Susanna Roza (Roosje) Sealtiel is geboren op 10 januari 1876 in Amsterdam als dochter van Abraham Joseph Sealtiel (1849-1916) en Sara (Saartje) Sealtiel-Serlui (1852-1933). Toen Susanna in Amsterdam op 11 juli 1894 met haar neef Meijer Sealtiel trouwde, was hij 26 en zij 18 jaar oud. Meijer Sealtiel was een zoon van David Sealtiel (1839-1881) en Bilha Schoontje Sealtiel-Waterman (1840-1878).

Susanna Roza (Roosje) Sealtiel- Sealtiel

Susanna en Meijer kregen zes kinderen. Tien maanden na hun huwelijk, op 23 april 1895, werd hun oudste dochter Schoontje geboren. De tweede dochter Sara kwam op 18 september 1897. De derde dochter was Betsy, 20 oktober 1903. Hierna volgde een zoon, David werd geboren op 6 februari 1906. Gracia was nummer vijf, op 22 maart 1916. De jongste was weer een zoon, Abraham Joseph, geboren op 8 oktober 1923. Hij kwam 28 jaar na de geboorte van zijn oudste zuster.

Meijer ging graag wandelen met zijn neefjes en nichtjes, toen zij klein waren. Hij was dol op kinderen. Hun eigen kinderen werden naar hun grootouders genoemd. Het eerste kind naar vaderskant, de tweede naar moederskant. Betsy is waarschijnlijk naar Elisabeth de pleegmoeder van Meijer vernoemd, Gracia naar zijn zuster, Joseph naar zijn oudste broer.

Geen van zijn kinderen werd naar zijn broer Jacob Haim vernoemd. Hij was getrouwd met een christelijke vrouw en werd niet meer geaccepteerd in de familie. Jacob Haim overleefde de oorlog.
Meijer en Susanna hadden beiden onderwijs genoten. Ze konden allebei schrijven. Bij zijn huwelijk is genoteerd dat Meijer diamantslijper was, Susanna had geen beroep. Maar de dochter van broer Jacob Haim vertelde dat Meijer banketbakker was. Ook vertelde ze dat, net als veel Joden, Meijer dol was op kleine kinderen, en dat hij vaak met zijn jonge nichtjes ging wandelen. Dirkje vertelde ook dat Susanna Roosje werd genoemd.

De ouders van Susanna kwamen bij hen inwonen op 6 mei 1905 tot hun overlijden in 1916 en 1933. Susanna woonde aan de Transvaalstraat 62 I in Amsterdam.

Meijer overleed, volgens de overlijdensadvertentie, na een langdurige en pijnvolle ziekte op 20 december 1936 in Amsterdam, 69 jaar oud.

Susanna kwam op 18 november 1942 aan in kamp Westerbork. Ze heeft daar in het ziekenhuis gelegen, maar zo gauw ze beter was, is ze op de trein gezet naar het oosten.

Er is een aantekening waaruit blijkt dat ze op 2 februari 1943 is ontslagen uit barak 81 (ziekenhuis) en ook op 2 februari 1943 op transport gesteld is.
In Auschwitz is Susanna bij aankomst op 5 februari 1943 direct naar de gaskamers gestuurd en vermoord. Susanna Roza Sealtiel-Sealtiel was 67 jaar oud.

Geen van haar zes kinderen, aangetrouwde kinderen en kleinkinderen overleefden de oorlog. In totaal waren dit 23 personen.