Heijman Valk

Heijman ging werken in de bakkerij van Abraham van Rhijn aan de Brinkstraat in Assen. Dat was een koshere bakkerij, die in Assen bekend stond als een zaak voor de beter gesitueerden.

Heijman Valk

Voornaam
Heijman
Achternaam
Valk
Geboortedatum
12 juli 1924
Geboorteplaats
Gieten
Sterfdatum
26 februari 1945
Sterfplaats
Weimar

Heijman Valk werd geboren op 12 juli 1924 in Gieten als tweede kind van Simon Valk (Wildervank 16 april 1893) en Rachel (ook wel Regina) de Jong (Winschoten 9 februari 1898), de dochter van bakker Heijman de Jong in Winschoten. Simon en Rachel trouwden op 26 april 1922 in Winschoten.

NIW, mei 1922

Het echtpaar ging in Gieten wonen aan straat A 258a en kreeg vijf kinderen: Jonas (21 januari 1923), Heijman (12 juli 1924), Gaaltje (23 december 1925), Mozes Mannus (17 september 1930) en Benjamin (21 januari 1932). Ze kochten in Gieten, aan de weg naar Gasselte, een perceel grond met bebouwing, erf en tuin voor een bedrag van f 1750,-. In het pand begon Simon Valk een slachterij. Eind december 1922 sloot hij een contract met de gemeente Gieten, waarbij hij zich verplichtte zijn slachtinrichting aan de gemeente in bruikleen te geven voor noodslachtingen, om keurmeesters en andere ambtenaren toe te laten, licht en water te verstrekken en het slachtafval af te voeren. Voor deze diensten zou uit de gemeentekas een bedrag betaald worden, dat varieerde van f 1,50 voor een geit tot f 10,- voor een rund of paard. Indien slager Valk er zelf aan te pas moest komen, kwam daar nog f 0,50 bij voor de geit, f 2,50 voor een varken en f 4,- voor een paard of rund.

Het ging de familie Valk voor de wind. In 1933 werd aan wat nu de Gasselterweg is een perceel grond gekocht, waarop een splinternieuwe slagerij met winkel werd gebouwd. De bouwsom was begroot op f 4357,-. Het oude pand werd voor f 2200,- verkocht.

Het huis aan de Gasselterweg in Gieten
(bron: H.Kuik, W.Legemaat - Gieten, namen op de steen)

In de slagerij werden vooral schapen en geiten verwerkt. Het vlees werd in de winkel verkocht, maar daarnaast trok slager Valk er op uit om langs de huizen te venten.

Advertenties uit dagblad De Noord-Ooster, jaren '20/'30.

De advertenties met goede wensen aan vrienden en klanten verschenen elk jaar op 30 of 31 december in de plaatselijk krant, de Noord-Ooster.

Toen de oorlog was uitgebroken werd de familie door de Duitse maatregelen zwaar getroffen in haar broodwinning. Al in december 1941 werd het beheer over de slagerij, op grond van de verordening van de Rijkscommissaris voor bezet Nederland overgenomen door Dirk Hidde de Vries, een makelaar in ’s-Gravenhage, daartoe gemachtigd door de Stichting Niederländische Grundstücksverwaltung. De twee jongste kinderen, Mozes en Benjamin, mochten vanaf september 1941 niet meer in Gieten naar school.

Toen de deportaties van Joden begonnen, was de oudste zoon Jonas al enige tijd het huis uit. Hij was vishandelaar van beroep en beproefde zijn geluk in Emmen. Daar was hij in de kost bij zijn tante Frouke Valk-Jacobs. Jonas Valk werd omstreeks 24 augustus 1942 vanuit Emmen op transport gesteld naar Westerbork, en van daaruit op dezelfde dag, met nog 550 anderen, doorgezonden naar Auschwitz. Het Nederlandse Rode Kruis verklaarde in augustus 1949 dat Jonas op onbekende datum, maar uiterlijk in september 1942, in of in de onmiddellijke omgeving van Auschwitz aan de gevolgen van ziekte, uitputting of vergassing moet zijn overleden. Zijn officiële sterfdatum is 30 september 1942. Jonas is 19 jaar geworden.

Jonas Valk

Over Heijmans jeugd is niet veel te vinden, maar we mogen aannemen dat hij naar de lagere school in Gieten ging. Zodra zijn leeftijd het toeliet ging hij werken in de bakkerij van Abraham van Rhijn aan de Brinkstraat in Assen. Het was een koshere bakkerij, die in Assen bekend stond als een zaak voor de beter gesitueerden. De hele week, maar zeker op zondag, stond de winkel vol klanten. Bekend waren de bolussen die er verkocht werden, met gember of spijs. Daarnaast werd het brood met een handkar rondgebracht.


In 1935 trad de toen 67-jarige Van Rhijn uit het bedrijf, dat werd voortgezet door Henoch Cohen. Blijkbaar was dat geen succes want in 1938 nam Van Rhijn de zaak weer over.

