Salomon en Anneliese Kottek

Toen de oorlog was uitgebroken en Joden een ster moesten dragen, weigerde Salomon dat te doen, tot het te gevaarlijk werd om zonder ster de straat op te gaan. Hij was een trotse man, die ook niet wilde onderduiken.

 

Foto links: Vanaf links Anneliese, Ruth en Salomon Kottek met hun buren. (https://spurenimvest.de/2024/01/10/kottek-ruth/)

Salomon en Anneliese Kottek

Voornaam
Salomon
Achternaam
Kottek
Geboortedatum
23 juni 1894
Geboorteplaats
Bad Homburg
Sterfdatum
30 mei 1945
Sterfplaats
Tröbitz

Voor dit portret is gebruik gemaakt van het boek 'Van kwaad tot onvoorstelbaar erger’, door Wil Legemaat, Haren, 2010, en het verhaal van Gonny Raat - Zeller, opgetekend in oldgo.nl en deverhalenvangroningen.nl.

Salomon Kottek werd geboren in Bad Homburg vor der Höhe op 23 juni 1894 als vijfde van de negen kinderen van Rabbi Samuel Hermann Kottek (Poznan, Polen, 19 november 1860 - Bad Homburg, 27 december 1912) en Rosa Sender (Biebrich, Wiesbaden, 22 januari 1860 - Bad Homburg, 11 november 1928). Salomons vader, die Heimann werd genoemd, was vanaf zijn 27ste rabbijn in Bad Homburg. Van de negen kinderen werden vier vermoord door de nazi’s, en was één al op jonge leeftijd overleden. (*1 voor broers en zusters van Salomon Kottek)

Salomon studeerde geneeskunde en werd huisarts in Bad Homburg von der Höhe. Die stad ligt ten noorden van Frankfurt en was, en is, een luxe kuuroord, met bronnen, spa's en casino’s. Op 2 februari 1932 trouwde Salomon met Anneliese Loeb in Den Haag, waar zij vandaan kwam. Zij was daar geboren op 4 juni 1909, dochter van Karl Loeb (Gelsenkirchen, 15 maart 1876 - Den Haag, 18 juli 1929) en Erna Rosenthal (Recklinghausen, 12 december 1884 - Den Haag, 3 december 1960). Anneliese had een oudere broer, Sally Frits Loeb. (*2 voor broer van Anneliese Loeb).

Op de plek van de voormalige Amerikaanse ambassade aan het Korte Voorhout in Den Haag stond vroeger het Hotel Paulez. Dit chique hotel werd in 1945 per vergissing door de geallieerde luchtmacht plat gebombardeerd. https://www.denhaag.wiki/cultuur/monumenten/hotel-paulez
Familiebericht. "Nieuw Israelietisch weekblad". Amsterdam, 15-01-1932, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 02-07-2025.

De ouders van Salomon en de vader van Anneliese waren ten tijde van het huwelijk in 1932 al overleden. Haar moeder was bij de ceremonie aanwezig. Als getuigen traden op Sally Frits Loeb, de broer van Anneliese, koopman in meubelen uit Den Haag, en Jeremias Elia Hillesum, een advocaat uit Amsterdam en de man van Sophie Kottek, de zus van Salomon.

Handtekeningen onder de huwelijksakte (haagsgemeentearchief.nl)

Familiebericht. "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 02-02-1932.

Salomon en Anneliese bleven in Bad Homburg wonen. Anneliese assisteerde Salomon in zijn artsenpraktijk. Op 22 februari 1933 werd in Bad Homburg hun dochter Ruth geboren.

