Barak 9, de registratiebarak, was ook de grote zaal en schouwburg van kamp Westerbork. In het voorjaar van 1944 filmde de Joodse gevangene en filmmaker Rudolf Breslauer hier en legde delen van de revue die werd opgevoerd in het kamp vast op film. Tussen de zomer van 1943 en die van 1944 zijn er zes grote revues opgevoerd in kamp Westerbork. Naast de bekende artiesten die al naam hadden gemaakt voor de oorlog traden ook mensen met minder ervaring op. In de beelden is ook een optreden te zien van de Westerbork Girls: zes jonge vrouwen die zingen en dansen.
Foto links: Ruth Pagener (links) met haar zusje Ingrid. (collectie HcKW)
Ruth Pagener
- Voornaam
- Ruth Esther
- Achternaam
- Pagener
- Geboortedatum
- 26 juli 1926
- Geboorteplaats
- Oldenburg
- Sterfdatum
- 28 februari 1945
- Sterfplaats
- Midden-Europa
Dat een rol in de revue ervoor zorgde dat je langer in het doorgangskamp kon blijven en dat je daarmee een grotere overlevingskans had blijkt wel uit het verhaal van deze vrouwen: vijf van de Westerborkgirls overleefden de oorlog en één niet. Dat was Ruth Pagener, de jongste van de Westerbork Girls. Na 2,5 jaar kamp Westerbork werd ze gedeporteerd. Ruth kwam kort voor de bevrijding om bij één van de ontruimingstransporten uit het kamp Stutthof.
Westerbork Girls – Van links naar rechts: Catharina Frank, Hannelore Cahn,
Beatrice Lissauer, Ulla Gross, Lotte Heider-Lehmann en Ruth Pagener. (collectie HcKW)
Norbert Pagener trouwde op 21 juli 1925 met Anna de Levie. Norbert was landbouwer en veehandelaar van beroep in Rastede. In 1926 werd dochter Ruth geboren en twee jaar later haar zusje Ingrid. Het gezin vertrok in de loop van de jaren ’30 naar Oldenburg. Vanwege de maatregelen tegen Joden was het namelijk voor Norbert niet meer mogelijk om zijn beroep als veehandelaar in Rastede uit te oefenen. Hij hoopte in Oldenburg een betrekking te vinden om zijn gezin te kunnen onderhouden.
Anna en Norbert Pagener
(collectie HcKW)
Na de Kristallnacht vluchtte Norbert, nadat hij eerst al kort gevangen had gezeten, naar Nederland waar hij werd ingeschreven in Amsterdam op 24 november 1938. In maart 1939 kwamen ook zijn vrouw en dochters over naar Nederland. Norbert Pagener kwam na Amsterdam in Hoek van Holland terecht en vertrok toen naar het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork, alwaar hij op 16 juli 1940 werden ingeschreven. Zijn vrouw en dochters verbleven in die periode in Amsterdam. Zij kwamen op 25 juli 1941 aan in vluchtelingenkamp Westerbork.
Anna met haar dochters Ruth en Ingrid (collectie HcKW)
Ruth speelde als 17-jarige mee in het cabaret van kamp Westerbork. Ze was één van de Westerbork Girls, die in verschillende voorstellingen op het toneel stonden.
Collectie HcKW
Een jaar na aankomst van Anna en haar dochters werd het kamp een doorgangskamp voor Joden. Het gezin Pagener kwam op de lijst met ‘Alte Lagerinsassen’ mensen die al in de vluchtelingenkampperiode in Westerbork terecht waren gekomen en die voorlopig waren vrijgesteld van transport. De gezinsleden werden tewerkgesteld in het kamp en woonden in barak 45; een gezinsbarak. Op de transportlijst staat bij Norbert als beroep ‘boer’ genoteerd. Wellicht werkte hij ook in die hoedanigheid in Westerbork. Van moeder Anna is bekend dat zij de barakleidster van barak 45 was.
Fragment uit Lagerbefehl 36
(Collectie HcKW)
In het Lagerbefehl 36 van 5 juni 1943 maakte kampcommandant Gemmeker bekend dat Anna Pagener niet langer barakkenleidster was van haar barak omdat ze had geprobeerd een bevriende familie van transport terug te houden. Deze familie had ze verstopt in barak 11.
Dochter Ruth speelde als 17-jarige mee in het cabaret van kamp Westerbork. Ze was één van de Westerbork Girls, die in verschillende voorstellingen op het toneel stonden.
Foto en programmaboekje (collectie HcKW)
Het gezin Pagener vertrok op 18 januari 1944 uit Westerbork met een transport dat als bestemming Theresienstadt had. Dat kamp stond bekend als een ‘betere’ bestemming’. Een groot deel van het transport, 385 personen, bestond uit mensen die op de ‘Stammliste’ van Westerbork stonden. Het transport bestond uit in totaal 870 personen. Philip Mechanicus schreef over dit transport dat het bestond uit personenrijtuigen en dat er veel Alte Kampinsassen meegingen die al de avond ervoor hun bagage in de trein hadden mogen zetten. Er waren zelfs gereserveerde zitplaatsen deze keer. Er was zelfs geen barakkensperre voor dit transport zodat de achterblijvers de trein konden uitzwaaien.
Vier maanden na aankomst in Theresienstadt werd het gezin Pagener op 16 mei 1944 naar Auschwitz gedeporteerd. Alle 2447 gedeporteerden kregen een nummer en werden in het ‘Familienlager’ ondergebracht. Vader Norbert bleef in Auschwitz en is er later ook omgekomen, uiterlijk op 31 oktober 1944, is na de oorlog vastgesteld.
Anna en haar dochters Ruth, op dat moment bijna 18, en Ingrid, dan net 16 jaar, werden op 14 juli 1944 met ongeveer 2000 vrouwelijke gevangen die speciaal daarvoor door Dr. Mengele waren geselecteerd uit het ‘Familienlager’ weggevoerd vanuit Auschwitz. Ze kwamen in het kamp Stutthof (in het noorden van Polen aan de Oostzee bij Gdansk) terecht waar ze op 20 juli werden ingeschreven. Waarschijnlijk zijn ze bij de evacuatietransporten kort voor de bevrijding weggevoerd uit dat kamp. Voor alle drie de vrouwen is na de oorlog als sterfdatum genoteerd: 28 februari 1945, Midden-Europa.