Roosje de Lange werd op 7 november 1863 in Raalte geboren. Ze is op 2 november 1893 getrouwd met David de Lange (20-03-1864). David was koopman van beroep. Het echtpaar kreeg zes kinderen: Sara (1894), Jacob (1896), Gerrit (1898), Willem (1900), Ruben (1904) en Rebecca (1906). Sara, de oudste dochter, overleed kort na haar geboorte. De man van Roosje, David, overleed op 69-jarige leeftijd, op 19 november 1933 in Raalte en werd daar ook begraven.
Roosje de Lange-de Lange
- Voornaam
- Roosje
- Achternaam
- de Lange-de Lange
- Geboortedatum
- 07 november 1863
- Geboorteplaats
- Raalte
- Sterfdatum
- 14 mei 1943
- Sterfplaats
- Sobibor
Zoon Jacob woonde ten tijde van de oorlog met zijn vrouw Frieda Vogel aan de Nieuwstraat in Raalte. Hun enige kind, zoon David Dieter, was kort voor de oorlog op 12-jarige leeftijd overleden na een val in het kanaal. Jacob en Frieda werden op 26 oktober 1942 vanuit kamp Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd en vermoord. Gerrit, een andere zoon van Roosje, was in juni 1941 op 43-jarige leeftijd in Raalte overleden. Roosje de Lange woonde met haar andere kinderen, Willem, Ruben en Rebecca, aan de Almeloscheweg A613 (nu: Almelosestraat 37). In februari 1941 moest Roosje zich, net als de andere Joodse Raaltenaren aanmelden bij de gemeente. Op de betaallijst voor de aanmeldingsbewijzen is haar naam terug te vinden.
In een brief naar Den Haag van 7 januari 1942 wordt toestemming gevraagd voor een verhuizing van Roosje de Lange naar het adres Wijk A nummer 169. Ze zal bij familie in gaan wonen omdat ze als gevolg van een maatregel die betrekking heeft op Joodse inwoners de huur niet meer kan betalen. Volgens het Nederlandse Rode Kruis woonde Roosje voordat ze in kamp Westerbork aankwam aan de Nieuwstraat in Raalte.
Zoon Ruben de Lange, van beroep venter in manufacturen, werd als eerste van het gezin opgepakt en gedeporteerd. Nog voordat het oppakken van Joden in Nederland op grote schaal begon kwam hij al in Mauthausen terecht. Wanneer hij daar precies aankwam is niet bekend. Op 7 juli 1942 om 07:05 uur kwam hij om. ‘Op de vlucht neergeschoten', luidde de officiële doodsoorzaak, die aan zijn familie per post werd meegedeeld enkele dagen later.
Willem de Lange, de oudere broer van Ruben, moest zich die zomer voor tewerkstelling melden in één van de Joodse werkkampen. Van zijn broer Jacob is bekend dat die naar het kamp Lievelde bij Lichtenvoorde moest. Wellicht waren de broers daar samen. Bij de ontruiming van de werkkampen kwam Willem op 3 oktober 1942 aan in kamp Westerbork en ruim een week later, op 12 oktober, volgde transport naar Auschwitz. Hij overleefde dat niet. Zijn sterfdatum is 28 februari 1943, Auschwitz.
Aan de Almelosestraat liggen sinds 19 april 2015 struikelstenen voor Roosje, Willem, Ruben en Rebecca de Lange.
Met de laatste Joodse inwoners van Raalte vertrok Roosje met haar dochter Rebecca, die haar bijna 80-jarige moeder verzorgde, op 9 april 1943 naar kamp Vught. Een maand later op 9 mei 1943 vertrok Roosje naar kamp Westerbork. Rebecca bleef achter in Vught. In Westerbork, waar ze een plek had in barak 81, was Roosje maar kort. Op 11 mei 1943 werd ze gedeporteerd naar Sobibor en direct na aankomst daar op 14 mei 1943 is ze vermoord. Roosje was toen 79 jaar oud. Haar dochter Rebecca, die van beroep hulp in de huishouding was geweest, werd op 3 juli 1943 van Vught naar Westerbork gebracht. Na drie dagen in barak 55, werd zij op 6 juli 1943 gedeporteerd naar Sobibor en ook na aankomst vermoord.
Aan de Almelosestraat liggen sinds 19 april 2015 struikelstenen voor Roosje, Willem, Ruben en Rebecca de Lange.