Vanwege het toenemend antisemitisme in Duitsland besloten Salomon en Anneliese in 1937 naar Nederland te vluchten. Ze belandden eerst in Den Haag bij de familie van Anneliese. Salomon kon zich als arts niet vestigen in Nederland, omdat zijn diploma’s niet werden erkend. Na een paar maanden vertrokken ze uit Den Haag en verhuisden naar Haren, bij Groningen. Salomon ging aan de slag op het kantoor van de meubelzaak van zijn schoonfamilie, de Firma Winter in de Boteringestraat in Groningen, waar zijn zwager Frits Loeb de leiding had. Ze gingen wonen aan de Rijksstraatweg 20 in Haren. Ruth ging in Groningen naar de Muurstraat School, samen met Gonny Zeller, de dochter van een collega van Salomon bij de meubelzaak. Ruth heeft tot en met de tweede klas op die school gezeten.

Kleuterschool GSV (Groninger School Vereniging), de Muurstraatschool, in 1937.
Tweede rij derde van links: Ruth Kottek, vierde van links: Gonny Zeller (https://www.oldgo.nl/images/harener-historische-reeks/Ruth_Kottek.pdf)

1938 GSV Muurstraat : Ruth, met donkere vlechten, voor de meester (https://www.oldgo.nl/images/harener-historische-reeks/Ruth_Kottek.pdf)

Gonny en Ruth speelden graag met elkaar, en met Hansje Loos, dochter van Willy Loos, die van 1930 tot 1940 een sportzaak had in de Boteringestraat. Later werd Willy Loos een grote en bekende sportartikelenzaak elders in de stad, een begrip in Groningen.

De winkel van Willy Loos in de Oude Boteringestraat. (foto: Groningerarchieven, Reproductie prentbriefkaart
collectie Nagel) 
 https://hdl.handle.net/21.12105/6447a416-3079-0447-d8ff-fe1a714adfaf

De buren hoorden de 9-jarige Ruth langdurig en hartverscheurend huilen, en ze waren getuige van het vertrek van de familie.

Gonny herinnert zich dat ze vaak naar het huis van Ruth aan de Rijksstraatweg ging, want daar hadden ze een zandbak in de tuin.

Salomon Kottek was religieus: op sjabbat moest Gonny soms het licht aandoen, iets wat door Joden als werk wordt gezien, en werken is niet toegestaan op sjabbat volgens de Joodse wetten. Toen de oorlog was uitgebroken en Joden een ster moesten dragen, weigerde Salomon dat te doen, tot het te gevaarlijk werd om zonder ster de straat op te gaan. Hij was een trotse man, die ook niet wilde onderduiken. Aan de buren, de familie Ploeger, had Salomon vlak voor de oorlog verteld dat ze zich bij een eventuele Duitse inval wilden terugtrekken achter de Hollandse waterlinie. Daar zouden de Duitsers vast nooit komen. In mei 1940 bleek het niet mogelijk om zo’n verhuizing te realiseren. In de vroege herfst van 1941 werd het huis aan de Rijksstraatweg door de Duitsers gevorderd. Binnen 24 uur moest de woning worden ontruimd. De familie Kottek verhuisde naar het adres Emmalaan 22.

In de tuin van de familie Ploeger, Rijksstraatweg 20A. Vlnr Anneliese, Ruth, Salomon, Kees Ploeger en zijn moeder Margaretha. “ Op een smoorhete zondag 22 juni ‘41” (foto: Wil Legemaat, Van kwaad tot onvoorstelbaar erger, via www.spurenimvest.de).

Ook toen Ruth vanaf september 1941 als Joods kind niet meer naar school mocht, kwam Gonny vaak bij haar spelen, tot haar vader haar op een dag vertelde dat Ruth was vertrokken. Voor de familie Zeller veranderde er veel in die dagen. De familie Kottek was verdwenen en in de meubelzaak aan de Boteringestraat kwam een Verwalter, een zetbaas van de Duitsers, die met zijn vrouw in de winkel sliep. Hij ruilde meubels voor vlees. Vader Zeller kreeg al snel ruzie met hem en moest onderduiken in Uithuizermeeden en Zeeland. Moeder Zeller en Gonny, en nog een kind, doken onder aan de Parkweg in Groningen.

