Samuel van Hoorn werd op 16 juli 1942 met het tweede transport vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd, het eerste was de dag ervoor vertrokken. Samuel heeft nog bijna een maand dwangarbeid moeten verrichten in het kamp.
Foto links: monument in 't Zandt met de namen van de oorlogsslachtoffers
Samuel van Hoorn
- Voornaam
- Samuel
- Achternaam
- van Hoorn
- Geboortedatum
- 01 januari 1889
- Geboorteplaats
- 't Zandt
- Sterfdatum
- 10 augustus 1942
- Sterfplaats
- Auschwitz
Samuel (Sam) van Hoorn werd geboren in ’t Zandt, in Noord-Oost Groningen, als jongste kind van Manuel (genoemd Emanuel) van Hoorn (’t Zandt, 21 januari 1851 – 8 augustus 1901) en Hendel (Hendeltje genoemd) Meijer (Finsterwolde, 29 februari 1852 – Sobibor, 20 maart 1943). Het echtpaar kreeg vijf kinderen van wie slechts een de oorlog zou overleven (*1). De vader van Manuel van Hoorn was Jakob Levi van Hoorn, geboren in Baflo in 1811. Hij had zich als slager gevestigd in ’t Zandt en kreeg met zijn vrouw Grietje Goudsmit, geboren in Termunten in 1819, elf kinderen, op de oudste na allemaal geboren in ’t Zandt. Velen van hen bleven in ’t Zandt wonen. (Zie voor uitgebreide informatie over deze familie in G. Snaak en B. van Dam, Namen in Steen. De oorlogsslachtoffers van de gemeente ’t Zandt.)
Geboorteakte Samuel van Hoorn. (allegroningers.nl)
Nieuwe Provinciale Groninger Courant 8 januari 1889. Deze zoon is Samuel.
Manuel van Hoorn had vanaf 1851 een slagerij in ’t Zandt. Tussen 1880 en 1883 werkte hij als slager in Godlinze, maar daarna weer in ’t Zandt waar hij een woning kocht aan de Hoofdstraat. In 1901 overleed hij, en werd zijn slagersbedrijf voortgezet onder de naam Wed. van Hoorn en Zonen. Die zonen waren waarschijnlijk Abraham en Jacob, want Samuel was nog maar 12 jaar toen zijn vader overleed.
Nieuwsblad van het Noorden, 11 augustus 1901
Later stonden de broers Jacob en Samuel bij de Kamer van Koophandel ingeschreven onder de bedrijfsnaam Firma Gebroeders J. en S. van Hoorn, waarschijnlijk vanaf 1919, toen Abraham kwam te overlijden.
Nieuwsblad van het Noorden, 26 juni 1919
In deze advertentie werd de verloofde van Samuel van Hoorn nog niet bij naam genoemd, maar het betrof Rachel Benninga, die zich ook wel Recjel noemde, of Racheltje:
Over de werkzaamheden binnen het bedrijf van Jacob en Samuel wordt vermeld: Rund-, varkens- en schapenslagerij en veehandel. De globale rolverdeling tussen de beide broers was: Samuel slachtte en Jacob was verantwoordelijk voor de handel.
De gebroeders woonden met hun moeder op het adres ’t Zandt A 208, het pand dat Manuel had gekocht aan wat nu de Hoofdstraat heet.
Rond 1910, rechts de woning van Hendeltje en haar zonen. De rechter persoon op de foto is Sam van Hoorn.
(Foto en info uit: G. Snaak en B. van Dam Namen in Steen, de oorlogsslachtoffers van de gemeente ’t Zandt.)
Op 20 augustus 1919 trouwde Samuel in Eenrum met Rachel Benninga (Eenrum, 13 januari 1888 – Delfzijl, 27 augustus 1967). Zij was het op een na jongste kind van de zeven kinderen van Jakob Benninga (Pieterburen, 15 juni 1843 – Eenrum, 11 februari 1894) en Kaatje Israëls (Visvliet, 30 januari 1854 – Sobibor, 20 maart 1943). Vier van de kinderen zouden de oorlog niet overleven, één stierf als baby. (*2). Jakob Benninga was ook slager.
Geboorteakte Rachel Benninga (Allegroningers.nl)
Huwelijksakte Samuel en Rachel, Eenrum 20 augustus 1919 (Allegroningers.nl )
Getuigen bij het huwelijk waren Mozes en Simon Benninga, broers van Rachel, beiden veehandelaar.
Toen Samuels broer Jacob in 1923 trouwde verliet hij het huis van zijn moeder, en ging een eindje verderop in het dorp wonen. Samuel en Rachel bleven bij Samuels moeder inwonen.
