Philip en Estella van der Laan

De slagerij van Philip van der Laan was ook bij niet-Joden geliefd om de kwaliteit van het vlees dat hij verkocht.

Philip en Estella van der Laan

Voornaam
Philip
Achternaam
van der Laan
Geboortedatum
30 augustus 1873
Geboorteplaats
Assen
Sterfdatum
08 oktober 1942
Sterfplaats
Auschwitz

Philip van der Laan werd op 30 augustus 1873 in Assen geboren als derde kind van Marcus van der Laan (Assen 26 november 1843 – 11 december 1927) en Amalie Malche Philipsohn (Emden 10 april 1840 – Assen 19 juli 1878). Dit
echtpaar had vier kinderen (*1).

Geboorteakte Philip van der Laan

Philips moeder stierf toen hij een klein jongetje was; zijn vader had toen de zorg voor vier kleine kinderen. Hij trouwde al gauw met zijn tweede vrouw, Amalia Roozendaal (Eibergen 1850 – Assen 1920) en kreeg met haar nog een groot aantal kinderen van wie er zes volwassen werden (*2).

Vader Marcus was slager in Assen. Het slagersvak zat in de familie. In 1831 arriveerde uit Noordbroek Philippus Jozef van der Laan in Assen. Op 21-jarige leeftijd begon hij als slagersknecht, maar startte al spoedig, mogelijk vlak voor zijn huwelijk in 1834, een eigen slagerij. Waarschijnlijk kreeg hij hulp van zijn broer Marcus, die zich enkele jaren later ook in Assen had gevestigd. Beide van der Laans stichtten gezinnen met zes kinderen. Van de zeven jongens werden drie als vleeshouwer geregistreerd, Marcus, Meijer en Jozef. Marcus had zijn slagerij op de Kleine Marktstraat 26 en die slagerij werd in 1917 overgenomen door Philip.

Zijn winkel was ook bij niet-Joden geliefd om de kwaliteit van het vlees dat hij verkocht.

Achter het huis was een kleine ruimte voor het te slachten vee. In 1924 werd de zaak gemoderniseerd en overeenkomstig de vleeskeuringswet ingericht. De wanden waren geheel met geglazuurde tegels bekleed en alle hoeken waren afgerond, zodat achterblijven van vuil en vetten was buitengesloten. In 1929 kreeg Philip toestemming van de gemeente Assen om een rookkast te plaatsen.

Provinciale Drentsche en Asser Courant, 29 november 1929 

In 1934 werd na een lange discussie in de gemeente een slachthuis geopend in Assen. Het commercieel thuis slachten was toen afgelopen.

Op 26 juni 1907 trouwde Philip met Estella Mogendorff, in Groenlo.

Huwelijksakte

Estella werd in Groenlo geboren op 24 augustus 1883 als oudste kind van Hertog Mogendorff (Groenlo, 23 oktober 1852 – 1905) en Mietjen Frankenhuis (Lochem, 4 september 1861 – Arnhem 1926). Estella kreeg nog twee broers en drie zusters, van wie twee de oorlog overleefden. (*3).

Het echtpaar woonde eerst boven de zaak aan de Kleine Marktstraat 26, later verhuisden ze naar de Schoolstraat 35. Ze kregen twee dochters: Martha werd geboren op 26 februari 1908 en Meta op 21 mei 1914, beiden in Assen.

Van 1929 tot 1937 was Philip lid van de Kerkeraad van de Nederlands Israëlitische Gemeente Assen.

Centraal blad voor Israëlieten in Nederland 31 mei 1929

Nieuwsblad van het Noorden, 23 februari 1937

De Noord Ooster, 5 januari 1931

"Op Mijn brieven komt geen antwoord meer en ook ontvang ik geen nieuwe post…"

In 1939 neemt de buurman van Philip het bedrijf van hem over. Als mogelijke reden wordt genoemd dat de familie overwoog om naar Amerika te vluchten (Joodsmonument.nl), maar het zou ook kunnen zijn dat Philip, die inmiddels 66 jaar oud was, zijn werkzame leven wilde beëindigen.

