Salomon de Vries wordt 10 augustus 1867 geboren te Groningen als jongste van een gezin met op dat moment dertien kinderen. Twee van de kinderen zijn kort na geboorte overleden. Zijn ouders zijn Herman Levi de Vries (1817 - 1888) en Aaltje Dwinger (1820 - 1897). Bij zijn geboorte is zijn moeder al 47 en vader 50 jaar. De broers en zussen van Salomon waren: Regina (1843), Levi (1845), Saartje (1846), Izaak (1849), Maurits (1849), Benjamin (1851), Klaartje (1853), Marcus (1855), Grietje (1855), Mietje (1858), Jacob (1863) en tenslotte Kaatje (1865). Vader Herman is werkzaam geweest als politieagent tot 1872. Daarna is hij barbier.

Salomon de Vries

Salomon is muzikant. Hij trouwt op 11 oktober 1894 in Groningen met Betje Bloemendal. Betje is de dochter van Mozes Levie Bloemendal, van beroep slager, en Saartje de Groot. Salomon en Betje krijgen twee zonen, Herman geboren 21 november 1894 en Mozes, geboren 3 november 1896. Beiden worden in Groningen geboren. Op 19 juli 1898 verhuist het gezin naar Amsterdam. In Amsterdam werkt Salomon als borstelmaker. Hun laatste adres is Sint Willibrordusstraat 28/1 te Amsterdam.

Salomon en Betje komen op 14 mei 1943 aan in kamp Westerbork. Hun zoon Herman en zijn gezin komen diezelfde dag aan. Salomon, en ook Herman, krijgt een plek in barak 60, zijn vrouw Betje gaat naar barak 85. Al op 18 mei 1943 volgt voor allen transport naar Sobibor. Op de dag van aankomst, 21 mei 1943, worden alle 2511 gedeporteerden vermoord.

Ook zijn jongste zoon Mozes overleeft de oorlog niet. Op 16 juli 1943 wordt hij, tegelijk met zijn vrouw en twee dochters, in Sobibor vermoord.