Herbert en Renée Fink

In 2019 bezocht Catherina van Willigenburg het voormalig kamp Auschwitz-Birkenau, om de vele familieleden die daar vermoord werden tijdens de oorlog te herdenken. Ze besloot daarna om de verhalen over deze familieleden vast te leggen voor de volgende generaties. Dit is haar verhaal over Herbert en Renée Fink.

Herbert en Renée Fink

Voornaam
Herbert
Achternaam
Fink
Geboortedatum
05 augustus 1928
Geboorteplaats
Wenen
Sterfdatum
19 november 1943
Sterfplaats
Auschwitz

Herbert Fink Renée Fink

Op 11 januari 1939 vertrokken Herbert en Renée Fink met een kindertransport uit Wenen. Zij waren familie van Abraham en Chancie Bachrach-Gottlieb. Het portret over dit gezin is hier te vinden. Na de Anschluss (annexatie) van Oostenrijk door Nazi-Duitsland werd het daar te gevaarlijk voor de kinderen. Omdat zij Joden waren die oorspronkelijk uit Galicië kwamen werden zij als ongewenste vreemdelingen het land uitgezet. Chancie probeerde, middels een brief voor de kinderen van haar oudste broer en twee zussen toestemming te krijgen voor verblijf in Nederland. Dat lukte!

Brief van Chancie Bachrach-Gottlieb over het opnemen vande kinderen.

Oom Abraham stond garant voor alle kinderen en was ook hun voogd.

Gedeelte uit de bevestiging van toestemming voor verblijf in Nederland.

Herbert en Renée Fink werden bij de familie Blok geplaatst, mogelijk aangetrouwde familie van de moeder van Abraham, Klara Poons. Volgens zijn, in het Arolsen archief gevonden, cartotheekkaart kwam Herbert op 15 augustus 1942 aan in Westerbork. Zijn pleegvader Mozes Blok en zijn gezin arriveerden dezelfde dag. Blijkbaar reisde hij gewoon met het pleeggezin mee? Op deze kaart staat ook dat hij zelf geen oproep (ohne Aufruf) had gekregen om naar Westerbork te gaan. Op zijn kaart staat ook W.B.H. WB staat voor Westerbork en de H erachter voor Hospitaal. (Zo werden Nederlandse ziekenhuizen in die tijd genoemd.) Dat kan betekenen dat hij ziek was en meeging om verpleegd te kunnen worden in het ziekenhuis van Westerbork. Daar waren gedeporteerde Joodse dokters werkzaam, misschien ook wel een arts die zij kenden uit Den Haag. Zijn pleegvader Mozes werd enige weken later op transport gezet naar Concentratiekamp Fürstengrube (in de buurt van Auschwitz). Daar moest hij, tot zijn dood, in de mijnen werken.

Herbert werd op 16 november ontslagen uit het Westerbork ziekenhuis en ontsnapt dan? Pas in 2018 werd bekend dat het Etty Hillesum en Ies Spetter, beide werkzaam voor de Joodse Raad Westerbork, lukte om enkele kinderen te laten ontsnappen die met een ambulance naar het ziekenhuis in Groningen moesten worden vervoerd. De vrouw van Ies Spetter haalde de kinderen daar op en zorgde verder voor ze. Misschien was Herbert één van die kinderen? Dat zou verklaren waarom er “16 11 ’42 ontslagen” op zijn kaart staat. Hij vertrok dan legaal uit Westerbork en ontsnapte uit het ziekenhuis in Groningen. Herbert woont vervolgens enkele maanden in het Joodse weeshuis in Haagse Pletterijstraat. Maar ook hier is hij niet veilig. Op de late avond van vrijdag 5 maart 1943 vielen de Duitse autoriteiten het weeshuis binnen. Directeur Ullmann, zijn vrouw, hun kinderen en alle andere aanwezige kinderen en personeelsleden werden met geweld uit het weeshuis gehaald en werden gedwongen in wachtende vrachtwagens te klimmen. Ze zijn via station Den Haag Staatsspoor (nu station Den Haag Centraal) op transport gesteld naar Westerbork. De meeste kinderen en volwassenen werden op 10 maart 1943 naar het vernietigingskamp Sobibór gestuurd, waar ze op 13 maart 1943 werden gedood. Herbert wordt ook uit het kinderhuis meegenomen. Hij keerde op 6 maart terug in Westerbork, maar werd toen in strafbarak 66 geplaatst. Was hij in november 1942 gevlucht/ontsnapt uit Westerbork en kwam hij daardoor in een strafbarak terecht? Arme jongen!

Op 16 november 1943 gaan broer en zus op transport.

Zijn zusje Renée kwam op 19 februari 1943 met haar pleegvader Michel Blok en zijn gezin aan in Westerbork. Hij is de zwager van Mozes Blok, de pleegvader van haar broer. Blijkbaar was zij daar gaan wonen toen het gezin van Mozes Blok gedwongen werd om naar Westerbork te verhuizen. Zij reisde met dezelfde trein als tante Sientje en mijn overgrootmoeder Henrica. Op 9 mei 1943 arriveerden hun tante Chancie en oom Aby ook hier. Oom Aby komt in dezelfde strafbarak (66) terecht als Herbert. Zullen ze contact hebben gehad? Ik hoop het. Maar dat maakt deze geschiedenis niet minder triest. Op 16 november 1943 gaan broer en zus op transport naar Auschwitz en worden daar 19 november vermoord.

Hun ouders, Peppi en Jacob Fink, vluchtten vanuit Wenen naar Antwerpen in het voorjaar van 1939. Peppi werd daar opgepakt en op 25 september 1942 in Auschwitz vermoord. Jacob werd met het 20ste konvooi vanuit het detentiekamp bij Mechelen op 19 april 1943 gedeporteerd naar Auschwitz.


Het volledige onderzoek is op de website van Joods Erfgoed Den Haag te lezen:
https://www.joodserfgoeddenhaag.nl/wp-content/uploads/2023/02/Een-oorlogsgeschiedenis-3.pdf

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.