevolle spullen afgeven. Op dit moment begint Nikolić te vermoeden dat er iets niet in de haak is: ‘We werden helemaal niet ergens gevestigd. We waren hier heen gebracht om te sterven.’
Milan Radosavljević, die ook naar Jasenovac gebracht wordt, vertelt dat bij aankomst de mannen van de vrouwen en kinderen gescheiden worden. Hijzelf wordt aan het werk gezet in Gradina, het deel van het kamp dat zich aan de zuidelijke oever van de rivier Sava bevindt. Samen met een aantal andere mannen moet hij meters brede kuilen graven. Gedurende de nacht klinkt er geschreeuw en gekerm. Als de groep de volgende ochtend weer aan het werk gaat is de aarde tussen de kuilen doordrenkt met bloed. In de kuilen liggen tientallen mensen, bedekt met een dun laagje aarde. Gedurende de maanden mei en juni vermoorden de Ustaša duizenden Roma, vaak met bruut geweld. Ook eisen honger en ziekte vele levens.
Ontsnapping en verzet
De meeste Roma worden bij aankomst of kort daarna vermoord, maar sommigen weten te ontsnappen. Zo ook Milan Radosavljević. Samen met een groep medegevangenen graaft hij een tunnel onder het prikkeldraad. Als ze wegrennen openen de bewakers het vuur op de gevangenen, maar Milan weet te ontkomen. Hij sluit zich aan bij de partizanen, de door de communisten geleide verzetsbeweging in Joegoslavië. Ook andere Roma zijn actief in het verzet tegen de Ustašastaat. Er bestaan zelfs ‘Zigeuner Partizaan-eenheden’.
Aantal slachtoffers
Hoeveel Roma er precies zijn vermoord in Kroatië is niet met zekerheid vast te stellen. Er zijn weinig documenten en de binnengebrachte Roma in Jasenovac werden niet goed geregistreerd. Volgens een vooroorlogse volkstelling in 1931 woonden er ongeveer 31.000 Roma binnen de grenzen van de latere OSK. In 1948 waren dit er nog maar 827. Maar de telling van 1931 geschiedde op basis van religie, waar Roma vaak onder ‘overige’ of geen religie werden opgenomen. De Roma die zich als Servisch Orthodox, katholiek of moslim beschouwden, zijn in deze telling niet zichtbaar. Ook is niet duidelijk hoeveel Roma tijdens de oorlog gevlucht zijn en dus niet als doden tellen. Daarnaast is het ook mogelijk dat door de ervaringen van de oorlog, veel Roma zich in 1948 niet langer als zodanig lieten registreren.Schattingen van het aantal slachtoffers lopen daarom uiteen van 15.000 tot 40.000, waarbij de consensus rond 25.000 ligt.
Ongeacht de precieze cijfers neemt Jasenovac een belangrijke plek in de herinnering van de Roma in. Zo herinnert in het Roma-volkslied ‘Djelem, djelem’ de strofe ‘Ik had ooit een grote familie/ Maar het zwarte legioen vermoordde ze’ aan de misdaden van de Ustaša milities.
Literatuur
Biondich. Mark, ‘Persecution of Roma-Sinti in Croatia, 1941–1945’, in Paul A. Shapiro and Robert M. Ehrenreich (eds.), Roma and Sinti: Under-Studied Victims of Nazism (Washington 2004) 33-47.
Goldstein, Ivo en Slavko Goldstein, The Holocaust in Croatia (Pittsburgh 2016).
Israel, Raphael, The death camps of Croatia. Visions and revisions, 1941-1945 (New Brunswick 2013).
Korb, Alexander, ‘Ustasa Mass Violence Against Gypsies in Croatia, 1941-1942’, in Alexander Weiss-Wendt (ed.), The Nazi Genocide of the Roma. Reassessment and Commemoration (New York 2013) 72-95.
Korb, Alexander, Im Schatten des Weltkriegs. Massengewalt der Ustasa gegen Serben, Juden und Roma in Kroatien 1941-1945 (Hamburg 2013).
Lemkin, Raphaël, Axis Rule in Occupied Europe (Washington 1944).
Vojak, Danijel, ‘The Persecution and Suffering of the Roma in the Independent State of Croatia, 1941-1945’
Vojak, Danijel, ‘Roma also Fought: The History of Romani Participation in the Anti-Fascist Movement in Croatia during World War II’ in Roma Rights. Journal of the European Roma Rights Center 1 (Boedapest 2017) 9-16.
https://www.romarchive.eu/en/voices-of-the-victims/croatia/ (geraadpleegd op 7-5-2019).
https://de.wikipedia.org/wiki/Djelem,_djelem (geraadpleegd op 7-5-2019).