Willem Kel

Willem Kel woonde in Meppel bij zijn ouders in de Ambonstraat 15. Hij was geboren op 21 april 1919. Willem werkte als broodbakker, winkelbediende en stond later als zelfstandig koopman op markten. Als soldaat vocht hij in mei 1940 tegen het binnenvallende Duitse leger. Willem was keeper bij voetbalclub MSC maar hij korfbalde ook bij MKC. Waarschijnlijk leerde hij al op de Vledderschool het Joodse meisje Carla de Leeuw kennen. Ook zij korfbalde bij MKC. Zij was geboren in Meppel op 14 juni 1920 en woonde met haar familie aan de Grote Kerkstraat 21.

Willem Kel

Voornaam
Willem
Achternaam
Kel
Geboortedatum
21 april 1919
Geboorteplaats
Meppel
Sterfdatum
30 september 1942
Sterfplaats
Auschwitz

Nadat er eerst vanuit haar familie nog wat tegenstand was tegen de niet-Joodse Willem, kregen Carla en Willem uiteindelijk toch de zegen voor hun relatie. Ze maakten al trouwplannen. Op 8 juni 1942 vertrok Carla naar Amsterdam vanwege werk. Ze ging inwonen bij familie. Ieder weekend ging Willem met de trein naar Amsterdam om bij Carla te zijn. Uit solidariteit met Carla droeg hij soms zelf ook de Jodenster op zijn kleding.

Eind juli 1942 kreeg Carla een oproep om zich te melden voor tewerkstelling in Duitsland. Net als vele anderen gaf Carla gehoor aan de oproep en kwam op 4 augustus 1942 in kamp Westerbork terecht. Willem was wanhopig. Volgens ooggetuigen zei hij: “Ik laat haar niet in de steek. Als ze haar uit Westerbork weghalen dan ga ik met haar mee. Het kan me niet schelen waarheen.”

Willem probeerde Carla ook in kamp Westerbork op te zoeken. Op 6 augustus 1942 na afloop van de weekmarkt in Meppel waar hij als koopman stond fietste hij naar kamp Westerbork waar hij via een bekende met Carla kon spreken. Hij hoorde dat ze de volgende dag op transport zou gaan. Die nacht is Willem Kel in de buurt van het kamp gebleven. Hij heeft nog geregeld dat zijn fiets werd opgestuurd naar het adres van zijn ouders in Meppel.

“Ik laat haar niet in de steek. Als ze haar uit Westerbork weghalen dan ga ik met haar mee. Het kan me niet schelen waarheen.”

 

De volgende ochtend, op 7 augustus 1942, toen 989 gevangenen die op transport moesten het kamp verlieten om richting Hooghalen te lopen waar de trein klaar stond, heeft Willem zich, met Jodenster op zijn kleding, tussen de gevangenen gemengd. Samen met Carla is Willem naar Auschwitz gedeporteerd. Onderweg heeft hij bij Sappemeer nog een kaartje uit de trein gegooid gericht aan zijn ouders. Daarop stond enkel geschreven: ‘Willem mee.’ Het briefje werd een dag later al in Meppel bezorgd.

Na aankomst in Auschwitz zijn Carla en Willem waarschijnlijk allebei geselecteerd voor werk in dat kamp. Willem Kel is nergens geregistreerd: hij staat niet op de transportlijst en er is geen overlijdensakte. Naspeuringen van het Rode Kruis omtrent zijn lot leverden niets op. Na aankomst van het transport in Auschwitz, volgens het Kalendarium van Auschwitz op 8 augustus, werden van de nieuw aangekomenen 315 mannen en 149 vrouwen als gevangene ingeschreven in het kamp. De anderen werden direct in de gaskamers vermoord. Het overgrote deel van de geselecteerden moet in de periode tussen 9 augustus en 30 september 1942 zijn omgekomen. Dat is ook de sterfdatum van Carla en Willem. Beiden staan met naam vermeld op het Joods monument in het Slotplantsoen in Meppel.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.