Op 22 mei 1920 werd hun dochter geboren, Henderika, die Rika werd genoemd.
Geboorteakte Henderika van Hoorn, gemeente ’t Zandt 22 mei 1920 (allegroningers.nl)
Hendeltje was te oud om onder te duiken. "laat mij hier maar zitten", had ze Rika nog toevertrouwd.
Rika groeide op in ’t Zandt. Ze ging naar de Openbare Lagere School, waar ze een goede leerling was. Na de Lagere School ging ze naar de Rijks HBS in Appingedam.
Toen in 1941 op last van de bezetter Joden niet meer mochten werken, kwam het slagersbedrijf van Jacob en Samuel stil te liggen. Jacob werd gekeurd om naar een werkkamp te gaan, waarschijnlijk kamp Geesbrug in Drenthe, en later De Wittebrink bij Hummelo in Gelderland. Hij vertrok uit ’t Zandt op 10 juli 1942. Op diezelfde dag vertrokken Samuel, Eduard en Levi van Hoorn, neven van elkaar, na een oproep naar Westerbork. Jacob kwam daar op 2 of 3 oktober ook, toen alle werkkampen werden ontruimd en de Joodse gevangenen naar Westerbork werden gebracht. Hij bleef nog twee weken in Westerbork en werd met het transport van 19 oktober 1942 naar Auschwitz gedeporteerd, waar hij op 22 oktober 1942 werd vermoord. Jacob van Hoorn werd 58 jaar.
Samuel was al eerder op transport naar Auschwitz gesteld; op 16 juli 1942 werd hij met het tweede transport vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd, het eerste was de dag ervoor vertrokken. Samuel heeft nog bijna een maand dwangarbeid moeten verrichten in het kamp; op 10 augustus 1942 werd hij vermoord. Samuel van Hoorn werd 53 jaar.
Rika had in 1942 een vriend, Jakob (Jaap) Oudgenoeg, die op 2 juni 1918 was geboren in Weiwerd, bij Delfzijl. Zijn ouders, Markus Oudgenoeg (Midwolda, 5 augustus 1882 – Sobibor, 2 april 1943) en Frouktje Oudgenoeg – Cohen van den Berg (Weiwerd, 12 januari 1886 – Sobibor, 2 april 1943), hadden in Weiwerd een manufacturenzaak. Jaap werd door zijn vader al op jonge leeftijd voorbereid om binnen een bepaalde klantenkring zijn waren aan de man te brengen. Een van die vaste klanten was Willem Lesman uit Meedhuizen. Zijn vrouw, Heika Kamphuis, had Jaap op een van zijn bezoeken al toegezegd dat hij eventueel bij hen zou kunnen onderduiken, mocht dat nodig worden.
Op 11 maart 1942 moesten alle Joden uit Delfzijl zich melden op het station om naar Amsterdam te gaan. Delfzijl met zijn haven was in de ogen van de bezetter een plaats van waaruit mensen vrij gemakkelijk konden vluchten, en daarom werden Joden uit dergelijke plaatsen in Nederland gedwongen om naar Amsterdam te verhuizen. De ouders van Jaap hoorden bij dit transport, maar Jaap had vroegtijdig maatregelen genomen, en zat al op het onderduikadres in Meedhuizen. Marcus Oudgenoeg en Fouktje Cohen van den Berg werden op 30 maart 1943 vanuit Westerbork naar Sobibor gedeporteerd en daar op 2 april 1943 vermoord. Vier van hun zeven kinderen zouden de oorlog niet overleven (*3).
Het moet in het najaar van 1942 zijn geweest dat Jaap zijn onderduikgevers vroeg of zijn vriendin Rika en haar moeder ook bij hen zouden kunnen onderduiken. Zij stemden daarin toe. Op dat moment zaten er bij de familie Lesman al zes onderduikers. Jaap regelde met de Lesmans hoe Rika en haar moeder in Meedhuizen moesten komen. Oma Hendeltje moest achterblijven in ’t Zandt; zij was te oud om te fietsen, want zo zouden Rika en Rachel vertrekken, op de fiets. Ritzo, de 24-jarige zoon van de Lesmans, haalde ze uit ’t Zandt, ’s avonds toen het donker was. Met de koffers op de bagagedragers, vertrokken ze en op de vraag waar ze naartoe gingen, antwoordde Ritzo “Dat zie je wel als we der zijn”, en dan in het Gronings. Halverwege belandde Rachel met fiets en al in een sloot, in het donker was ze van de weg geraakt. Totaal ontredderd vervolgde ze de tocht op de bagagedrager van Rika, en Ritzo nam de fiets van Rachel “ter hand” en zo kwamen ze aan in Meedhuizen.
