De familie Aussenberg, vader Nathan Aussenberg, moeder Erna Aussenberg-Sternlicht en hun vier kinderen Max, Salla, Lotte en Josef, woonden ten tijde van de Reichskristallnacht, begin november 1938, in Keulen. Vader Aussenberg was slager en heeft waarschijnlijk meegemaakt dat zijn winkel die nacht vernield werd. De ouders moeten toen besloten hebben om hun kinderen naar Nederland te sturen, waar zij gevrijwaard moesten blijven van geweld tegen Joden.
Foto's in dit portret uit collectie JCK (https://prod.jck.hubs.delving.org/page/aggregation/jhm-foto/F004527)
Salla Aussenberg
- Voornaam
- Salla
- Achternaam
- Aussenberg
- Geboortedatum
- 10 augustus 1929
- Geboorteplaats
- Keulen
- Sterfdatum
- 05 maart 1943
- Sterfplaats
- Sobibor
In december 1938, kort na de Reichskristallnacht, is Salla Aussenberg (Keulen, 10 augustus 1929) met haar broertje Josef (Keulen, 23 augustus 1933) naar Nederland gekomen. Beiden komen terecht in Bondshuis van de Nederlandse Protestanten Bond, Amersfoortscheweg 91 te Soesterberg. Dit Bondshuis was één van de locaties die de Nederlandse regering had aangewezen als opvangkamp voor Joodse vluchtelingen. Hun ouders, Nathan Aussenberg en Erna Aussenberg-Sternlicht, besluiten om enkele maanden later ook hun twee andere kinderen, Lotte (Keulen, 23 december 1931) en Max (Keulen, 29 april 1928), vanuit Keulen hiernaar toe te sturen. Zelf blijven Nathan en Erna Aussenberg in eerste instantie achter in Keulen, maar later wijken ze uit naar Engeland, waar ze de oorlog overleven.
Eind 1939 worden de kinderen ondergebracht op verschillende adressen in Assen. Josef Aussenberg komt als zesjarige in een pleeggezin in de Groningerdwarsstraat 6. Lotte is bijna acht jaar als ze wordt opgenomen in het pleeggezin van de familie Nieweg op het adres Het Kanaal 15 in Assen. Salla is tien jaar als ze wordt opgenomen in het pleeggezin van de familie Elshof op het adres Rolderstraat 25 in Assen. Max wordt als elfjarige opgenomen in een pleeggezin in de Paul Krugerstraat 8 in Assen.
Josef, Salla en Lotte Aussenberg worden ook naar kamp Westerbork gebracht. Hoe het hen in het kamp vergaan is, is niet bekend.
De pleegadressen van de kinderen Aussenberg liggen hemelsbreed slechts een paar honderd meter bij elkaar vandaan. Of zij elkaar regelmatig hebben gezien tussen eind 1939 en oktober 1942 is niet bekend. Max Aussenberg vertrekt in april 1940 van Assen naar Amsterdam. Hij wordt ingeschreven op het adres Valckenierstraat 11, 2 hoog, bij zijn oom en tante Sternlicht, familie van moederszijde. Met hen is hij naar Engeland weten te ontkomen.
Max werd uitgeschreven in de gemeentelijke administratie van Amsterdam op 13 december 1940 (Vertrokken Onbekend Waarheen). Waarom hij alleen, zonder zijn twee zussen en zijn jongere broertje, naar Amsterdam is gegaan is niet duidelijk. In Engeland werd hij herenigd met zijn vader en moeder die al in 1939 naar Engeland waren gevlucht. Na de oorlog werd nog broertje Bernard geboren.
Op vrijdagavond 2 oktober 1942 zijn de meer dan vijfhonderd Joodse Assenaren weggevoerd. Zij worden verzameld in en rond de toenmalige Noordersingelschool, gelegen op een plek achter waar nu het huidige stadhuis van Assen staat. Van daar worden ze naar Westerbork overgebracht. Bijna allemaal worden ze van kamp Westerbork naar de vernietigingskampen Auschwitz en Sobibor gedeporteerd om, op een vijftigtal na, nooit meer terug te keren. Josef, Salla en Lotte Aussenberg worden ook naar kamp Westerbork gebracht. Hoe het hen daar vergaan is, is niet bekend.
Aan het gezamenlijk verblijf van de kinderen in dit kamp komt een eind als Josef op de transportlijst komt te staan van 23 oktober 1942. Het transport bestaat uit 988 personen. In één van die wagons heeft Josef gezeten tussen voor hem vreemde volwassenen en kinderen. Het is te hopen dat iemand van zijn medereizigers dit jongetje onder zijn of haar hoede heeft genomen. Op 26 oktober 1942 komt de trein in Auschwitz aan. Na selectie worden 21 mannen en 32 vrouwen toegelaten tot het kamp. De resterende 935 mensen, waaronder Josef Aussenberg, worden vermoord in de gaskamers.
Voor Lotte en Salla komt op 2 maart 1943 een einde aan hun verblijf in Westerbork. Het transport van die dag bestaat uit 1105 gedeporteerden, van wie 149 kinderen en komt op 5 maart in Sobibor aan. Kort na de aankomst zijn alle gedeporteerden, waaronder Salla en Lotte Aussenberg, vermoord in de gaskamers.
In het Joods Historisch Museum in Amsterdam worden drie fotoalbumbladen bewaard met 17 foto’s van het Joods Vluchtelingenkamp van de Nederlandse Protestanten Bond in Soesterberg, gemaakt in de periode juni-juli 1939. Op deze foto’s zijn ook de kinderen Aussenberg te zien.
https://prod.jck.hubs.delving.org/page/aggregation/jhm-foto/F004527