Mozes de Jong

Mozes en Sientje de Jong werden op 2 oktober 1942 samen met een grote groep Joden uit Assen naar Westerbork afgevoerd. Het politierapport van die nacht vermeldt: “Bij het Jodentransport hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan”.

Mozes de Jong

Voornaam
Mozes
Achternaam
de Jong
Geboortedatum
28 februari 1882
Geboorteplaats
Assen
Sterfdatum
12 oktober 1942
Sterfplaats
Auschwitz

Mozes de Jong werd geboren in Assen op 28 februari 1882 in het grote gezin van Israël de Jong (Smilde 1851 – Groningen 1931) en Gesina de Leeuw (Enschede 1854 – Assen 1917) Israëls vader was bakker geweest in Smilde, maar had zich met zijn gezin in 1859 gevestigd in Assen, zoals veel Joodse families uit Smilde dat deden, omdat ze in Assen gemakkelijker werk konden vinden. Mozes, die meestal Maurits werd genoemd, had 9 broers en zusters. Twee van hen overleefden de oorlog, de andere zeven werden met hun gezinnen omgebracht in Auschwitz of Sobibor.

Op 6 augustus 1906 trouwde Mozes in Culemborg met Sientje van Spier. Zij was daar op 14 juli 1884 geboren. Haar ouders waren Isak van Spier (Culemborg 1832-1914) en Belia Schenk (Schoonhoven 1845 – Culemborg 1931). Ook Sientje had 9 broers en zusters, van wie 5 in de kampen hun leven verloren met partner en veel van de kinderen, twee al voor de oorlog waren overleden, en twee de oorlog overleefden.

Culemborgse courant

Het echtpaar ging eerst in Borger wonen, waar ze twee kinderen kregen:
Geziena Trijntje, geboren op 30 mei 1907 en Isaac, geboren op 3 oktober 1908. Daarna vestigde Mozes zich als koopman in groente en fruit, suikerwaren en snoep in Assen waar hij een winkel had aan de Varkensmarkt 11, nu Koopmansplein, Forum 7, waar het gezin tevens woonde. Hij stond ook met zijn handel op de markt.

Varkensmarkt Assen

Dat er wel eens zakelijke problemen waren weten we uit het volgende bericht in de Provinciale Drentse en Asser Courant:

Provinciale Drentse en Asser Courant

Het derde kind van Mozes en Sientje, Regina, werd in Assen geboren op 29 augustus 1910.
Toen de oorlog uitbrak kreeg Mozes al snel te maken met figuren die het gedachtengoed van de bezetter van harte steunden. In de Dag- en Nachtrapporten van de Asser politie lezen we het volgende bericht van 3 augustus 1940:

Mozes de Jong, koopman, woonachtig Varkensmarkt 11, deelt mee dat de hem bekende heer Schäfer in gezelschap van een hem onbekende persoon, beiden gekleed in NSB-uniform, hem op de Zaterdagavondmarkt alhier mededeelden dat hij te 7 uur met zijn kraam van de markt moest zijn verdwenen. De zich bij Schäfer bevindende persoon deelde mede dat het was afgesproken dat De Jong na 7 uur niet meer op de markt aanwezig mocht zijn, doch daar De Jong zijn marktgeld had betaald en zijn waren voor de markt had ingekocht, zouden ze toestaan dat hij dezen avond bleef staan doch een volgende markt mocht hij niet meer aanwezig zijn. Zoo hij wel kwam, stonden genoemde heren niet voor de gevolgen in.

In hetzelfde politierapport lezen we:

Zaterdag 2 mei 1942 10 uur v.m. wordt alhier kennis gegeven dat verschillende joden het kenmerk (de ster) niet op hun kleeding dragen. Hieraan voldeden o.a. niet………………………..en een zoon van Maurits (Mozes) de Jong, groentehandelaar. (red. Dat was Izak). Daar blijkens de desbetreffende verordening deze eerst op 3 mei a.s. in werking treedt………………….. in deze soepel moet worden opgetreden.

Op 5 augustus 1942 werd een groep van 15 Joodse mannen uit Assen naar werkkamp Nieuweroord bij Hoogeveen afgevoerd. Het politierapport vermeldt daarbij:
………. Mozes de Jong 28-2-1882 Varkensmarkt 11 is ziek en mag volgens bijgaande verklaring van dokter Nienhuis niet worden vervoerd.

Mozes de Jongs winkel werd net als de meeste andere Joodse winkels en zaken geliquideerd. Geld en waardepapieren dienden te worden ingeleverd bij Lippmann, Rosenthal en Co., de Duitse beheersorganisatie van het onteigend vermogen. Na juni 1942 mocht men nog maar de beschikking hebben over fl. 250. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er door nabestaanden een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij deze roofbank Lippmann-Rosenthal.

In het boek De Joodse Gemeente Assen van F.J. Hulst en H.M. Luning lezen we: De werkkampen werden op 2 oktober leeggehaald en de bewoners werden op transport gesteld naar Westerbork. Als laatsten zijn op de sabbathavond van 2 oktober 1942 de oudere mannen, de vrouwen en jonge kinderen in Assen opgehaald om naar Westerbork te worden gebracht. In totaal ging het om 234 personen. Na de spertijd van 8 uur verscheen de politie met een paar Duitse vrachtwagens in de Rolderstraat. Nadat ze waren volgeladen, een ander woord is er niet voor, vertrokken ze meteen richting Westerbork. De overigen werden bijeengebracht op het plein van de Noordersingelschool. Daar stond men bepakt en bezakt en dicht tegen elkaar aan gedrukt in afwachting van de terugkomst van de vrachtwagens.

