De Herinnering aan kamp Westerbork 1945-1965
Een groep Nederlandse soldaten worstelen zich een weg door de Indonesische jungle. Het is 1948 en de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog is in volle gang. De Nederlandse regering hoopt door middel van een militaire strijd de Indonesische nationalisten op de knieën te krijgen en zo de kolonie Nederlands-Indië niet te verliezen.
Op 17 augustus 1945 heeft Soekarno de onafhankelijke Republiek Indonesië uitgeroepen. De Nederlandse regering erkent de republiek niet en beschouwt haar als een opstandige beweging waartegen 'politioneel' moet worden opgetreden. Een uitzichtloze oorlog die steeds gewelddadiger wordt. Onder internationale druk moet koningin Juliana uiteindelijk op 27 december 1949 in het Paleis op de Dam in Amsterdam de Indonesische onafhankelijkheid erkennen.
Wat volgt is een exodus van Indische Nederlanders die door hun Nederlands staatsburgerschap niet langer in Indonesië mogen blijven. Zij worden door Nederland gerepatrieerd en in voormalige nazi-kampen geherbergd, zoals in kamp Westerbork. Het zijn de eerste jaren na de oorlog; Nederland moet opnieuw opgebouwd worden. Het wordt in die tijd vrij normaal gevonden dat voormalige kampen daarin een nieuwe functie krijgen.
Kamp Westerbork wordt in 1951 omgedoopt tot Woonoord Schattenberg; de Indische Nederlanders maken plaats voor Molukkers die in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger hebben gediend.
De Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog is niet het enige conflict dat zo direct na de oorlog speelt. In Europa is er een periode van ‘gewapende vrede’ ontstaan: de Koude Oorlog. Een ideologisch conflict tussen de twee machtsblokken in de wereld: het ‘vrije’, kapitalistische en democratische Westen, geleid door de Verenigde Staten, en het communistische Oosten onder leiding van de Sovjet-Unie. Nergens wordt de scheidslijn tussen de twee ideologische tegenpolen zo duidelijk als in Berlijn, waar deze lijn in 1961 een fysieke gestalte krijgt in de vorm van een Muur.
De twee ideologische kampen proberen als één geünificeerd blok te opereren. In West-Europa worden al in 1951 de eerste pogingen gewaagd om tot een gemeenschappelijke, economische unie te komen. West-Duitsland wordt ook betrokken bij dit plan, met de bedoeling om de ontwikkeling van Duitsland tot een volwaardige democratie te vereenvoudigen. Naast West-Duitsland, tekenen België, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland het Verdrag van Parijs (1951). De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal die hierbij wordt opgericht, is de voorloper van de Europese Unie.
In het Oosten van Europa probeert Josef Stalin met harde middelen de ‘afvallige’ satellietstaten van de Sovjet-Unie in het gareel te houden. Op 23 oktober 1951 breekt in Boedapest de Hongaarse Opstand uit; een spontane opstand van de Hongaarse bevolking tegen het communistisch bewind van hun land. De Hongaarse regering vraagt de Sovjet-Unie om hulp. Zij antwoorden; met bommen en tanks. De Opstand wordt hardhandig neergeslagen.
Nieuwsberichten van de Opstand bereiken op zondag 4 november de Nederlandse huiskamers door de verslaggeving van radiojournalist Alfred van Sprang. Er wordt op emotionele wijze afkeuring over de gebeurtenissen in Hongarije uitgesproken. Onder meer door te verwijzen naar de Tweede Wereldoorlog: de communisten zijn geen haar beter dan de nazi’s.
De Koude Oorlog heeft invloed op de herinnering aan kamp Westerbork en de Holocaust. Door de Koude Oorlog verdwijnen veel ‘plaatsen van herinnering’ achter het IJzeren Gordijn. Auschwitz is in de jaren vijftig bijvoorbeeld een ‘obscuur oord’ dat bijna onbegaanbaar is voor West-Europese Auschwitz-overlevenden.
De noodzaak tot de wederopbouw van Nederland, maakte verder dat de blik naar voren wordt gericht; er lijkt in Nederland simpelweg geen interesse om over de kampen te horen. De pijn uit het verleden moet verzwegen worden: als er al aandacht is voor de geschiedenis van de Nederlandse Joden, Sinti en Roma, wordt deze opgeslokt in het nationale discours van verzet en overwinning. Veel teruggekomen Joden, Sinti en Roma, krijgen te maken met een kille en afstandelijke samenleving die haar oorlogsverleden zo snel mogelijk probeert te vergeten. Veel Joden besluiten daarop te vertrekken, onder meer naar de nieuw gevormde staat Israël, die in 1948 door David Ben-Gurion uitgeroepen is.