Salomon (Sallo) Meijer

Salomon (Sallo) Meijer werd geboren op 21 juli 1926 in Gieten. Zijn ouders waren Mendel Meijer en Jeanette Gottfriedt. Mendel (Mennie) Meijer werd op 25 oktober 1895 geboren te Onstwedde. Jeanette Gottfriedt werd op 6 december 1892, ook in Onstwedde geboren. Ze trouwden op 19 november 1919 en kregen 3 kinderen. Jozef (Jo) was de oudste zoon geboren op 11 oktober 1920. Salomon werd daarna geboren. De jongste dochter was Sara Johanna en zij werd geboren op 3 september 1927.

Familie Meijer, Gieten

Salomon (Sallo) Meijer

Voornaam
Salomon (Sallo)
Achternaam
Meijer
Geboortedatum
21 juli 1926
Geboorteplaats
Gieten
Sterfdatum
26 september 1942
Sterfplaats
Auschwitz

Het gezin woonde tot het moment dat ze werden opgepakt in Gieten op het adres Bonnen 8. Mennie, van oorsprong veehandelaar, en Jeannette kochten in 1926 de winkel in manufacturen, confectie en sportkleding van Jeannettes oom Bernard en tante Johanna. De ongetrouwde oom en tante woonden in bij de familie (tante Johanna overleed in 1939), net als kostganger Izaäk de Bruin, gemeentelijk vleeskeurmeester bij exportslachterij Udema (tot 1995 de grootste werkgever in Gieten).
De kinderen bezochten eerst de Bonnerschool en daarna de Rijks HBS aan de Beilerstraat in Assen (nu: het pand van RTV Drenthe).

De winkel van familie Meijer in Gieten

Sport speelde een grote rol in het leven van de familie Meijer. Zo was Mennie in 1935 betrokken bij de bouw van zwembad het Zwanemeer, Jo was er later badmeester en samen waren ze vanaf het eerste uur lid van Zwemclub Zwanemeer Gieten (ZZG), dat, net als het zwembad, nog altijd bestaat. Als voetbaltrainer werd Mennie in 1935 kampioen van de derde klasse met vv GKC 1 (Gasselte-Kostvlies Combinatie). Ook was hij bestuurslid van de KNVB, afdeling Drenthe.

Sallo en zijn vader in het zwembad

1936. Zwembad Zwanemeer

1940. Zwembad Zwanemeer. Sallo rechtsonder, Sara staand, 3e van rechts, Jo staand, 4e van links

Sallo is zeer waarschijnlijk het slachtoffer geworden van medische experimenten in Auschwitz.

Toen de oorlog uitbrak waren er al snel veel veranderingen voor dit Joodse gezin. Er kwam in 1941 een eind aan de betrokkenheid van de familie Meijer bij de sport. Mennie en Jo werden vertegenwoordigers van de Joodse Raad, afdeling Assen. Begin 1942 moest het gezin afscheid nemen van het niet-Joodse dienstmeisje dat, in haar eigen huis, de was voor de familie bleef doen. In augustus 1942 werd de winkel van de familie Meijer geliquideerd. Het zwembad bezoeken werd verboden voor Joden, een maatregel die de familie Meijer zwaar moet zijn gevallen.

In de zomer van 1942 volgden de eerste oproepen voor tewerkstelling. Sallo en zijn broer Jo werden naar het werkkamp Linde, bij Zuidwolde in het zuiden van Drenthe, gestuurd. Van daaruit schreef Sallo een kort bericht aan z’n ouders om ze gerust te stellen.

De broers zijn er maar één nacht geweest, want de volgende dag gingen ze met een groep mannen door naar kamp Westerbork waar ze op 18 augustus 1942 aankwamen. Ook in Westerbork waren de broers echter maar kort want op 24 augustus vertrokken ze met een transport naar Auschwitz. Op de transportlijst staat als opmerking dat de broers zich vrijwillig hebben aangemeld voor dit transport. Reden daarvoor is niet bekend, maar het kan zijn dat er bekenden of familieleden op de transportlijst stonden en dat ze samen wilden blijven.

Volgens het archief in Auschwitz is Jo al op 1 september 1942 omgekomen in Auschwitz. Sallo is zeer waarschijnlijk het slachtoffer geworden van medische experimenten in Auschwitz. Door dokter Kremer, die kort daarvoor als arts was benoemd in Auschwitz en die betrokken was bij vele medische experimenten in het vernietigingskamp, werd zijn overlijden gemeld op 26 september 1942. Sallo zou die dag volgens opgave van dr. Kremer om 22:40 uur zijn overleden als gevolg van een hartstilstand.
De rest van het gezin werd in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 gearresteerd. Mendel Meijer, overleefde als enige van het gezin de oorlog en verklaarde na de oorlog dat Hendrik Cool, de NSB-burgemeester van Gieten, persoonlijk bij hun arrestatie betrokken was. In het weekend dat hij met zijn gezin aankwam in kamp Westerbork barstte het kamp vanwege de enorme toestroom van nieuwe gevangenen uit z’n voegen. De meesten verbleven er maar kort. Mendel, Jeanette, Sara, oom Bernhard en kostganger Ies de Bruin werden de maandag na aankomst, 5 oktober, op transport gesteld naar Auschwitz. Mendel werd in Cosel uit de trein gehaald en overleefde ternauwernood een tocht langs verschillende kampen. Hij werd in Blechhammer bevrijd. Zijn vrouw en dochter en oom Bernhard werden bij aankomst in Auschwitz vermoord. Ies de Bruin kwam om in Auschwitz in 1944.

Mendel keerde via Odessa en Marseille uiteindelijk terug in Gieten, maar was geestelijk en lichamelijk niet meer in staat om zijn oude leven weer op te pakken. Hij hertrouwde en ging in Groningen wonen waar hij in 1976 overleed. Na zijn overlijden richtte zijn tweede vrouw een stichting op met zijn naam met als doel financiële ondersteuning van minder vermogende studenten in Israël.

De namen van Sallo en zijn familieleden staan op de gedenksteen voor het oude gemeentehuis te Gieten.

Ook staan de namen van Jo, Sallo en Sara op een gedenkplaquette in de voormalige RHBS te Assen.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.