Bij Lesman golden strenge regels voor de onderduikers. Overdag mochten ze niet naar buiten en ’s nachts mochten ze luchten bij de dijk langs het Afweteringskanaal. Overdag stond er altijd iemand op de uitkijk. De tamme kraai van de familie begon te kraaien als er iemand het erf op kwam. In het voorjaar van 1943 ging er een gerucht rond in de omgeving dat er bij Lesman onderduikers zaten. Ze besloten om tijdelijk een ander adres te vinden, en wel bij de dochter van de Lesmans, Jantje Lesman, die was getrouwd met Jan Deinema. De broer van Jaap zat daar al ondergedoken, Izaäk (Ies). Na een maand gingen Jaap, Rika en Rachel terug naar de familie Lesman, waar ze bleven tot de bevrijding. Jaap ging in 1945 terug naar Weiwerd om de zaak van zijn vader weer op te bouwen. Rika en Rachel keerden terug naar ’t Zandt.
Hendeltje was daar niet meer. Bijna 65 jaar had ze in ’t Zandt gewoond, en daar heel veel meegemaakt. De vroege dood van haar man, waardoor ze met vijf ongehuwde kinderen achterbleef, het verlies van haar zoon Abraham die zo jong stierf, en het vertrek uit het dorp van haar dochters die door huwelijk ergens anders gingen wonen. Hendeltje Meijer was de laatste van alle Joden die het dorp ’t Zandt verliet. Haar zoons Jacob en Samuel waren al weg, haar schoondochter en kleindochter, Rachel en Rika, waren ondergedoken. Zij was te oud om met ze mee te gaan; laat mij hier maar zitten, had ze Rika nog toevertrouwd. Op 6 maart 1943 kwam Hendeltje aan in Westerbork. Haar kleindochter Betsy van Hoorn, de dochter van haar zoon Jacob, die al in Westerbork was, schreef in een brief aan de familie Medema in ’t Zandt
….. nu is oma hier ook al, wat verschrikkelijk voor haar he? Ik heb haar nog niet gesproken, enkel op een brancard gezien, toen ze haar van de trein naar het ziekenhuis brachten. Vanmiddag ga ik naar ze toe. Ze zag er best uit vond ik. Dinsdag zal ze wel doorgaan, er is niets aan te doen.
Betsy kreeg gelijk: op dinsdag 17 maart 1943 werd Hendeltje opgehaald uit de ziekenbarak in Westerbork en naar de trein gebracht. Haar zuster Helena, die naast haar in het ziekenhuis had gelegen, zat ook op dit transport. De zusters werden samen met 964 andere gevangenen naar Sobibor gedeporteerd, waar ze bij aankomst op 20 maart 1943 werden vermoord. Hendeltje van Hoorn – Meijer werd 91 jaar.
Hendeltje van Hoorn - Meijer met haar dochters Rosette Poons- van Hoorn, rechts, en Grietje Bamberg - van Hoorn, 1940 (collectie JCK)
De moeder van Rachel, Kaatje Benninga – Israëls, die al bijna 50 jaar weduwe was, werd ook met het transport van 17 maart 1973 vanuit Westerbork naar Sobibor gedeporteerd en ook zij werd daar op 20 maart 1943 vermoord. Zij was samen met haar kleindochter Kaatje Levitus – Israëls, de dochter van haar dochter Lea, en haar achterkleinkind Johanna Lea, *2. Kaatje Benninga – Israëls werd 89 jaar.
Kaatje Benninga- Israëls samen met haar kleindochter
Zoetine (Tineke) Cohen – Benninga, rond 1940. (Joodsmonument.nl)
Op 14 februari 1946 trouwden Rika van Hoorn en Jaap Oudgenoeg in ’t Zandt.
Huwelijksakte Henderika en Jakob Oudgenoeg, ’t Zandt 14 februari 1946. Van de ouders was alleen Rachel erbij. Over Samuel van Hoorn, en over de ouders van Jaap Oudgenoeg was toen nog niet bekend wat er met ze was gebeurd. Als getuige trad op Willem Medendorp. Hij werkte bij de Boerenleenbank in ’t Zandt en kende de familie van Hoorn, die hun spaargelden bij de bank hadden ondergebracht, goed. Hij stuurde pakketjes naar Westerbork om van Hoorn familieleden te helpen. De andere getuige is Willem Lesman, de man bij wie Rachel, Rika en Jaap waren ondergedoken. In 1983 kregen Willem en Heika Lesman en hun zoon Ritzo op voordracht van Jaap Oudgenoeg postuum de Yad vaShem onderscheiding als Rechtvaardigen onder de Volkeren, voor hun hulp aan de Joodse onderduikers.