In het politierapport van die nacht lezen we: Bij het Jodentransport hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.

Van al die Joodse mensen die die nacht op het schoolplein stonden, bleven er slechts twee over die het konden navertellen.

Mozes en Sientje de Jong, en hun zoon Isaac, die net als zijn vader groente en fruit verkocht, met zijn vrouw Gaaltje Gelina Valk en hun 5-jarig zoontje Philip Mozes hoorden bij deze grote groep van Asser Joden die op 2 oktober naar Westerbork werden gevoerd. Ze bleven daar een week, en op 9 oktober werden ze op transport gesteld naar Auschwitz, waar ze bij aankomst op 12 oktober allen werden vergast.

De oudste dochter, Geziena Trijntje was getrouwd met Emanuel Sarlui (Amsterdam 1904).

"Bij het Jodentransport hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan."

Ze hadden een zoon, Elias (Amsterdam 1933). Emanuel was marktkoopman en verkocht aardappelen, groente en fruit. Ook werkte hij voor de Joodse Raad bij de dienst HAV (Hulp aan Vertrekkenden), wat hem een sperre gaf. Op 24 juli 1943 kwam het gezinnetje aan in Westerbork, waar ze bleven tot 25 februari 1944 toen ze op transport werden gesteld naar Theresienstadt, een transport met veel Joden van Portugese origine, die tevergeefs alles in het werk hadden gesteld om door de Duitsers niet als Joods beschouwd te worden. Vanuit Theresienstadt werden de Sarluis enige tijd later naar Auschwitz gevoerd waar Geziena en Elias op 7 juli 1944 werden omgebracht. Emanuel heeft nog geleefd tot 1945 en is omgekomen ergens in Midden-Europa.

De jongste dochter van Mozes en Sientje, Regina, was getrouwd met Isaak Elias van Spier en had één zoon, Marcus Mozes (1937). Ook zij vonden de dood in Auschwitz, zie Westerborkportretten Regina van Spier – de Jong, Isaak van Spier, Marcus Mozes van Spier.

Op 3 mei 1990 werd in de Oudestraat in Assen dit monument ter nagedachtenis aan de niet teruggekeerde Joden onthuld:

‘HIER RONDOM LAG DE BUURT
WAAR IN 1940 550 JODEN LEEFDEN
NA DE OORLOG KEERDEN NIET MEER
DAN 25 VAN DEZE ASSENAREN TERUG
MOGE DE HERINNERING
AAN HEN DIE GINGEN
ONS WAARSCHUWEN, NU EN STRAKS.’

Symboliek
Kunstenaar Samuel Drukker ‘tekende in een gewassen pentekening een hurkende man, die met zijn handen zijn schouders bedekt. Hem ontbreekt het gebedskleed, de tallith. Het jood-zijn wordt geërfd via de vrouwelijke lijn. Wie alleen een joodse vader heeft, zoals Drukker, bezit ook geen gebedskleed. Met zijn zelfportret symboliseert Drukker de vernedering van het joodse volk. De blote handen beschermen de mens, kwetsbaar, maar niet verslagen. De roestende stalen plaat contrasteert met de zandstenen muur erachter. De muur roept herinneringen op aan de Klaagmuur in Jeruzalem.’

Op 18 april 2013 zijn op het Koopmansplein, waar vroeger de Varkensmarkt was, bij Forum 7 struikelstenen gelegd ter nagedachtenis aan Mozes en Sientje de Jong.

 

De broers en zussen van Mozes de Jong:
1. Rachel (Assen 1877- 1953) getrouwd met Julius Meijberg Heppers (Dld 1879 – 1953)
2. Bernard (Assen 1880-Auschwitz 1943) getrouwd met Rachel de Levie (1869-1939)
3. Marcus (Assen 1883 – Auschwitz 1943) getrouwd met Geertruida de Leeuw (1864 – 1943)
4. Manus (Assen 1885 – Auschwitz 1942) getrouwd met Mietje de Leeuw (1889 -1942)
5. Trijntje (Assen 1887 – Sobibor 1943)
6. Johanna (Assen 1889 – Auschwitz 1942) getrouwd met Levie Elzas (1896 -1942)
7. Abraham (Assen 1891 – 1968)
8. Salomon (Assen 1893 – Auschwitz 1943) getrouwd met Erna Wolf (1893 – 1942)
9. Saartje (Assen 1896 – Sobibor 1943) getrouwd met Levie Bloemendal (1895 – 1926)

De broers en zussen van Sientje de Jong-van Spier:
1. Levie Izak (Culemborg 1873 -1929) getrouwd met Marianne van Bacharach (1876 -1942)
2. Sophia (Culemborg 1875 – 1928) getrouwd met Jacob van Spier (1871 – 1942)
3. Mozes (Culemborg 1878 – Auschwitz 1942) getrouwd met Keetje Rafessa (1880 – 1942)
4. Jozef (Culemborg 1877 - ?) getrouwd met Frederika Wolff (1868 - ?)
5. Saartje (Culemborg 1882 – Sobibor 1943)
6. Elias (Culemborg 1886 – Malang 1940)
7. Geertruida (Culemborg 1888 – 1962) getrouwd met Nicolaas Ek (1877 – 1923)
8. Abraham (Culemborg 1891 – Sobibor 1943) getrouwd met Henriette Krant (1886 – 1943)
9. Manuel (Culemborg 1880 -Sobibor 1943) getrouwd met Henrietta Beem (1881 – 1943)

 

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.