Pietje Mendels wordt op 6 maart 1885 geboren in Lemsterland. Zij is de oudste dochter van Salomon Mendels (1859, Lemmer) en Annechien Frank (1859, Meppel). Na haar geboorte verhuist het gezin op 26 mei 1885 naar Amsterdam. Pietje heeft een jongere zuster Marianna (zie Marianna Roosnek-Mendels) die de oorlog niet overleeft. Ook twee van haar broers, Hartog (1890) en Emanuel (1891) komen om in Auschwitz.
Pietje Bloemendal-Mendels
- Voornaam
- Pietje
- Achternaam
- Bloemendal-Mendels
- Geboortedatum
- 06 maart 1885
- Geboorteplaats
- Lemsterland
- Sterfdatum
- 27 augustus 1943
- Sterfplaats
- Auschwitz
Pietje trouwt op 10 augustus 1904 ten stadhuize van Amsterdam met Benjamin Bloemendal (1884, Groningen). Benjamin is pianist en speelt in cafés. Samen krijgen zij zeven kinderen. Allen worden geboren in Amsterdam. Serah (1905), Mozes (1909), Betje (1916), Hartog (1919), Marianne (1920), Louis (1922) en Francina (1923). Het gezin Bloemendal is erg arm. Zij verhuizen ongeveer ieder jaar. De zeven kinderen worden ieder op een ander adres geboren. Benjamin sterft op 8 januari 1932 in Amsterdam. Pietje wordt dan depressief en suïcidaal. De kinderen, voor zover nog thuis, gaan naar een Joods weeshuis.
Daar worden zij verraden en opgepakt.
Pietje gaat begin januari 1943 naar Gorinchem samen met haar dochter Marianne en duikt onder bij haar gemengd gehuwde dochter Betje.
Pietje met dochter Marianne.
Daar worden zij verraden en opgepakt. Op 3 augustus 1943 wordt Pietje opgesloten in strafbarak 67 van kamp Westerbork. Het laatste woonadres is genoteerd als zijnde: D. Theronstraat 8, Amsterdam. Als strafgeval staat ze op de transportlijst van 24 augustus 1943 en wordt in Auschwitz direct na aankomst op 27 augustus vergast. Ook haar zeven kinderen hebben de oorlog niet overleefd.