In de nacht van vrijdag 27 op zaterdag 28 november 1942 werd het gezin Kottek uit hun huis gehaald door Harense politiemensen en samen met andere Harense Joden naar Westerbork gebracht. De buren hoorden de 9-jarige Ruth langdurig en hartverscheurend huilen, en ze waren getuige van het vertrek van de familie. Het gezin bleef 14 maanden in kamp Westerbork. Mogelijk werkte Salomon in het kamp als arts, wat het gezin uitstel van deportatie gaf. Op 15 februari 1944 werden Salomon, Anneliese en Ruth dan toch op transport gesteld, naar Bergen-Belsen.

Philip Mechanicus schreef in zijn dagboek op 14 februari 1944: De lijst is weer uit: duizend man gaan naar Zelle (plaats in de buurt van kamp Bergen Belsen). Mannen en vrouwen, die vele maanden lang in Westerbork hebben vertoefd, velen over het jaar, vertrekken. …… Men heeft zich algemeen verzoend met de gedachte, dat Zelle naar schatting het beste is wat men onder de gegeven omstandigheden kon krijgen. …… Men pakt zijn bullen; zoveel mogelijk gaat mee, want dat is officieel toegestaan.

Op dinsdag 15 februari schreef Mechanicus: Het vertrek is tenslotte toch veel pijnlijker geworden dan wij allen tezamen dachten. … Met elke handdruk aan een vertrekkende dringen zielen in elkaar…. Het gesproken woord is te veel of te weinig. …… Het gevoel van onrecht, dat de gehele week gesluimerd heeft, ontwaakt plotseling en hevig bij het gezicht van de ontvoering van hun lotgenoten . Een orkaan van verachting woedt tegen de mensenrovers. ……. Uit alle straten tussen de barakken komen de achterblijvenden tenslotte in drommen tevoorschijn, als duvels uit doosjes, en zetten schouder aan schouder de Boulevard des Misères aan de andere kant van de trein af. ….. De trein schuifelt weg als een fantoom, als een boekje van levende beelden glijdt hij voorbij; voor het laatst heeft men oude, vertrouwde gezichten gezien, voor het laatst een teken van leven opgevangen.

Hoewel Bergen Belsen geen gaskamers had en mensen niet meteen werden vermoord, was het kamp een hel. Zwaar werk, veel te weinig eten, ziektes, dat alles leidde ertoe dat er heel veel mensen bezweken, volgens schattingen meer dan 50.000. Bij de bevrijding van Bergen-Belsen door de Britten en de Canadezen op 15 april 1945 troffen zij massagraven en duizenden onbegraven lichamen aan, naast ongeveer 60.000 overlevenden, van wie er nog ongeveer 14.000 bezweken in de loop van de daaropvolgende dagen en weken, onder meer aan de gevolgen van ondervoeding en uitdroging.

Toen de nazi commandanten in het kamp begrepen dat de geallieerden het kamp naderden, besloten ze grote groepen gevangenen te verplaatsen, vrezende dat ze van ernstige oorlogsmisdaden zouden worden beschuldigd als duidelijk werd hoe onmenselijk hun behandeling van de gevangenen was geweest.

Op 9 april 1945 vertrok het derde transport vanuit Bergen Belsen naar Theresienstadt. Dit was het transport waarmee Salomon, Anneliese en Ruth Kottek hoopten hun vrijheid tegemoet te reizen. In de trein zaten 2500 gevangenen, velen van hen ziek en enorm verzwakt. Dit transport wordt het Verloren Transport genoemd, omdat het dagenlang onderweg was door een zwaar verwoest Duitsland dat te maken had met oprukkende frontlegers en door bombardementen beschadigde spoorlijnen. Voor de bemanning van de trein was het moeilijk om begaanbare rails te vinden. Deze trein reed twee weken lang heen en weer door Duitsland, op zoek naar een route naar Theresienstadt.