Heijman woonde, toen hij daar werkte, bij de familie Van Rhijn in huis, aan de Brinkstraat 79.

In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werden in Assen en in Gieten alle nog aanwezige Joden uit hun huizen gehaald en met vrachtwagens naar Westerbork gevoerd. Dat gold voor Simon en Rachel Valk met Mozes Mannes en Benjamin en ook voor de familie Van Rhijn in Assen met Heijman. Gaaltje werkte als dienstbode bij de familie Waaker in de Paul Krugerstraat 64 in Assen. Isaac Waaker, die was getrouwd met Elisabeth Drukker, was godsdienstleraar. Het echtpaar had twee zoontjes, Mozes van 10 jaar en Leo van 6 jaar. Ook zij werden op 2 oktober naar Westerbork gevoerd, met Gaaltje. Het gezin Waaker werd op 2 november 1942 naar Auschwitz gedeporteerd en kwam niet meer terug. Gaaltje ging met het transport van 5 oktober 1942 naar Auschwitz, en werd daar bij aankomst meteen vermoord, op 8 oktober 1942. Zij was 16 jaar.

Gaaltje Valk

Simon, Rachel, Mozes Manus en Benjamin werden ook met het transport van 5 oktober naar Auschwitz gedeporteerd. Rachel en haar twee zoons, Mozes van 12 en Benjamin van 10, werden onmiddellijk na aankomst vergast, op 8 oktober 1942. Simon Valk werd in Cosel uit de trein gehaald en overgebracht naar een werkkamp. In de winter/het vroege voorjaar van 1944 is hij, ziek en uitgeput, van daaruit op ziekentransport naar Auschwitz gesteld. Daar is hij tussen 1 februari en 31 maart 1944 overleden, 50 jaar oud.

Documenten die te vinden zijn in de Arolsen archieven laten zien dat Heijman Valk op 25 of 26 februari 1945 in Buchenwald is gestorven.

Heijman ging met hetzelfde transport als zijn ouders richting Auschwitz, maar evenals zijn vader werd hij bij Cosel uit de trein gehaald en naar een werkkamp gestuurd. Veel mannen van het transport van 5 oktober 1942 gingen naar Sakrau of Annaberg, waar ze dwangarbeid verrichtten aan wegen en spoorwegen of in fabrieken. Het is niet duidelijk of Heijman en zijn vader samen waren, en waar ze waren. In de Arolsen archieven is te zien dat Heijman gevangennummer 178880 had, wat erop duidt dat hij in Blechhammer gevangen heeft gezeten. Daarna is hij via Gross Rosen in Buchenwald terecht gekomen op 10 februari 1945, door de Nazi’s opgejaagd uit angst dat de Russen, die vanuit het oosten naderden, zouden zien hoe slecht de gevangenen behandeld werden. (In Buchenwald was zijn gevangennummer 126286, en volgens Herman Rens in zijn boek Tussenstation Cosel, kwamen mannen met nummers tussen 124260 en 126720 inderdaad op 10 februari aan in Buchenwald uit Gross Rosen, waar ze kort gezeten hadden).

Documenten die te vinden zijn in de Arolsen archieven laten zien dat Heijman Valk op 25 of 26 februari 1945 in Buchenwald is gestorven. In onderstaand eerste document staat dat de doodsoorzaak onbekend is, in het tweede dat longontsteking de oorzaak was. We zullen het nooit zeker weten, maar wat we wel weten is dat Heijman enorme ontberingen heeft moeten doorstaan. Hij werd 20 jaar.

In Gieten zijn stolpersteine gelegd voor het hele gezin Valk, bij het huis aan de Gasselterweg 24.

Voor Heijman is ook een stolperstein gelegd voor het huis van de familie Van Rhijn, voor wie hij als bakkersknecht werkte en bij wie hij woonde, aan de Brinkstraat 21 in Assen.

Dichter Gerard Nijenhuis zat op de lagere school in Gieten (waar zijn vader burgemeester was) in de klas met Benjamin Valk. Hij schreef - veel later - een ontroerend gedicht voor Bennie:

Westerbörk

Ik was vandaog in Westerbörk. Het kamp is vot,
maar wel kuj zeen waor de barakken stunnen.
De bomen wiest de plek waor alles was, verbunnen
deur de middenstraat, die deurliep tot het lot

bepaolde wie met de trein wieder mus gaon.
Ik zag ze staon: het jonkie oet mien klas, zien naom
in schoolschrift schreven – Bennie Valk – hij weur verdaon.
Doe ik er was leupen anere kinner de zölfde baon,

die hij met zien karbies aoflegde. Ik zag
de rails, verbeugen tot opstandigheid. De trein
is jaoren vot. Een golden ende kreeg de dag

dat ik daor was in Börk. De zun streek locht
over het pad. En oet de sterren kwam het sein
dat hij veurbij kwam op zien leste tocht.

 

Oorlogsmonument Gieten met de namen van de familie Valk.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.