Sera Jeannette van Rhijn-van Gich

Sera Jeannette van Gich werd geboren in Rotterdam op 25 juni 1898. Ze had een tweelingzus Sophia. Haar ouders waren Abraham van Gich (1866-1943) en Helena van Gich-Wessels (1874-1943). Sera’s ouders stierven in Sobibor, haar zus Sophia in Bergen-Belsen, de man en zoon van Sophia overleden in 1945 in Midden-Europa. Sera woonde tot haar huwelijk in 1931 op de Lieve Verschuierstraat 5b in Rotterdam.

Sera Jeannette van Rhijn-van Gich

Voornaam
Sera Jeannette
Achternaam
van Rhijn-van Gich
Geboortedatum
25 juni 1898
Geboorteplaats
Rotterdam
Sterfdatum
19 februari 1943
Sterfplaats
Auschwitz

Sera trouwde op 21 oktober 1931 met Meijer Emanuel van Rhijn (1896) uit Assen. Het echtpaar ging wonen op de Javastraat 43 in Assen. Meijer was weduwnaar, zijn eerste vrouw Mina van Rhijn-Zaligman overleed op 15 februari 1930. Meijer had al twee dochters: Eva Rika (1924) en Rika Henriëtte (1927).
Sera en Meijer kregen samen nog drie dochters: Helena Ida (1934) en de tweeling Henriëtte Sophie en Belia Jeannette (1937).
Tussen de geboorte van hun dochters in werd in 1936 hun zoon Abraham geboren. Het jongetje leefde maar twee dagen.

Meijers beroep was bakker, net als zijn vader Abraham. Hun bakkerij aan de Brinkstraat 21 (nu 79) in Assen floreerde. De gehele week, maar zeker op zondag, trok men veel klandizie. Bekend waren de bolussen van het bedrijf, met gember of spijs. Daarnaast werd het brood met een handkar rondgebracht.

In 1935 trad de inmiddels 67-jarige Abraham uit het bedrijf. Blijkbaar was de overname geen succes, want in 1938 nam Abraham de zaak weer over. Hoe Meijer in die tijd de kost verdiende is niet bekend. Het valt aan te nemen dat Abraham de bakkerij na 1938 tezamen met zijn zoon Meijer voerde.

Sera en Meijer kregen samen nog drie dochters

De maatregelen van de bezetter tegen de Joden begonnen in 1941 en werden in de loop van 1942 steeds uitgebreider. Vanaf 12 februari 1942 is het gezin van Rhijn-van Gich ingeschreven bij de ouders van Meijer, Abraham en Eva van Rhijn-de Groot op de Brinkstraat 21. En op 19 juli 1942 moest Meijer zich melden voor het werkkamp in Orvelte. Hij was een van de 29 Assenaren die waren opgeroepen.

Tijdens de grote razzia van Assen, in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werd het grootste deel van de Joden in Assen opgehaald door Duitse vrachtwagens en naar kamp Westerbork vervoerd. Onder hen het gezin van Meijer van Rhijn en zijn ouders Abraham en Eva van Rhijn-de Groot.

Monument Noordersingelschool te Assen

Op diezelfde dagen werden ook de Joodse werkkampen ontruimd en is Meijer waarschijnlijk vanuit het werkkamp in Orvelte in kamp Westerbork terechtkomen.
Sera en haar dochters verbleven eerst in barak 55, vanaf november in barak 40. Meijer was in eerste instantie in barak 59 geplaatst en in november in barak 55.

Sera, Meijer, hun vijf dochters en Meijers ouders bleven ongeveer 4 maanden in Westerbork. Abraham lag enige tijd in het ziekenhuis, wellicht was dat de reden voor het langere verblijf van de familie in het kamp.

Op 16 februari 1943 werden Meijer, Sera en hun kinderen op transport gesteld naar Auschwitz. Ook de ouders van Meijer, Abraham en Eva moesten op hetzelfde transport, evenals Meijers tante en oom Henriëtte Stern-van Rhijn en haar man Aron Stern. Dochter Rika en schoonvader Abraham waren allebei de volgende dag, in de trein, jarig. Rika werd 16 jaar, Abraham 75. De hele familie werd op 19 februari 1943 vermoord.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.