Sally Schoemann wordt geboren op 15 januari 1884 in Kröv, 50 kilometer noordoostelijk van Trier en vestigt zich op 21-jarige leeftijd in het nabijgelegen Traben- Trarbach om handel te drijven in vee en wijnen. Hij heeft een winkel op de hoek Grabenstrasse- Schottstrasse. Hij trouwt in 1909 met Julianna Israel en krijgt met haar twee zonen waarvan de jongste, in 1927, op 7-jarige leeftijd overlijdt.

Sally Schoemann

De goed lopende wijngroothandel is gebaseerd op eigen wijnbouw en aankoop. In de jaren 1932 tot 1935 wordt voor respectievelijk Hfl. 3646, 2546, 3279 en 4572 geëxporteerd naar Nederland. In 1935 doet zijn zoon Walter een poging een wijnhandel te vestigen in Simpelveld. Hij wil daarbij samenwerken met de drie jaar oudere Berthold Seiferheld uit Keulen, die gelijktijdig een verzoek bij de gemeente indient. De gemeente weigert definitief medewerking in februari 1936. Walter doet ruime ervaring op in het ouderlijk bedrijf en lijkt voornemens het bedrijf voort te zetten.
Eind 1936 vestigt zoon Walter zich één dag in Nuth en verhuist vervolgens naar Ubach over Worms (Zuid-Limburg), in de buurtschap Rimburg. Sally en zijn vrouw verlaten in 1938 definitief hun geboortestreek en trekken in bij hun zoon. Terwijl Walter activiteiten ontplooit, leven Sally en zijn vrouw een betrekkelijk teruggetrokken bestaan, in hun eigen huis aan de Broekhuizerstraat 43 in Rimburg. Ze beschikken over voldoende geld om op bescheiden voet te rentenieren. Na mei 1940 ontbreken helemaal de prikkels om opnieuw een leven op te bouwen in een nieuw land, dat bezet is door een Duits regiem dat ze maar al te goed kennen.

Anno 2014 weten Rimburgse 80-plussers zich te herinneren dat het gezin Nickel aan de overkant van de straat woonde en de achtertuin mocht gebruiken als moestuin. Een zoon Nickel oefent vrijwel dagelijks op de piano van het gezin Schoemann. Wiel Rutten woonde ook aan de overzijde van de straat en herinnert zich 'dat hij eens een matse kreeg'. Meer uitingen van Joods leven kan hij niet van gezin Schoemann herinneren.
Een andere Rimburger, is Joep Kaesler (1941). Hij heeft er weet van dat de Schoemannen bij hen thuis naar de Engelse en Russische radio luisterden, en kaart speelden. Vader Kaesler was Duitser en kwam vanwege kontakten met Schoemann in moeilijkheden omdat een andere Duitser hem aangaf. Vader Kaesler werd gearresteerd, in Heereveen geïnterneerd en vervolgens ingelijfd bij het Duitse militaire apparaat. Waar 'ongeoorloofde' kontakten met Joden toe kunnen leiden. Na de oorlog slaagden de oude Nederlandse kaartmaatjes er in hem via het NBI te 'ontvijanden' en kon hij terugkeren naar Nederland, Rimburg.
Op 21 april 1942 beschrijft de Chef-veldwachter Sally als een vrij kleine man (1.64m), grijs haar en kaalhoofdig. Gewone neus en mond en een gezonde gelaatskleur. Inmiddels zal de DKW, die de familie bezat, al wel geconfisqueerd zijn. Vier maanden later, op 24 augustus krijgen hij en zijn gezin een aangetekende oproep om zich 25 augustus te melden in Maastricht bij de school aan de Prof. P. Willemsstraat. Als hij 26 augustus in Westerbork aankomt worden Sally, zijn vrouw en zoon 'zurückgestellt' door tussenkomst van Joodse Raad medewerker Pappenheim, die net als Sally geboren was in Trier. Daarom voor hen niet de volgende dag het transport richting Duitsland of verder.

Mogelijk heeft hij met zijn vrouw Juliana in barak 43 gezeten. Bekend is wel dat hij met zijn zoon Walter op 7 november verhuist naar barak 58. De dagen 13, 14 en 15 november moeten heel emotioneel geweest zijn. De zus van zijn vrouw en haar man zijn op 10 november gearresteerd en worden met een laatste groot transport Limburgse Joden overgebracht naar Westerbork. Limburg wordt 'Judenfrei' verklaard. Een paar dagen zijn ze bij elkaar, dan vertrekt zijn schoonfamilie op 16 november naar Auschwitz. En blijft het gezin Schoemann achter in Westerbork. Na ruim 8 maanden van kampleven, vertrekt 4 mei 1943 ook 'zijn trein'. Sally en zijn vrouw moeten afscheid nemen van Walter die achterblijft. Sally en zijn vrouw worden drie dagen later vermoord in Sobibor. Twee weken later, op 21 mei 1943, vindt Walter eveneens de dood in Sobibor.