Het onderduikverhaal van Arnold Beek en Clara Betsy Beek-de Jong.
Arnold Beek, geboren in Den Helder op 3 oktober 1896 was huisarts in Gouda van 1935 tot 1942, het jaar waarin de Joden uit Gouda moesten verdwijnen. Arnold en zijn vrouw Clara Betsy de Jong, geboren op 19 november 1900 in Groningen moesten een plek vinden om onder te duiken. In de lokale krant stond op 9 oktober 1942 dat zij “illegaal van woonplaats waren veranderd, een eufemisme voor verdwenen in de onderduik.
Arnold en Clara Beek
- Voornaam
- Arnold en Clara
- Achternaam
- Beek-de Jong
Hun kinderen, zoon Johan Rene Simon, geboren in Oss op 15 februari1930 en dochter Edith Roseij Beek, ook geboren in Oss op 21 april 1934 moesten beiden apart van de ouders onderduiken. Zoon Johan kwam terecht op een boerderij in Kootwijkerbroek en dochter Edith bij een Remonstrantse dominee in Zwammerdam.
Arnold en Betsy kwamen in 1942 in het noorden terecht, in Drachten. Zij overleefden beide de oorlog en overleden in respectievelijk 1977 en 1978. Ook zoon Johan overleefde: hij had later een antiquariaat in onder andere Amsterdam en overleed in 2011. Zijn zusje Edith werd verraden op haar onderduikadres in Zwammerdam en kwam via kamp Westerbork in Auschwitz terecht waar zij op 19 november 1943 werd vergast.
In de lokale krant stond op 9 oktober 1942 dat zij “illegaal van woonplaats waren veranderd, een eufemisme voor verdwenen in de onderduik.
Over dochter Edith is meer te lezen in haar Westerborkportret:
https://westerborkportretten.nl/westerborkportretten/edith-beek
De foto is van het Streekarchief Midden-Holland (SAMH) te Gouda.
