De Westerborkfilm
Het zijn unieke beelden, de filmopnamen die in het voorjaar van 1944 in Kamp Westerbork zijn gemaakt. Behalve een propagandafilm over Theresienstadt en geallieerde opnames van onder andere Buchenwald en Dachau, is er tijdens de Tweede Wereldoorlog niet in concentratiekampen gefilmd. Waarom werd er wel in Westerbork gefilmd? Wie maakte de beelden en wat is erop te zien?
Ruwe beelden
De benaming Westerborkfilm is enigszins misleidend, omdat de film nooit afgemaakt is. Er zijn verschillende montages, maar geen definitieve eindmontage. Het gaat om zogenaamde ruwe beelden die in maart, april en mei 1944 in opdracht van kampcommandant Albert Gemmeker gemaakt zijn. De cameraman was Rudolf Breslauer, een Duits-Joodse gevangene die als kampfotograaf werkte.
Op de beelden is het leven in het kamp te zien. Veel aandacht is er voor de dagelijkse bezigheden van de gevangenen. Mensen zijn aan het werk in de meubelmakerij, de smederij, de schoenmakerij en de speelgoedfabriek. In een lange scène is te zien hoe een gevangene, Edgar Weinberg-Wyvern, vliegtuigonderdelen uit elkaar haalt. De Duitsers hebben deze hard nodig voor de oorlogsindustrie.
Veel beelden geven de indruk dat het kampleven zo zwaar nog niet is. De gevangenen houden een kerkdienst, doen aan sport en werken op het land. In zijn herinneringen vertelt Weinberg-Wyvern, die de oorlog overleefde, dat dit deels schijn was. Zijn eigen optreden in de film was bijvoorbeeld grondig voorbereid: ‘Toen ze kwamen [..] was ik volledig op de film voorbereid. Een van tevoren uit elkaar gehaald onderdeel, mooi ingevet en schoongemaakt, werd weer losjes in elkaar gezet met enkele schroeven.’ En dat er zoveel lachende gezichten in beeld komen, is volgens hem omdat de filmopnamen een welkome afwisseling van de dagelijkse routine waren.
De deportatietreinen
Van een heel andere aard zijn de beelden waarop de transporten van en naar Westerbork te zien zijn. Breslauer filmde twee binnenkomende en één uitgaand transport. Het eerste kwam uit Amsterdam en omvatte 120 personen. Het tweede was een goederentrein uit Vught. De binnengebrachte gevangenen, zijn slecht gekleed en zien er miserabel uit. Gemmeker wilde mogelijk met deze opnames ‘bewijzen’ dat in ‘zijn’ kamp de zaken beter voor elkaar waren.
Het beroemdste beeld uit de film is dat van het vertrekkende transport. Na uitgebreid onderzoek, waarbij beeld voor beeld is gekeken wat er op de film te zien is, blijkt het te gaan om het transport van vrijdag 19 mei 1944. Op deze dag vertrok een gecombineerd transport naar Auschwitz en Bergen-Belsen. Het transport vervoerde niet alleen 446 Joden, maar ook 245 Nederlandse Sinti en Roma, die na de razzia van 16 mei binnengebracht zijn in Westerbork. Tussen de op het vertrekperron gefilmde bedrijvigheid zitten de beroemdste zeven seconden uit de film: het shot waarop te zien is hoe de jonge Sintezza Settela Steinbach haar hoofd tussen de wagondeuren naar buiten steekt.
Redenen om de film te maken
De beslissing van kampcommandant Gemmeker om een film over Westerbork te laten maken houdt verband met de veranderende functie van Westerbork. In het voorjaar van 1944 zijn al meer dan 80 transporten uit Westerbork vertrokken. Op 2 maart 1944 meldt Hanns Albin Rauter, de hoogste SS-er in Nederland, aan SS-chef Heinrich Himmler dat Nederland ‘Judenfrei’ is. Alle Joden uit Nederland zijn gedeporteerd of opgesloten. De enige uitzonderingen zijn ondergedoken Joden en ‘gemengd-gehuwden’, dat zijn met een ‘Ariër’ getrouwde Joden. Dit betekent dat er een einde komt aan het bestaan van Westerbork als doorvoerkamp.
Vanaf maart 1944 is Westerbork officieel een Arbeitslager, een werkkamp. Door deze verandering kan het kamp een belangrijke rol gaan spelen in de Duitse oorlogsproductie. Gemmeker heeft hier een groot persoonlijk belang bij. Zolang Westerbork bestaat, weet hij zeker dat hij niet naar het Oostfront overgeplaatst wordt. Het gebruik van de vele beelden van productie en industrie in de film maken deze verklaring aannemelijk.
Gemmeker zelf ontkent dat dit meegespeeld heeft bij zijn opdracht om film te maken. Volgens hem was de film bedoeld ‘om later nog eens te kunnen zien wat vroeger geweest was’ zonder mooi weer te spelen. De filmbeelden laten volgens hem ‘ook het treurige’ zien. Hier valt wel iets op af te dingen. Vanwege de al genoemde mooimakerij en het ontbreken van beelden van de barakken en zieke mensen in het kamp, laten de beelden hoogstens een schijnwerkelijkheid zien.
Wel rijst de vraag waarom Gemmeker de transporten heeft laten filmen. Het zijn namelijk bewijzen van de Duitse misdaden. Rudolf Breslauers dochter Chanita meent dat haar vader Gemmeker heeft overgehaald door in te spelen op zijn gevoel van trots en ijdelheid. Hoe kon de film compleet zijn zonder beelden van Gemmeker ‘in al zijn macht’ als commandant?
Tijdens het na-oorlogse proces tegen Gemmeker worden de beelden in de rechtszaal vertoond. Ze bewijzen dat Gemmeker meewerkte aan de transporten, maar de voormalige commandant verschuilt zich achter de Duitse bevelsstructuur en zijn onwetendheid over het verdere lot van de gevangenen. Hij krijgt een relatief lage gevangenisstraf en komt al in 1951 vrij dankzij gratie.
Rudolf Breslauer en zijn gezin worden op 4 september 1944 met het een-na-laatste transport uit Westerbork gedeporteerd naar Theresienstadt. Vandaar komen ze in Auschwitz terecht, waar zijn vrouw en twee zoons vermoord worden. Breslauer overlijdt in februari 1945 op een onbekende locatie.
Literatuur
Broersma, Koert en Gerard Rossing, Kamp Westerbork gefilm. Het verhaal over een unieke film uit 1944. Westerbork Cahiers 5 (Hooghalen/Assen 1997).
Thomas Marty, Zur Geschichte und Analyse des historischen Filmmaterials von Rudolf Breslauer aus dem NS-Durchgangslager von Westerbork (Zürich 2017).
Stuldreher, C.J.F., De legale rest. GemengdgehuwdeJodenonder de Duitsebezetting (Amsterdam 2007).
Kamp Westerbork, de film: https://www.2doc.nl/documentaires/k/kamp-westerbork--de-film.html (geraadpleegd op 26 april 2019).