Bronnen

De Herinnering aan kamp Westerbork 1965-1985

Het is begin juli 1974. Voor het eerst in de geschiedenis van het internationale voetbal barst in Nederland de ‘Oranjegekte’ los: honderden in oranje uitgedoste fans reizen af naar het Olympiastadion in München, waar de Nederlandse ploeg van coach Rinus Michels en aanvoerder Johan Cruijff op 7 juli de finale van het WK Voetbal tegen West-Duitsland speelt.

Een paar maanden eerder bestormt de Zweedse band ABBA de hitlijsten met Waterloo; het winnende nummer van het Eurovisie Songfestival van 1974. Via de nieuwe tv-zender Nederland 2 maakt het Nederlandse volk kennis met de Zweedse popsensatie, die in de jaren zeventig en tachtig grote successen behaald.

De babyboomgeneratie brengt in deze periode een nieuwe beweging in cultuur en mentaliteit met zich mee. Deze mensen, geboren na de oorlog, zijn opgegroeid in een tot noch toe ongekende welvaartsgroei: bijna elk huishouden heeft een televisie in de woonkamer staan, veel Nederlanders gebruiken hun vermogen om in de zomer de stranden van Spanje en Frankrijk op te zoeken, en er zijn banen in overvloed.

Veel jongeren zijn lid van de hippiebeweging: een nieuwe jeugdcultuur die zich verzet tegen de materialistische samenleving en de aandacht legt op vrijheid, vrede en verzoening. Muzikanten als The Beatles, Janis Joplin en Jimi Hendrix voeren de boventoon in de jaren zestig en zeventig. De anticonceptiepil is het begin van een seksuele revolutie waarbij jongeren de ‘vrije liefde’ bedrijven. Amsterdam is de hippiehoofdstad van de wereld.

De kraakbeweging van de jaren zeventig en tachtig bekritiseert de overheid over het woningbeleid. Woningzoekenden worden opgeroepen om leegstaande huizen te bezetten. Deurposten van huizen worden witgeverfd om aan te geven dat iedereen die in woningnood zit, erin mag trekken. Het destijds leegstaande Paleis op de Dam wordt tot het symbool van deze woningnood uitgeroepen.

Jongeren verzetten zich daarnaast tegen de oorlog in Vietnam en later de kernwapenwedloop tussen de Sovjet-Unie en het Westen, en gaan regelmatig de straat op om hun onvrede te uiten.

De omgang met de Tweede Wereldoorlog verandert. Waar de oorlog door de eerste generatie ooggetuigen in de ‘doofpot’ leek gestopt, daar wordt deze ‘doofpot’ door de babyboomgeneratie geopend. De Holocaust wordt ‘herontdekt’, er is ruimte voor lijden en slachtofferschap, en de scheidslijn tussen ‘goed’ en ‘kwaad’ lijkt minder scherp.

In deze jaren komt er ‘erkenning voor Auschwitz’. De Jodenvervolging wordt de kern van het oorlogsverhaal, en er is voor het eerst aandacht voor het begrip ‘oorlogstrauma’.

De jaren zestig en zeventig betekenen voor kamp Westerbork de laatste jaren van bewoning. Voor de Molukkers is deze periode er een van afbraak en teleurstelling, ook vanwege de boodschap dat men voorlopig niet op een terugkeer naar Indonesië hoeft te rekenen. De vele frustraties leiden in de jaren zeventig tot de treinkapingen bij Wijster (1975) en De Punt (1977).

Tegelijkertijd met het vertrek van de laatste Molukkers vindt er een ‘herontdekking van het kamp’ plaats. Niet alleen in Nederland, maar ook in de rest van Europa. Door de detente ontstaat er een periode van ontspanning tussen Oost en West.

Het wordt makkelijker om trauma sites en plekken van herinnering in het Oosten te bezoeken. In het Staatsmuseum van Auschwitz-Birkenau mag Nederland een eigen tentoonstelling inrichten, die later aan de basis staat van de eerste tentoonstelling in het in 1983 geopende Herinneringscentrum Kamp Westerbork.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.