Cornelis Hoving

Cornelis Hoving uit Stadskanaal was één van de zeventien verzetslieden, die op 12 oktober 1944 door de Duitsers werden gefusilleerd in kamp Westerbork. Hij was gearresteerd toen hij op bezoek was bij een collega-verzetsman in Groningen, Pieter Heertje Dijksterhuis. Beide mannen werden overgebracht naar het Scholtenhuis in Groningen. Hoving en Dijksterhuis werden daar verhoord en ook mishandeld en in de vroege morgen van 12 oktober 1944 naar kamp Westerbork overgebracht. Daar werden zij, samen met nog vijftien andere verzetsstrijders, door de Duitsers doodgeschoten. Sjoerd Post deed onderzoek naar Hoving en schreef dit verzetsportret.

Cornelis Hoving

Voornaam
Cornelis
Achternaam
Hoving
Geboortedatum
23 september 1893
Geboorteplaats
Groningen
Sterfdatum
12 oktober 1944
Sterfplaats
kamp Westerbork

Cornelis (roepnaam Cees) Hoving werd geboren op 23 september 1893 in Groningen. Hij was een zoon van Cornelis Thomas Hoving en Jacoba van den Berg. Hij ging naar school in Groningen en volgde daar de opleiding voor de middelbare akte lichamelijke oefening.

Nauwelijks afgestudeerd brak de Eerste Wereldoorlog uit en werd hij onder de wapens geroepen. In die tijd leerde hij op Texel Cornelia van Harn ( 8-12-1898) kennen, met wie hij in augustus 1920 trouwde. Het stel woonde eerst aan de Drouwenerstraat In Stadskanaal. In 1925 lieten zij een landhuisje bouwen aan de Julianastaat.

                                                     Woning aan de Julianastraat

Heilgymnastiek
Cees Hoving werd in 1920 benoemd tot gymnastiekleraar aan de christelijke HBS in Stadskanaal. Cees was zeer actief op sportief terrein. In de wijde omtrek van Stadskanaal richtte hij gymnastiekverenigingen op. Verder hielp hij als heilgymnasiast gratis veel mensen die krom liepen van de pijn aan rug of benen. Cees had een warm hart voor het vaderland en het huis van Oranje. Toen in de jaren dertig het nazisme op kwam zetten waarschuwde hij zijn leerlingen tegen dit verderfelijke systeem. Toen de oorlog uitbrak was hij bij uitstek de leider van het verzet in de regio. Elke dag was hij op pad om contacten te leggen en onderdak te zoeken voor Joden. Cees Hoving was lid van de Anti Revolutionaire Partij. Het was met name uit zijn geloofsovertuiging dat hij deel nam aan het verzet. Hij was lid van het verzet onder de schuilnaam Eefting en ome Kees en behoorde bij de Ordedienst en LO/KP Stadskanaal.

                                          Verzetskaart Cornelis Hoving

Van de Ordedienst was hij chef staf en zorgde voor persoonsbewijzen en wapens. Ook hielden hij en zijn vrouw een Joods meisje verborgen, want ook zijn vrouw was actief in het verzet. In de staatsbossen van Gasselte Had hij zelfs een geheime zender, vanwaar berichten naar Engeland werden verstuurd. Verscheidene Engelse en Amerikaanse piloten konden door zijn hulp worden gered. Toen het bevel kwam dat alle officieren van het Nederlandse leger zich moesten melden, dook hij onder. Zijn vrouw werd koerierster en coördineerde zo zijn werk vanuit zijn onderduikadres. Zij fietste, verkleed als jongetje, in korte broek en met een alpinopet op haar hoofd, door de wijde omgeving om berichten over te brengen. Hoving werd op een gegeven moment in de stad Groningen aangesteld.

Op zijn verjaardag, 23 september 1944, kreeg Hoving bericht dat hij naar de woning van een collega verzetsman moest komen. Dat was het Groningse statenlid Pieter Heertje Dijksterhuis aan de Westersingel in Groningen. Het bleek een valstrik van de Duitsers te zijn, want bij aankomst werden Cees en Pieter Heertje door de Sicherheitsdienst (SD) gearresteerd.

Zij werden overgebracht naar het Scholtenhuis in Groningen, waar ze zwaar werden verhoord en mishandeld. Beide mannen zijn, met vijftien andere verzetslieden, op 12 oktober 1944 gefusilleerd in kamp Westerbork. Cornelis Hoving was toen 51 jaar. Hij werd In het kamp gecremeerd en op 2 november 1945 werden de stoffelijke resten symbolisch bijgezet op de begraafplaats Esserveld in Groningen. In Stadskanaal werd een straat naar he vernoemd: de Cornelis Hovinglaan.

Hij bedacht zich geen moment en ging verkleed als SS-er kijken hoe het er met zijn vrouw mee ging.

Verkleed als SS-er
Achternicht - en neef Henriette en Idse Hoving bezitten veel informatie over hun oudoom. Zo zit er in een dik album een verhaal verscholen hoe oom Cees verkleed als SS-er het Scholtenhuis in Groningen heeft bezocht. Hij ontdekte dat de Duitsers zijn vrouw hadden meegenomen naar het beruchte onderzoek gebouw. Hij bedacht zich geen moment en ging verkleed als SS-er kijken hoe het er met zijn vrouw mee ging. Toen hij zich op de hoogte had gesteld dat het goed met haar ging maakte hij zich uit de voeten. Broer en zus Hoving vertellen dat meerdere broers van Cees ook in het verzet zaten. Zij noemen de namen van Klaas en Willem Hoving. Beide mannen wisten door onder te duiken de oorlog te overleven. In het album van de Hovings zit ook een bericht waarin generaal Eisenhower Cees Hoving bedankt voor zijn inzet in de oorlog en hem postuum een onderscheiding verleende.

                                                             Wim en Idse Hoving bij een schilderij van hun oudoom.

Echtgenote Cornelia ging na de oorlog weer in het huis aan de Julianastraat wonen. In de jaren zestig verhuisde ze naar Den Helder, waardoor ze wat dichter bij haar geboortegrond Texel was. In februari 1993 overleed zij daar 94 jaar oud.

                                                  Struikelsteen voor Cornelis Hoving in Stadskanaal.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.