Veel van de gevangenen leden aan tyfus, en omdat al die mensen in de trein boven op elkaar leefden, verspreidde de ziekte zich snel. De omstandigheden in de trein waren gruwelijk; er was niet genoeg te eten en te drinken en er waren geen sanitaire voorzieningen, waardoor velen onderweg stierven. De trein stopte vaak, en dan konden de doden langs het spoor worden begraven.

Na twee weken kwam de trein aan in Tröbitz, een dorp in de buurt van Falkenberg. Verder kon de trein niet, want de spoorbrug naar Falkenberg was gebombardeerd en ingestort. Teruggaan kon ook niet, want ook daar was een brug kapot gebombardeerd. De trein kon geen kant uit, en bleef drie dagen staan tussen Tröbitz en Falkenberg. De gevangenen probeerden in de buurt van het spoor wat eten te bemachtigen.

Na drie dagen was er lokaal een lokomotief gevonden, waarmee de trein terug kon rijden naar Tröbitz. Daar konden de weinige inwoners die niet voor de naderende Russen waren gevlucht met geen mogelijkheid de 2000 zieke en stervende gevangenen helpen, zodat velen bezweken. Anneliese stierf in Tröbitz op 27 april 1945 of 2 mei 1945 (volgens de overlijdensakte), en Salomon overleed daar op 30 mei 1945. Anneliese Kottek - Loeb werd 35 jaar, Salomon Kottek werd 50 jaar.

Familiebericht. "Het parool". 's-Gravenhage, 07-08-1945.
Geraadpleegd op Delpher op 08-07-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMNIOD05:000147285:mpeg21:p004

Anneliese Kottek - Loeb (spurenimvest.de/2024/01/10/kottek-ruth/)

De route die de trein van Het verloren Transport reed. (https://forthelifeofme-film.com/2024/06/08/the-lost-transport/)


Voor meer informatie over Bergen Belsen en Het verloren Transport:
https://historiek.net/het-verloren-transport-dodentrein-naar-trobitz/141488/

Ruth Kottek overleefde deze gruwelijke reis en keerde, 12 jaar oud, terug naar Nederland. In juni 1951 heeft zij haar ouders laten herbegraven op de Joodse begraafplaats in Wassenaar.


bron: https://spurenimvest.de/2024/01/10/kottek-ruth/

Na de oorlog kreeg de familie Zeller een brief van Salomon Kottek, die hij vlak voor zijn dood moet hebben geschreven. In de brief stond dat het goed ging met Ruth en dat ze erg flink was, maar dat Ruth en hij haar moeder hadden moeten begraven. Een paar weken later stond Ruth opeens bij de familie Zeller voor de deur. Het was het enige adres dat zij zich nog kon herinneren. Gonny herkende haar wel, maar schrok ervan hoe vermagerd ze was. Ruth bleef bij haar vriendin logeren en sliep met haar in een tweepersoonsbed. Ze droomde veel. Na een week ging ze naar haar grootmoeder in Den Haag en naar haar oom Frits in Amsterdam. Zij hadden allebei ondergedoken gezeten. Later ging ze naar de meisjes-HBS in Den Haag. Gonny heeft toen nog wel een keer bij haar gelogeerd. Op 24 juni 1952 vertrok Ruth vanuit Rotterdam per schip naar New York. Een jaar later, in 1953, was ze terug in Nederland en ging ze met haar grootmoeder naar Zwitserland. Daar ontmoette ze haar toekomstige echtgenoot Hans Nebel. Hij kwam uit Duitsland, had ook in de kampen gezeten en daar dwangarbeid en de vreselijke omstandigheden overleefd. Later werkte hij in Zwitserland als handelaar in textiel voor ziekenhuizen en instellingen. In 1956 trouwden Ruth en Hans, ze gingen in Zwitserland wonen, kregen een zoon en later twee kleinkinderen. Gonny had jarenlang geen contact met Ruth, maar in 1986 zag ze bij toeval de overlijdensadvertentie van Frits Loeb in een krant die onderin haar aardappelschilmandje lag. Ze schreef een brief naar de vrouw van Frits Loeb, maar kreeg geen antwoord. In de advertentie zag Gonny ook de naam van Ruth staan, met als woonplaats Zürich. Toen ze niet veel later op wintersportvakantie in Zwitserland was, zocht Gonny daar in telefoonboeken naar Ruths adres. Zo kwamen de twee vriendinnen uiteindelijk weer met elkaar in contact.

