Rosa Judith van Dien is geboren op 9 april 1890 in Alphen aan den Rijn. Ze was het vierde en laatste kind van Nathan David van Dien (1857-1935) en Judic van Dien-Goudsmit (1861- Westerbork, 2 december 1942). Haar oudere broers waren David (1882), Louis (1885) en Meijer Nathan (1887). Alle drie de broers, hun vrouwen en zes van hun zeven kinderen kwamen om in de Holocaust.

Rosa Frank- van Dien

Rosa trouwde in augustus 1915 met Levie Gazan (Zwolle 1882).

Levie was godsdienstleraar. Hij werkte in Zaltbommel, later in Leek en ten slotte in Hilversum.

20 april 1918

Rosa en Levie kregen 2 dochters. De oudste, Selma, werd in Zaltbommel geboren op 10 augustus 1916. De jongste, Julia, kwam in Hilversum ter wereld, op 2 mei 1925. Twee jaar later, op 29 augustus 1927, overleed Levie, hij was 35 jaar.

Volgens krantenberichten was Levie een geliefd leraar, hieronder een fragment uit het Nieuw Israelietisch weekblad van 2 september 1927, waarin hij als volgt beschreven wordt:

‘Deze jonge werker, deze enthousiaste strijder voor het geloof der vaderen, deze beminnelijke leider en voorganger van jong en oud, is uit het leven gescheiden.’

Rosa hertrouwde vijf jaar later, op 14 september 1932, met de weduwnaar Salomon Frank. Het beroep van Salomon bij zijn tweede huwelijk was kleermaker. Hun gezamenlijke woonadres was Mauritslaan 21. In 1936 verhuisden ze naar de Kastanjelaan 20 in Hilversum.

Salomon Frank werd op 8 maart 1878 geboren in Hilversum. Zijn vader was Meijer Frank (1849-?) en zijn moeder Henriette Frank-de Haan (1851-1928). Salomon was de derde in het grote gezin van elf kinderen. Zeer weinigen van deze kinderen en hun gezinnen zouden de Tweede Wereldoorlog overleven.

Salomon Frank was eerder getrouwd geweest met Rebecca Sluijs, dat huwelijk werd in 1906 gesloten. In dit huwelijk werden vier kinderen geboren, twee zonen en twee dochters. Beide dochters stierven jong. De twee zonen waren Joseph (1907) en Meijer (1912).
Op 16 augustus 1931 overleed Rebecca, ze was toen 47 jaar.

Zowel de zonen van Salomon als de dochters van Rosa overleefden de oorlog. In het archief van ‘Gooi & Vecht’ is terug te vinden dat de beide zonen van Salomon in 1937 naar Tel Aviv, toen nog Palestina, vertrokken. Hoe de twee dochters van Rosa de oorlog doorkwamen, is niet terug te vinden.

Op 13 maart 1943 kwamen Salomon Frank en Rosa Frank-van Dien aan in kamp Westerbork. Dit was vanuit de Zuideramstellaan 118hs in Amsterdam.
Vier dagen later, op 17 maart 1943, vertrok hun trein naar Sobibor. Beiden werden direct na aankomst, op 20 maart 1943, vermoord.
Salomon Frank was 65 jaar. Rosa Judith Frank-van Dien was 52 jaar oud.