Simon Cohen stond in Hengelo bekend als 'Cohen van 't breudje'. De bijnaam was ontstaan doordat Simon, en daarvoor zijn vader, de boerderijen langsging met zijn waren. Het was een traditie dat de boeren iets meegaven, spek of reuzel. Maar als Jood bedankte Simon beleefd voor varkensvleesproducten. Hij kreeg daarom van zijn klanten altijd een broodje mee. Een Breudje.
Simon Cohen (1884)
- Voornaam
- Simon
- Achternaam
- Cohen
- Geboortedatum
- 18 november 1884
- Geboorteplaats
- Hengelo
- Sterfdatum
- 11 februari 1944
- Sterfplaats
- Auschwitz
Simon Cohen is geboren op 19 november 1884 in Hengelo. Hij was de zoon van Levie Cohen en Johanna Kanteman. Simon trouwde met Lena Dewitte, geboren op 20 mei 1879 in Gronau, Duitsland. Het echtpaar kreeg drie kinderen: Levie (14 november 1911), Regina (7 april 1914) en Izak (2 januari 1918). Moeder Lena overleed in 1937 aan kanker.
Simon hertrouwde met Malvin Roth, geboren op 16 april 1898 te Satu Mare, Roemenië. Het gezin woonde toen in de Elzenstraat 3 in Hengelo. Simon had een handel in groente en fruit in de Drienerstraat, zijn zoons hielpen mee in de zaak.
Toen de dreiging voor deportatie voor Simon en zijn vrouw Malvin te groot werd, doken ze onder. In de onderduik werd op 29 juni 1943 hun dochtertje geboren. Het meisje kreeg de naam Henny. Vanwege de onderduiksituatie kon zij niet ingeschreven worden in de burgerlijke stand van Hengelo. Het is onbekend waar het onderduikadres van het gezin was.
Met Simon, Malvin en hun baby Henny liep het slecht af, ze werden verraden. Later werd gezegd dat dit was vanwege het goud en andere kostbare bezittingen die Simon bezat.
Het gezin kwamen op 5 februari 1944 als strafgeval aan in kamp Westerbork, waar ze in barak 67, de strafbarak, geplaatst werden.
Binnenkomende transporten op 5 februari 1944. Vanuit Hengelo komen er 4 strafgevallen aan. Dat zijn zeer waarschijnlijk Simon, Malvin en Henny Cohen en een ander.
Drie dagen later werden ze op transport gesteld naar Auschwitz, waar ze op 11 februari 1944 om het leven zijn gebracht. Simon was toen 59 jaar, Malvin 45 en Henny 7 maanden oud.
Op vrijdag 3 april 2020 is, ter ere van de bevrijding van Hengelo, 75 jaar geleden, in de Elzenstraat 3, alsnog een Stolperstein gelegd voor Henny Cohen, tussen de stenen van haar ouders, Simon en Malvin.
Ze werden opgepakt. Zij kwamen op 5 februari 1944 als strafgeval aan in kamp Westerbork, waar ze in barak 67, de strafbarak, geplaatst werden.
Ook de kinderen uit het eerste huwelijk van Simon doken onder. Regina, ook wel Rini genoemd, dook onder in een kippenhok in Lemmer. Levie en Izak echter voelden niets voor een ondergronds bestaan en vluchtten het land uit. In november 1941 lukte het ze om in de Pyreneeën aan te komen. Daar werden ze, nog aan de Franse kant, opgepakt en in een concentratiekamp gestopt, waar ze in de bergen sleuven moesten graven. Na twee overplaatsingen kregen ze hulp van de Nederlandse vice-consul en konden ze naar een opvanghuis aan de grens met Frankrijk, in afwachting van uitreispapieren. Toen Izak echter hoorde van de steeds verslechterende situatie voor de Joden in Nederland, besloot hij terug te gaan om zijn verloofde en haar familie te redden.
In augustus 1942 kwam Izak met de trein weer terug in Nederland. Naast zijn verloofde nam hij nog een tiental mensen mee op zijn nieuwe vluchtpoging. Helaas liep het mis in Brussel, hij belandde daar in een razzia. Hij probeerde zijn verloofde in veiligheid te stellen door haar een portiek in te sleuren. Maar in de chaos had hij het verkeerde meisje meegetrokken. Hij zag zijn verloofde en haar familie nooit weer.
Het lukte Izak om wederom in Perpignan aan te komen, maar bij het passeren van de Spaanse grens werd hij opgepakt en zat zes maanden vast. Via Madrid kwam hij uiteindelijk in juni 1943 aan in Lissabon. Van daaruit vloog hij naar Engeland om bij de marine te dienen. Hij werd in de herfst van 1943 stoker 3e klas bij de Nederlandse Motor Torpedo Botenbrigade. Izak zou na de oorlog onderscheiden worden met het Kruis van Verdienste.
Levie kreeg in de zomer van 1942 een uitreisvisum voor Curaçao. Daarna kwam hij via Amerika in Canada terecht, waar hij een opleiding kreeg tot bommenlader bij de RAF. Ook Levie kreeg na de oorlog het Kruis van Verdienste.
Levie Cohen in dienst van de Nederlandse marine
Zowel Levie en Izak als hun zus Regina overleefden de oorlog. Hun groente- en fruithandel hadden Simon Cohen en zijn zonen Levie en Izak aan het begin van de oorlog door middel van een schijnconstructie overgedaan aan groentehandelaar Van den Dolder uit Enschede. En er was een beheerder, dhr. Olthof aangesteld. Dit hield maar even stand, de zaak werd in juni 1942 overgenomen door een ‘Verwalter’ (zaakwaarnemer). Dit was Johan Hoff, een handelaar in groente en fruit uit Rijswijk. Deze handelaar was, net als zijn zoon Arie, lid van de N.S.B.
Johan Hoff eiste de procuratie over het bedrijf en claimde f 250 kasgeld, 2 schrijfbureaus, stoelen, 3 weegschalen en een kast. De Joodse knecht werd ontslagen, hij dook onder. Hoff verzilverde ook een polis van Levie Cohen.
De dagelijkse leiding van de zaak droeg de Johan Hoff over aan zijn zoon Arie. Deze wilde met zijn vrouw het huis van de gebroeders Cohen aan de Leliestraat 36 in Hengelo, betrekken. Arie had echter buiten de beheerster van deze woning gerekend. Hij had haar gesommeerd het huis binnen drie dagen te verlaten, met achterlating van het meubilair. Toen hij na die drie dagen terugkwam, overdonderde ze hem met de mededeling dat ze een Duits-Arische vrouw was en niet van plan te vertrekken. Arie en zijn vrouw zijn toen maar in het verlaten huis van een Joodse onderwijzer getrokken, aan de Leliestraat 5 in Hengelo. De Rijswijkse Verwalter heeft minstens f 26.000 aan de zaak was onttrokken.
Na de oorlog keerden Levie en Izak Cohen terug in de zaak en voerden deze verder onder de naam Cobros.
Bronnen:
- 'Naar Engeland', Bijzondere oorlogsjaren van negen Hengeloërs. Dit boek is uitgegeven in het kader van 65 jaar bevrijding van Hengelo ( 3 april 1945) en op 5 mei 2010 geschonken aan de Engelse bevrijders en hun nabestaanden. De publicatie kwam tot stand door samenwerking tussen het Historische Museum Hengel en het Gemeentearchief Hengelo.
ISBN 978-90-73850-18-7 De uitgave is van Stichting Oald Hengel. In dit boek is een hoofdstuk besteed aan de twee Hengelose broers Cohen.
- Nationaal Archief