Op 5 april 1944, vertrok er een transport uit kamp Westerbork met gevangenen voor 5 verschillende bestemmingen. De meeste personen gingen die dag naar Auschwitz en Theresienstadt, anderen naar Bergen-Belsen en twee kleine groepen gevangenen met een Roemeens paspoort vertrokken die dag naar Buchenwald en Ravensbrück: 23 mannen naar Buchenwald en 37 vrouwen en kinderen naar Ravensbrück. Eén van deze vrouwen was Therese Alpern-Rothschild.
Resi Alpern-Rothschild
- Voornaam
- Therese
- Achternaam
- Alpern-Rothschild
- Geboortedatum
- 09 augustus 1892
- Geboorteplaats
- Altona
- Sterfdatum
- 24 april 1945
- Sterfplaats
- Ravensbrück
Therese, Resi, werd op 9 augustus 1892 geboren in Altona bij Hamburg. Op 15 september 1921 trouwde ze in Charlottenburg (Berlijn) met Sigmund Alpern die in 1893 in Kolomyja was geboren. Tot 1937 woonden zij in Berlijn en in november van dat jaar kwamen zij naar Nederland, waar ze eerst in Haarlem verbleven en later in Apeldoorn woonden. Hun adres in Apeldoorn was Van Kinsbergenstraat 3.
Op 10 januari 1943 schreef Therese in een brief aan een vriendin: “Van onze nieuwe kennissenkring hier zijn al veel mensen weg naar Westerbork of Polen.” En: “Ons gaat het anders tamelijk goed als er niet deze onzekerheid was weggestuurd te worden. Wij leven alleen maar in de hoop dat deze vreselijke oorlog gauw te eind gaat anders kan men niet meer staande te zien.”
Toen op 22 januari 1943 in Apeldoorn de patiënten van de Joods psychiatrische instelling Het Apeldoornsche Bosch rechtstreeks naar Auschwitz werden gedeporteerd zijn ook de laatste Joodse inwoners van Apeldoorn weggevoerd.
Therese en Sigmund Alpern kwamen die dag aan in kamp Westerbork en werden ondergebracht in barak 73. Later volgden enkele verhuizingen binnen het kamp. Omdat Sigmund in de Eerste Wereldoorlog als frontstrijder had meegevochten in het Oostenrijkse leger werden hij en Therese voorlopig teruggesteld van transport. Ook werd in het kamp nog onderzocht of ze in aanmerking kwamen voor uitwisseling naar Palestina omdat daar veel familie van Sigmund woonde. Na ruim 14 maanden in kamp Westerbork werden ze op 5 april 1944 gedeporteerd.
Vanwege hun Roemeense papieren behoorden ze tot de kleine groep die niet naar één van de gebruikelijke bestemmingen (Auschwitz of Sobibor en later Bergen-Belsen en Theresienstadt) ging.
“Ons gaat het anders tamelijk goed als er niet deze onzekerheid was weggestuurd te worden. Wij leven alleen maar in de hoop dat deze vreselijke oorlog gauw te eind gaat anders kan men niet meer staande te zien.”
Sigmund vertrok naar Buchenwald waar hij op 7 april 1944 met het nummer 29880 werd opgenomen in de kampadministratie. Wat er daarna met Sigmund is gebeurd is niet bekend. Zijn sterfdatum werd later vastgesteld als 31 mei 1945, Midden-Europa. Therese vertrok naar Ravensbrück. In dat kamp kwam werd ze een jaar later vermoord. Dat was op 24 april 1945, enkele dagen voor de bevrijding van dat kamp.