Bella had een hekel aan de Jodenster op haar jas. Meestal bedekte zij de ster met haar schoudertas.
Bella Barentz-de Jong
- Voornaam
- Bella
- Achternaam
- Barentz-de Jong
- Geboortedatum
- 06 april 1897
- Geboorteplaats
- Groningen
- Sterfdatum
- 16 april 1943
- Sterfplaats
- Sobibor
Bella de Jong werd geboren in Groningen op 6 april 1897 als oudste kind van Salomon de Jong, Salco genoemd, (Lemsterland 13 maart 1872 – Amsterdam 23 juni 1936), koopman van beroep, en Biena Kater (Groningen 15 augustus 1873 – Amsterdam 3 juli 1935). Er kwamen nog twee zussen en twee broers (*1);geen van de kinderen zou de oorlog overleven.
Geboortakte Bella de Jong - Gemeentearchief Groningen
Bella trouwde in Groningen op 6 juli 1925 met Isaäc Barentz. Hij werd geboren in Amsterdam op 13 december 1890 als zoon van Jacob Barentz (Amsterdam 30 juni 1860 – 8 december 1931), een diamantslijper, en Lea Pop (Amsterdam 4 juli 1865 – 3 augustus 1933). Hij had een jongere zus, Sara (Amsterdam 1 augustus 1896 – Sobibor 4 juni 1943). Zij was getrouwd met Michel de Vries (1887 – 1943) en had twee zonen Jacques (1919 – 1943) en Arnold (1922 – 1943). Dit gezin werd op 4 juni 1943 vermoord in Sobibor.
Isaäc had ook nog drie halfbroers en een halfzusje uit een eerder huwelijk van zijn vader, met Eva Juliard. (*2).
Advertenties zoals deze verschenen vanaf 1921 tot in de oorlog in de kranten, maar later niet als Firma I. Barentz, maar als Firma Barentz. Uit documenten in het archief van kenniscentrum Joods Cultureel Kwartier blijkt dat Michel de Vries, de man van Isaäcs zuster Sara, directeur was van de Firma Barentz. Het zou kunnen dat met Isaäcs verhuizing naar Groningen de zaak door De Vries werd overgenomen. Opvallend is dat Isaäc zich in Groningen Piet noemde.
In Groningen handelde hij in naaigarens, eerst vanaf het adres Carolieweg 10, wat ook het adres was op de ondertrouwaankondiging, en later op het adres Brinklaan 31. Dat was een groot woonhuis, gebouwd in 1920, dat het echtpaar waarschijnlijk toen huurde.
Nieuwsblad van het Noorden, 1924
In 1937 verhuisden Isaäc en Bella naar Haren, naar een splinternieuw twee-onder-een-kap landhuis aan de Oosterweg.
In het boek Van kwaad tot onvoorstelbaar erger van Wil Legemaat lezen we : Het paar werd gezien als welgesteld. Barentz had een auto, een bezienswaardigheid in die tijd. In zijn vrije tijd ontwikkelde hij zich tot een niet onverdienstelijk kunstschilder. Barentz was een grote man met een gezellig, vriendelijk gezicht en veel gevoel voor humor.
Toen de oorlog uitbrak en de bezetter de bewegingsvrijheid van Joden beperkte kon Barentz alleen nog maar handeldrijven met Joden, de auto mocht niet meer gebruikt worden en geld en kostbaarheden moesten in mei 1942 worden ingeleverd bij de roofbank Lippman Rosenthal & Co in Amsterdam.
Begin juli 1942 kreeg Barentz de oproep zich in Groningen te laten keuren en zich aansluitend aan te melden voor een werkkamp. Vermoedelijk gaf Isaäc vrijwillig gehoor aan deze oproep. Op vrijdag 10 juli 1942 meldde hij zich, met negen andere Joodse mannen en jongens uit Haren, bij een bus, die klaarstond aan de Emmalaan. De bestemming was één van de Joodse werkkampen of kamp Westerbork. Voor Isaäc werd het dat laatste.
Met het tweede transport naar Auschwitz werd hij op 16 juli 1942 tegelijk met een groep Joodse gevangenen uit kamp Amersfoort naar Auschwitz gedeporteerd. Op de lijst van het binnenkomend transport in Auschwitz dat van dit transport bewaard is gebleven staat de naam van Isaäc Barentz vermeld. Bij zijn beroep staat ‘kunstschilder’ genoteerd. Op 15 augustus 1942 werd Isaäc Barentz in Auschwitz om het leven gebracht. Hij was 51 jaar oud.
Over Bella schrijft Wil Legemaat : In 1939 was Bella getuige van een ongeluk in de Kromme Elleboog, waar de zesjarige Henny Oomkes op haar autoped werd aangereden door een overbuurjongen van Bella. Henny moest een week in het ziekenhuis blijven en in die periode informeerde Bella elke dag bij Henny’s moeder naar haar herstel. Zo ontstond vriendschap tussen de beide families.
