Rose Helene Wijler is geboren op 13 maart 1922 te Apeldoorn. Haar ouders waren Jacob Samuel Wijler (1884) en Elisabeth Rose Wijler-Kolthoff (1887). Haar drie jaar oudere zus was Martha Rose. Het gezin woonde aan de Frisolaan 13 te Apeldoorn. Vader Jacob Samuel was docent Frans aan de Koninklijke HBS te Apeldoorn en later ook aan het gymnasium.
Rose Helene Wijler
- Voornaam
- Rose Helene
- Achternaam
- Wijler
- Geboortedatum
- 13 maart 1922
- Geboorteplaats
- Apeldoorn
- Sterfdatum
- 21 januari 1943
- Sterfplaats
- Auschwitz
Na haar middelbare school kon Rose, vanwege de maatregelen van de bezetter, niet door naar de universiteit. Ruim twee jaar na het begin van de oorlog werd Rose aangenomen als assistente op de Joodse school op het Apeldoornse Bosch. Haar zus Martha was al als onderwijzeres verbonden aan deze school. Dit was voor haar de enige mogelijkheid om aan het werk te zijn, het was voor Joden verboden om aan ‘gewone scholen’ les te geven. Zo was ook de vader van beide meisjes ontslagen aan de Koninklijke HBS, hij gaf thuis bijles.
Na de zomervakantie van 1942 keerden Martha en Rose niet terug op school: bij navraag bleek dat ze met haar familie waren ondergedoken om aan arrestatie te ontkomen. Het gezin dook gescheiden onder: beide zusjes vonden onderdak bij de familie Kieviet aan de Bosweg, Wijler en zijn vrouw werden via een tussenadres in een turfschip door het Apeldoorns Kanaal naar Epe gevaren. Daar droeg men ze in rieten manden het huis binnen van de kantonnier van Rijkswaterstaat E.J. van Dijk.
Hierna volgde opsporingsberichten van de Commissaris van Politie te Apeldoorn: hij verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Martha Rose Wijler en Rose Helena Wijler, wonende aan de Frisolaan 13 te Apeldoorn. Zij werden ervan verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben verkregen. Met deze omschrijving werden Joden aangeduid die waren ondergedoken.
Na haar middelbare school kon Rose, vanwege de maatregelen van de bezetter, niet door naar de universiteit.
Brieven waren daarna het enige contact tussen ouders en dochters. Maar in januari 1943 stopte de briefwisseling ineens, de ouders ontvingen geen berichten meer van hun dochters.
Grote onzekerheid was het gevolg bij Wijler en zijn vrouw. In februari hoorden zij tenslotte dat Martha Rose en Rose Helene waren verraden, opgepakt en weggevoerd. De beide vrouwen waren op 13 januari 1943 vanuit de strafgevangenis in Arnhem naar kamp Westerbork overgebracht waar ze als strafgevallen enkele dagen in barak 66 verbleven. Al op 18 januari stonden beide ook weer als strafgevallen op de transportlijst van die dag naar Auschwitz. Martha Rose en Rose Helene Wijler zijn allebei direct na aankomst op 21 januari 1943 in Auschwitz vermoord. Ook de zoon van het echtpaar Kieviet was gearresteerd wegens hulp aan Joden. Hendrik Kieviet (07-03-1904) stierf op 28 februari 1945 in het concentratiekamp Nordhausen.
Wijler en zijn vrouw wilden na dit bericht niet verder leven. Ze zeiden dit ook tegen de familie Van Dijk. Die zorgde dat er altijd iemand aanwezig was om te voorkomen dat ze zelfmoord zouden plegen.
Op 2 maart 1943 was er even niemand thuis vanwege een buurtfeestje. Toen de familie thuiskwam, waren de Wijlers verdwenen. Op tafel lagen hun trouwringen en twee afscheidsbriefjes waarin stond dat ze het kanaal waren ingelopen. Een zoektocht leverde niets op en aangifte doen bij de politie was uiteraard onmogelijk. Pas op 23 maart werd het lichaam van de heer Wijler gevonden, vlakbij de sluis in Heerde. Het lijk van zijn vrouw werd twee dagen later opgehaald uit het kanaal in de gemeente Epe. Directe identificatie was onmogelijk, omdat ze anoniem het water in waren gelopen, zelfs hun trouwring hadden ze afgedaan.
De arts die sectie deed kon zien dat het om een joodse man ging, maar over de identiteit kwam niets vast te staan. Ze werden anoniem begraven, Wijler in Heerde en zijn vrouw in Epe. Na de bevrijding bleek dat de beide dochters op 18 januari 1943 naar Auschwitz waren getransporteerd en daar op 21 januari zijn vergast. Na de bevrijding heeft Van Dijk alle informatie gegeven. Het graf van mevrouw Wijler werd redelijk snel op haar naam gezet, dat van haar man in 1958. Op 12 en 20 augustus 2002 werden Wijler en zijn vrouw naast elkaar herbegraven op het Ereveld in Loenen.