Malvin Cohen Roth is geboren op 16 april 1898 te Satu Mare, Roemenië. Ze trouwde voor de oorlog met Simon Cohen, geboren op 19 november 1884 te Hengelo. Het echtpaar ging wonen in de Elzenstraat 3 in Hengelo. Voor Simon was dit het tweede huwelijk. Met zijn eerste vrouw Lena Dewitte (1879-1937) had hij drie kinderen, Levie (1911), Regina (1914) en Izak (1918).
Simon had een handel in groente en fruit.
Malvin Cohen-Roth
- Voornaam
- Malvin
- Achternaam
- Cohen-Roth
- Geboortedatum
- 15 april 1898
- Geboorteplaats
- Satu Mare, Roemenië
- Sterfdatum
- 11 februari 1944
- Sterfplaats
- Auschwitz
Op 29 juni 1943 kwam het dochtertje Henny van Simon en Malvin ter wereld. Zij staat niet ingeschreven in de burgerlijke stand van Hengelo. Henny kwam ter wereld gedurende de onderduiktijd van haar ouders en het is onbekend waar het gezin in die tijd verbleef.
Met Simon, Malvin en hun baby Henny liep het slecht af. Ze werden verraden en opgepakt. Ze kwamen op 5 februari 1944 als strafgeval aan in kamp Westerbork, waar ze in barak 67, de strafbarak, geplaatst werden.
Binnenkomende transporten op 5 februari 1944. Vanuit Hengelo komen er 4 strafgevallen aan. Dat zijn zeer waarschijnlijk Simon, Malvin en Henny Cohen en een ander.
Drie dagen later werden ze op transport gesteld naar Auschwitz, waar ze op 11 februari 1944 om het leven zijn gebracht. Simon was toen 59 jaar, Malvin 45 en Henny 7 maanden oud.
Op vrijdag 3 april is, ter ere van de bevrijding van Hengelo, 75 jaar geleden, in de Elzenstraat 3, alsnog een Stolperstein gelegd voor Henny Cohen, tussen de stenen van haar ouders, Simon en Malvin.
Ze werden opgepakt. Zij kwamen op 5 februari 1944 als strafgeval aan in kamp Westerbork, waar ze in barak 67, de strafbarak, geplaatst werden.
Ook de kinderen uit het eerste huwelijk van Simon doken onder. Na vele omzwervingen lukte het aan de beide zonen Levie en Izak om als Engelandvaarders dienst te nemen om te vechten tegen de bezetter. Zij overleefden de oorlog. Ook dochter Regina slaagde erin uit handen van de bezetter te blijven, zij was tijdens de oorlog ondergedoken geweest in een kippenhok in Lemmer.
Levie Cohen in dienst van de Nederlandse marine
Hun groente- en fruithandel hadden Simon Cohen en zijn zonen Levie en Izak door middel van een schijnconstructie overgedaan aan groentehandelaar Van den Dolder uit Enschede. En er was een beheerder, dhr. Olthof aangesteld. Dit hield maar even stand, de zaak werd in juni 1942 overgenomen door een ‘Verwalter’ (zaakwaarnemer), Johan Hoff, een handelaar in groente en fruit uit Rijswijk. Deze handelaar was, net als zijn zoon Arie, lid van de N.S.B.
De dagelijkse leiding van de zaak droeg Johan Hoff over aan zijn zoon Arie. Deze wilde met zijn vrouw het huis van de gebroeders Cohen, Leliestraat 36 in Hengelo, betrekken. Arie had echter buiten de beheerster van deze woning gerekend. Hij had haar gesommeerd het huis binnen drie dagen te verlaten, met achterlating van het meubilair. Toen hij na die drie dagen terugkwam, overdonderde ze hem met de mededeling dat ze een Duits-Arische vrouw was en niet van plan te vertrekken. Arie en zijn vrouw zijn toen maar in het verlaten huis van een Joodse onderwijzer getrokken, aan de Leliestraat 5 in Hengelo.
Na de oorlog keerden Levie en Izak Cohen terug in de zaak en voerden deze verder onder de naam Cobros.
Bronnen:
- 'Naar Engeland', Bijzondere oorlogsjaren van negen Hengeloërs. Dit boek is uitgegeven in het kader van 65 jaar bevrijding van Hengelo ( 3 april 1945) en op 5 mei 2010 geschonken aan de Engelse bevrijders en hun nabestaanden. De publicatie kwam tot stand door samenwerking tussen het Historische Museum Hengel en het Gemeentearchief Hengelo.
ISBN 978-90-73850-18-7 De uitgave is van Stichting Oald Hengel. In dit boek is een hoofdstuk besteed aan de twee Hengelose broers Cohen.
- Nationaal Archief