Toen in 2010 stolpersteine werden gelegd voor de ouders van Ruth aan de Emmalaan in Haren, kon Gonny, die bij de plechtigheid aanwezig was, vertellen dat Ruth nog in leven was. Ook in Bad Homburg zijn stolpersteine gelegd voor Salomon Kottek en Anneliese Kottek - Loeb

Struikelstenen bij de Emmalaan 22, Haren
(bron: https://www.facebook.com/photo/?fbid=650274604381512&set=pcb.650274634381509)

 

*1: broers en zusters van Salomon Kottek:
● Jenny Kottek (Bad Homburg 18/6/1889 - Tel Aviv 1/10/1954) X Moses Auerbach (Halberstadt 3/2/1881 - Tel Aviv 8/4/1976) Zij hadden vier kinderen, die allen de oorlog hebben overleefd.
● Selma Kottek (Bad Homburg 15/6/1890 - New York 15/12/1947) X Raphaël Klein (Parijs 20/6/1889 - Bad Homburg 29/10/1917) Twee dochters overleefden de oorlog, een zoon (Rabbi Samy Heijman Klein, Bad Homburg 25/1/1915) werd op 7/7/1944 doodgeschoten door de Duitsers in Frankrijk.
● Sophie Kottek (Bad Homburg 25/5/1891 - Auschwitz 6/3/1944) X Jeremias Elia Hillesum (Amsterdam 5/2/1884 - Auschwitz 6/3/1944) https://www.joodsmonument.nl/nl/page/32192/jeremias-elia-hillesum
➢ Jetty Hillesum (Amsterdam 7/3/1914 - Holon Israël 19/1/2002) X Walter Zadek (Berlijn 26/3/1900 - Holon Israël 20/12/1992)
➢ Hermann Hilary Ashley Hillesum (Amsterdam 1915 - Amsterdam 1994)
➢ Uri Meijer Philip Hillesum (Amsterdam 13/7/1925 - Sobibor 23/7/1943)
● Zippora Kottek (Bad Homburg 1892 - 1918)
● Aron Kottek (Bad Homburg 21/12/1896 - Venlo 8/3/1942)


"Het joodsche weekblad : uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam". Amsterdam, 13-03-1942, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 30-06-2025


Het Joodsche weekblad. Geraadpleegd op Delpher op 05-07-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA16:020994052:00001

● Alexander Kottek (Bad Homburg 2/5/1898 - Straatsburg 24/12/1971) X Friedel Aktuarius (Wiesbaden 1900 - Straatsburg 1969). Hij was directeur van kunstgalerie Actuaris in Straatsburg
● Moritz Kottek (Bad Homburg 19/3/1900 - Auschwitz 24/8/1942)
● Rebecca Recha Kottek (Bad Homburg 20/1/1902 - Zürich 16/11/1971) X Max Adler (München 19/3/1894 - Zürich 7/11/1984)

*2: broer van Anneliese Loeb:
● Sally (Frits) Loeb (Den Haag 21/7/1907 - Montreux 30/7/1986) X Ineke Gesina Molsbergen (?). Zij hadden twee kinderen.


Familiebericht. "NRC Handelsblad". Rotterdam, 01-08-1986. Geraadpleegd op Delpher op 30-06-2025,

 

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.