Salomon Levie werd geboren op 6 mei 1893 in Meppel. Salomon is getrouwd met Sara Davidson. Zij werden de ouders van vier kinderen; drie meisjes en een jongen. De oudste twee meisjes (Grietje en Sientje) waren naaister. De verdiensten van de meisjes waren hard nodig om het gezin draaiende te kunnen houden. Salomon Levie is altijd marktkoopman in garnituren geweest. Het gezin Levie met de oudste twee kinderen woonde eerst in Meppel. Daarna zijn ze in 1926 naar Zwolle verhuisd, naar de Papenstraat, waar nog twee kinderen zijn geboren.
Salomon Levie
- Voornaam
- Salomon
- Achternaam
- Levie
- Geboortedatum
- 06 mei 1893
- Geboorteplaats
- Meppel
- Sterfdatum
- 31 januari 1943
- Sterfplaats
- Auschwitz
Toen er enkele jaren geleden struikelstenen voor hem en zijn familieleden werden gelegd, kon een oud buurmeisje zich Salomon Levie nog goed herinneren: hij stond op de markt met goedkoop speelgoed uit Japan. Kisten vol prullaria stortte hij iedere vrijdag uit over de allergrootste kraam van de markt. De spullen lagen zo hoog opgestapeld dat kinderen er niet overheen konden kijken; je moest goed zoeken om tussen de spullen iets van je gading op te vissen.
Achter de kraam rende Salomon Levie druk heen en weer. Hij kwam ogen te kort om de opgeschoten jongelui, vaak boerenjongens met watervlugge vingers, in de gaten te houden. Soms schoot hij een balletje aan een elastiekje af op al te gretige kinderhanden of pakte hij een vliegenmepper. Ondertussen kwam steeds zijn roep: “Een tuppeltie wat je eruit zoekt!” De dubbeltjes kreeg hij binnen via een grote soeplepel bevestigd op een lange smalle plank, die hij aan de klant toestak. Vaak werd hij geholpen door zijn vrouw of een van de kinderen. Vader Levie was een kleine, drukke man met een paars-rood gezicht. Zijn broekspijpen waren te kort, zodat behalve zijn hoge schoenen met opwippende neuzen zijn sokken te zien waren, en altijd droeg hij een kleine hoed met smalle randen, vast op zijn kleine ronde hoofd gedrukt.
Achter de kraam rende Salomon Levie druk heen en weer. Hij kwam ogen te kort om de opgeschoten jongelui, vaak boerenjongens met watervlugge vingers, in de gaten te houden.
Dat Salomon Levie door het marktverbod voor Joden geen inkomen meer had, drong niet tot de kinderen door. De ramen van de Papenstraat 5 waren beplakt met fantasiepapier. De familie Levie kwam bijna niet meer op straat en niet-Joden mochten niet op bezoek bij Joden. Ze leefden steeds meer in isolement.
De schoolgaande kinderen moesten naar een andere school, de Joodse school in de Voorstraat. De werkeloos gemaakte joodse mannen werden opgeroepen om graafwerk te verrichten in de omgeving Ze verbleven in een werkkamp en sliepen niet meer thuis. Geregeld zagen ze Sientje 's morgens op weg gaan om haar vader, die in Dalfsen tewerkgesteld was, iets lekkers te brengen. Ze moest lopen, want Joden konden alleen met een Ausweis met de trein of bus reizen. Hun fietsen hadden ze al lang daarvoor moeten inleveren, evenals de radio.
Wanneer Salomon naar Westerbork is gegaan is niet bekend. Wel de dag dat hij er vertrok. Met het transport van 9 oktober 1942 moest Salomon naar Auschwitz. Na aankomst werd hij geselecteerd om te werken.
Wanneer hij er precies omkwam is niet bekend. Zijn sterfdatum werd na de oorlog vastgelegd: 31 januari 1943, Auschwitz
Bron : Sippora Stibbe (oud buurmeisje) bij het leggen van de struikelstenen voor de familie.