Nadat Isaäc was gedeporteerd bezocht Bella vaker de familie Oomkes. Henny herinnert zich dat Bella een hekel had aan de Jodenster op haar jas. Meestal bedekte zij de ster met haar schoudertas. Bella vertelde de negenjarige Henny veel verhalen over andere Joodse mensen, verhalen die Henny in een boekje opschreef.
Op een woensdagmiddag vertelde Bella over haar sieraden en daarbij bood zij Henny een mooie armband aan, met de letter E erop. "Ik heet eigenlijk Elisabeth" zei zij toen. "Maar mijn naam begint niet met een E"’ antwoordde Henny. "Dat geeft niet, jij mag hem hebben, zodat je altijd aan mij kunt denken", zei Bella. Omdat Henny zo dol was op geroosterd brood, bracht Bella op een dag haar eigen broodrooster voor haar mee. Die mocht Henny ook houden. Bella bleef regelmatig eten bij de familie Oomkes. In de wintermaanden 1942-1943 bracht vader Oomkes haar na het eten naar huis. Op een avond kwam hij niet terug. Moeder Oomkes stond doodsangsten uit. Wat bleek ? Er was dichte mist ontstaan, waardoor vader in de buurt was verdwaald. (uit : Wil Legemaat, Van kwaad tot onvoorstelbaar erger)
Alle Harense Joden die niet al in juli 1942 gedeporteerd waren, werden op 28 november 1942 uit hun huis gehaald. Er moet een reden zijn waarom Bella die dag niet is opgehaald. Mogelijk was zij ziek en zieken werden in november nog met rust gelaten. Maar op 11 maart 1943 werd Bella Barentz dan toch naar Westerbork gebracht. Volgens haar Joodse Raadkaart heeft ze haar broer Leo gevraagd een poging te doen haar in Westerbork te laten. In het Duits staat er : Als terugkeer naar Groningen niet mogelijk is, probeer dan alsjeblieft dat ik in Westerbork blijf. Een beslissing is dringend.
Dat lukte niet, Bella bleef een maand in Westerbork, in barak 70: op 13 april 1943 werd zij op transport gesteld naar Sobibor. Bij aankomst daar op 16 april 1943 werd zij meteen vergast. Bella was kort daarvoor 46 jaar geworden.
"Dat geeft niet, jij mag hem hebben, zodat je altijd aan mij kunt denken"
Bella Barentz met haar hond aan de Oosterweg, Haren - collectie Joods Historisch Museum - www.jck.nl
Gedenkteken bij de Nederlands Hervormde kerk in Haren.
In 2010 werden er voor Isaäc Barentz en Bella Barentz – de Jong stolperstenen gelegd voor het huis aan de Oosterweg.
*1
Broers en zussen van Bella de Jong
• Vrouwtje Rosa (Groningen 23/1/1899 – Auschwitz 10/8/1942) X Abraham Katz (Arnhem 4/1/1902 – Auschwitz 10/8/1942)
• Leopold David (Louis) (Groningen 24/3/1901 – Groningen 9/4/1945) X Frieda Johanna Pleij (10/4/1911- ?)
• Hendrika Louisa (Dori) (Groningen 13/3/1905 – Auschwitz 221/9/1942) X Izidor Eigenfeld (Stanislavov Polen29/2/1895 -Monowitz 19/91942) Leo Bernard (1931-1942), Karla (1929-1942)
• Bernard Nico (Groningen 30/11/1908 – Mauthausen 10/3/1945)
*2
Broers en zusters van Isaäc Barentz:
Kinderen van Jacob Barentz en Eva Juliard
• Roosje (Amsterdam 15/8/ 1883 – Hilversum 21/8/ 1919) overleden aan Spaanse griep
• Samuel (Amsterdam 17/12/1884 -Hilversum 11/12/1952 X Henriette Davids (Arnhem 1887 – Hilversum 1948)
• Elkan (Amsterdam 11/2/ 1886 – Auschwitz 13/11/ 1943) X Jetje van Thijn (Amsterdam 7/9/ 1886 – Auschwitz 13/11/ 1943) zoon Jacques (1918-1944)
• Elias (Amsterdam 23/1/1887 – 23/12/1891)
• Simon (Amsterdam 27/2/1888 – Auschwitz 26/10/1942) X Mathilda de Haan (Amsterdam 18/8/1893 – Renkum 1959)
• Bertha (Amsterdam 29/5 1889- 9/12/1889)
Kind van Jacob Barentz en Lea Pop:
• Sara (Amsterdam 1/8/1896 – Sobibor 4/6/1943) X Michel de Vries (Amsterdam 30/8/1887 – Sobibor 4/6/1943) zoon Jacques (1919 – 1943) zoon Arnold (1922 – 1943)