Provinciale Drentsche en Asser Courant, 13 mei 1939

Op 3 januari 1941 - de oorlog was inmiddels uitgebroken, en er waren steeds meer anti-Joodse maatregelen van kracht – werden er een of meer brandbommen gegooid in het huis van Philip en Estella aan de Schoolstraat 35. Benno ter Berg (Benjamin Hartog ter Berg - Assen, 4 juli 1924 – Auschwitz, 30 september 1942), een neef van Estella, zoon van haar zuster Rosa, hield een dagboek bij, dat later is teruggevonden en uitgegeven (Wat komt er van dit schrift terecht, oorlogsherinneringen van een Joodse, Asser jongen). Hierin vertelde hij over de brand. Zijn oom en tante waren op het moment van de brand niet thuis, ze waren in Groenlo; samen met zijn ouders had hij nog wat spullen uit de woning weten te redden.

In het Drentsch Dagblad uit die dagen lezen we dat Philip en Estella in 1942 nog verhuisden naar Varkensmarkt 1A en naar Markt 13, het adres dat uiteindelijk ook als adres op de Joodse Raadkaart van Philip wordt vermeld.

Op 2 oktober 1942 werden alle nog aanwezige Joden in Assen uit hun huizen gehaald en met vrachtwagens naar Westerbork vervoerd. Het waren de oudere mannen (de jongere mannen waren eerder naar werkkampen gestuurd), de vrouwen en jonge kinderen, in totaal 234 personen. Onder hen ook Philip en Estella. Na de spertijd van 8 uur verscheen de politie met een paar Duitse vrachtwagens in de Rolderstraat. Nadat ze waren volgeladen, een ander woord is er niet voor, vertrokken ze meteen richting Westerbork. De overige mensen werden bijeengebracht op het plein van de Noordersingelschool. Daar stond men bepakt en bezakt en dicht tegen elkaar aan gedrukt in afwachting van de terugkomst van de vrachtwagens. In het politierapport van die nacht lezen we: Bij het Jodentransport hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan. (De Joodse Gemeente Assen van F.J. Hulst en H.M. Luning).

Na drie dagen in Westerbork te zijn geweest werden Philip en Estella van der Laan met het transport van 5 oktober 1942 naar Auschwitz gedeporteerd waar zij bij aankomst werden vergast. Philip van der Laan werd 69 jaar, Estella Mogendorff werd 59 jaar.

Marta en Meta hebben de oorlog overleefd door voor mei 1940 uit Nederland te vluchten. Martha en haar man, Arnold Wolf (Stadskanaal 1907 – USA 1975) waren via Parijs en Noord-Afrika naar Amerika gegaan en hebben daar hun leven opgebouwd. Martha overleed in Boston in 2000. Meta en haar man Maurits Kats (Sleen 1913 – USA 1963) waren naar Batavia gevlucht, en belandden daar in een Jappenkamp. Na de oorlog kwamen ze terug naar Nederland, en gingen later naar Amerika. Meta overleed in Malden, USA, in 1985.

Een zoon van Martha, Frank Wolf, vertelde bij de onthulling van stolpersteine voor zijn grootouders in Assen over een brief van de broer van Maurits Kats, Nico Kats, aan Martha en Maurits. Hij schreef op 25 oktober 1942: Gisteren ontving ik jullie brief van 2 september, en ik heb deze zoojuist naar je ouders gebracht, Marta. Ofschoon ik op het moment geen brief van hun heb voor jullie, wil ik jullie toch direct even schrijven. De toestand in Holland wordt met de dag erger voor ons volk en ik vrees zo langzamerhand het allerergste voor allen. Met vele mensen, waarmee ik in de loop der tijden correspondeerde, sta ik niet meer in verbinding. Op Mijn brieven komt geen antwoord meer en ook ontvang ik geen nieuwe post…

Op het moment van schrijven waren Philip en Estella al vermoord, evenals de ouders van Martha’s man Maurits en zijn broer Nico, Mozes en Saartje Kats uit Groningen:
Moeder is in de nacht van 2 op 3 oktober tussen 12 en 1 uur opgehaald. Ze mocht niets meenemen. Met vele anderen is ze naar Westerbork gebracht, waarheen Vader ook gebracht zou worden (althans zo vertelde men haar). Vader was in een kamp bij Ede. Sedertdien heb ik niets meer gehoord. Ik vrees dus het allerergste, Polen!...

Voor Philip van der Laan en Estella van der Laan-Mogendorff zijn in 2013 stolpersteine gelegd in de Weierstraat in Assen. Dat was in de tijd dat ze er woonden de Schoolstraat.