Zomer 1945. Voor de woning van Rachel van Hoorn in ’t Zandt. Achter vlnr Willem Lesman, Rachel Benninga, Heika Lesman – Kamphuis, Fennie Battjes (de vrouw van Ritzo Lesman), Ritzo Lesman. Gehurkt Rika van Hoorn en Jaap Oudgenoeg. (foto en info over de onderduik bij Lesman uit: G. Snaak en B. van Dam, Namen in Steen).
In 1946 werd de woning in ’t Zandt verkocht aan slager Luurd Huisman. Hij was voor de oorlog al slagersknecht bij Samuel en Jacob. Na zijn overlijden heeft de vrouw van Huisman nog jaren de verkoop van allerlei vleesproducten voorgezet.
Rika en Jaap Oudgenoeg verhuisden na hun huwelijk naar Weiwerd, en Rachel trok bij hen in. Tot haar overlijden op 27 augustus 1969 woonde ze bij Jaap en Rika.
Rachel van Hoorn-Benninga
Rika overleed op 14 november 1995 in Roden op 75-jarige leeftijd. Jaap stierf op 87-jarige leeftijd in Paterswolde, in 2006.
Onthulling van het monument ter herinnering aan de oorlogsslachtoffers van ’ t Zandt, op 3 mei 1952
bij de kerk in ’t Zand. Rechts Rika van Hoorn (deverhalenvangroningen.nl)
Op de linkerkant van het monument staan de namen van de Joodse oorlogsslachtoffers uit ’t Zandt, dertien in getal.
Zij waren allen leden van de familie van Hoorn. Hendeltje en Samuel staan onderaan.
* 1: broers en zusters van Samuel van Hoorn:
• Grietje (’t Zandt 29/7/1879 – Den Haag 2/3/1959) X Jacob Bamberg (Midwolda 23/3/1880 – Den Haag 27/10/1965)
Anna Hendelina (Scheemda 2/9/1911 - ?) X Francois Jacob Diedrich Boers (Luik 26/1/1914 – Nieuwegein 12/8/1987)
Emanuel (Eexta 22/10/1912 - ?) X Arnolda Johanna Noordermeer (1903 -?)
• Abraham (Bierum 12/2/1881 – Groningen 23/6/1919) X Betje Samuel (Wierden 12/2/1884 – Rijssen 26/12/1945)
Clara (’t Zandt 10/4/1915 – Los Gatos (CA) 4/3/1889) X Benjamin Querido (Rotterdam 6/5/1901 – Los Angeles 12/1/1964). Clara was voor de oorlog getrouwd met Leonard de Leeuw (Mauthausen 13/7/1942) en had met hem een dochter Ali (1939), die de oorlog overleefde. Met Querido kreeg ze een zoon Jakob (1948) In 1958 verhuisden ze naar California.
Emanuel (’t Zandt 18/4/1918 – Rijssen 9/11/1979) X Esther van Zuiden (Enschede 9/4/1928 - ?)
• Rosette (’t Zandt 22/1/1883 – Auschwitz 19/10/1942) X Meijer Poons (Den Haag 5/4/1884 – Auschwitz 19/10/1942)
Samuel Emanuel (Max) (Capelle ad Ijssel 17/6/1909 – Auschwitz 31/1/1943) X Margareta Franken (Essen 9/8/1915 – Auschwitz 12/10/1942)
Max (Den Haag 8/5/1939 – Auschwitz 12/10/1942)
Celine (Lineke) (Den Haag 29/12/1940 – Auschwitz 12/10/1942)
Henderika (Hennie) (Capelle ad IJssel 14/5/1912 – Arnhem 2002) X Louis Hecht (1913 – 1980)
Rosette Poons - van Hoorn met haar kinderen Max (Samuel Emanuel) en Henderika (Hennie), circa 1920 (JCK)
Max Poons met Celine (Lineke) en Max (Micky), 1941
1941 Max Poons, Greet Franken, Mickey en Lineke (JCK)
• Jacob (’t Zandt 28/4/1884 – Auschwitz 22/10/1942) X Johanna Bertha Braaf (Vlagtwedde 2/12/1889 – ’t Zandt 17/11/1942)
Henriette Betje (’t Zandt 23/4/1924 – Sobibor 21/5/1943)
Betsy Stienie (’t Zandt 25/5/1927 – Sobibor 21/5/1943)
De meisjes van Hoorn. Van hen zijn brieven en kaarten bewaard gebleven die ze schreven vanuit Westerbork.
* 2: Broers en zusters van Rachel Benninga:
• Lea (Eenrum 3/4/1879 – Auschwitz 23/11/1942) X 1. Simon Freek Israëls (Leek 9/6/1849 – Groningen 4/7/1923) 2. Israël van Haren (Middelstum 27/71875 – Auschwitz 26/11/1942)
Schoontje Israëls (Leek 3/7/1900 – Auschwitz 12/10/1942) X Mozes Dalsheim (Pekela 2/8/1895 – na 1945)
Kaatje Israëls (Leek 20/6/1901 – Sobibor 20/3/1943) X Hartog Levitus (Groningen 9/3/1899 – kamp Neukirch 30/1/1943)
Johanna Lea (Groningen 3/9/1933 – Sobibor 20/3/1943)
• Mozes (Eenrum 4/5/1881 – Auschwitz 23/11/1943) X Kornelia van Geuns (Ulrum 24/12/1872 – Eenrum 18/6/1939)
Jakob (Eenrum 14/11/1906 – Eindhoven 2004) X Zjudie Benninga (Deventer 28/9/1912 – Eindhoven 14/1/1998)
• Rachel (Eenrum 16/10/1882 – 18/3/1883)
• Simon (Eenrum 23/9/1883 – Auschwitz 12/10/1942) X Sophia Zadoks (Kloosterveen 31/7/1890 – Auschwitz 12/10/1942)
Jakob (Eenrum 15/6/1917 – Auschwitz 31/1/1943)
Zoetine Kaatje (Eenrum 7/7/1920 – Auschwitz 12/10/1942) X Louis Cohen (Groningen 6/8/1918 – Auschwitz 31/1/1943)
• Sander (Eenrum 30/11/1885 – Utrecht 28/6/1949) X Bertha Zadoks (Kloosterveen 22/7/1882 – Utrecht 19/5/1957)
Caatje (Deventer 14/11/1909 – Nieuwegein 27/11/1988) X Joseph de Leeuw (Winterswijk 13/4/1913 – Amersfoort 5/5/2001)
Max (Utrecht 1936- 2009)
Simon (Deventer 29/1/1911 – Apeldoorn 21/4/1919)
Zjudie (Deventer 28/9/1912 – Eindhoven 14/1/1998) X Jakob Benninga (Eenrum 14/11/1906 – Eindhoven 2004) Zij waren neef en nicht
Jacob (Jaap) (Deventer 8/10/1917 – Den Haag 19/4/2002) X Meta Koppens (St. Oedenrode 1922 – Amsterdam 2019)
Lena (Deventer 29/6/1919 – Amersfoort 3/12/1997) X Louis Salomon de Winter (Amersfoort 1918 – 1996)
• Noach (Eenrum 2/2/1889 – Mauthausen 23/10/1942) X Jacoba van Dam (Warffum 26/6/1898 – Auschwitz 28/9/1942)
Kaatje (Eenrum 9/5/1926 – Auschwitz 28/9/1942)
Philippus (Warffum 11/2/1932 – Auschwitz 28/9/1942)
*3: Broers en zusters van Jacob Oudgenoeg:
• Frouke (Delfzijl 20/5/1908 – Auschwitz 12/10/1942 X Abraham van Coevorden (Groningen 30/10/1906 – Auschwitz 31/1/1943)
Hinderina (Delfzijl 12/1/1932 – Auschwitz 12/10/1942)
• Arent (Delfzijl 13/11/1909 – Auschwitz 30/9/1943) X Johanna Sophia Carolina Frenkel (Winschoten 25/5/1910 – Auschwitz 2/11/1942)
Markus (Delfzijl 1/4/1934 – Auschwitz 2/11/1942)
Henderika (Delfzijl 8/7/1936 – Auschwitz 2/11/1942)
Frouktje (Delfzijl 15/9/1940 – Auschwitz 2/11/1942)
• Mietje (Delfzijl 24/6/1912 – Sobibor 2/7/1943) X Meijer Alter (Den Haag 23/3/1903 – Sobibor 9/7/1943)
David (Den Haag 15/12/1939 – Sobibor 2/7/1943)
• Evaline (Delfzijl 5/2/1916 – 27/4/1918)
• Izaäk (Delfzijl 4/5/1920 – Amsterdam 27/5/1980)
• Evaline (Delfzijl 9/9/1922 – Auschwitz 19/10/1942) X Elias den Hartog (Sliedrecht 9/2/1913 – Blachownia, Polen 20/1/1945)