Op 3 mei 1990 werd door Benjamin Wolf en Martha Wolf-Van de Laan, de dochter van Philip en Estella, aan de Oudestraat in Assen, het centrum van Joods leven van voor de oorlog, het monument onthuld ter nagedachtenis aan de Joden van Assen die werden gedeporteerd en niet terugkwamen.

‘HIER RONDOM LAG DE BUURT
WAAR IN 1940 550 JODEN LEEFDEN
NA DE OORLOG KEERDEN NIET MEER
DAN 25 VAN DEZE ASSENAREN TERUG
MOGE DE HERINNERING
AAN HEN DIE GINGEN
ONS WAARSCHUWEN, NU EN STRAKS.’

Symboliek
Kunstenaar Samuel Drukker ‘tekende in een gewassen pentekening een hurkende man, die met zijn handen zijn schouders bedekt. Hem ontbreekt het gebedskleed, de tallith. Het jood-zijn wordt geërfd via de vrouwelijke lijn. Wie alleen een joodse vader heeft, zoals Drukker, bezit ook geen gebedskleed. Met zijn zelfportret symboliseert Drukker de vernedering van het joodse volk. De blote handen beschermen de mens, kwetsbaar, maar niet verslagen. De roestende stalen plaat contrasteert met de zandstenen muur erachter. De muur roept herinneringen op aan de Klaagmuur in Jeruzalem.’

 

*1: Zussen van Philip, kinderen van Marcus van der Laan en Amalie Malche Philipsohn
Hestella Henriette (Assen 18/4/1871 – Muntendam 7/2/1941) X Elimelech Eleazer Broekema (Muntendam 19/2/1868 – Sobibor 14/5/1943) zoon en dochter beiden vermoord in Sobibor
Henriette (Assen 25/6/1872 – Westerbork 31/8/1943) X Salomon Weinberg (Emden 1863- 1918) zoon omgekomen in Midden-Europa 1945
Frederika (Assen 3/4/1875 – Sobibor 5/31943) x Aaron Cohen (Groningen 27/7/1871 – Den Haag 9//1/1921) drie kinderen, allen vermoord in de oorlog

*2: Halfbroers en -zussen van Philip, kinderen van Marcus van der Laan en Amalia Roozendaal

Sara Berta (Assen 5/6/1881 – Auschwitz oktober 1944) X Alexander Brandel (1879 – 1934) twee kinderen vermoord in Bergen Belsen, een zoon overleefde
Betje (Assen 28/10/1883 -Sobibor 16/7/1943) X Joseph Godschalk Stern (Alblasserdam 25/3/1882 – Sobibor 16/7/1943) twee kinderen, beiden vermoord in de oorlog
Salomo (Assen 1/2/1885 – Den Haag 22/4/1952) X Johanna van der Eem (Den Haag 11/6/1876 – 17/3/1947) twee kinderen, beiden overleefden
Joseph Jacob (Assen 11/7/1886 – Bilthoven 11/12/1981) X Maria Lydia Trey (Valparaiso 1888 – Bilthoven 1976) twee dochters, beiden overleefden
Abraham (Assen 16/2/1890 – Tröbitz 1945) X Rosa van der Laan (Assen 26/11/1895 -Hagenow 16/4/1945) een zoon omgekomen, een zoon overleefde
Flora Engelina (Assen 29/4/1892 – Amsterdam 1988) X Carel van Gelder (Zutphen 1885 – 1957) een dochter overleefde

*3: broers en zussen van Estella Mogendorff
Meyer Maurits (Groenlo 20/8/1888 – Sobibor 5/3/1943) X Suze Mogendorff (Groenlo 23/10/1897 – Sobibor 5/3/1943) vier kinderen, alle vier vermoord in Sobibor
Suze Amalia (Groenlo 5/9/1889 – Arnhem 18/11/1988) X Jacob Mendels (Groenlo 1878 – Utrecht 1950) twee kinderen, beiden overleefden
Jeanette (Groenlo 14/4/1893 – Sobibor 9/4/1943) X Eduard Gans (Terborg 5/2/1892 – Sobibor 9/4/1943) een zoon vermoord in Sobibor, een dochter overleefde
Rosa (Groenlo 17/10/1894 – Auschwitz 8/10/1942) X Izak Hartog ter Berg (Breda 12/10/1892 – Auschwitz 8/10/1942) dochter en zoon (Benno) beide vermoord in Auschwitz
Nico (Groenlo 24/6/1899 – USA 1977) X Catherine Mogendorff (USA 1898 – 1985)

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.