Op Amsterdam na woonden er in Winschoten in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog procentueel de meeste Joodse inwoners van Nederland: ongeveer tien procent van de bevolking. De bijnamen van Winschoten waren dan ook Lutje (klein) Mokum, Mokum Beis en Sodom. De Joden die ooit naar Winschoten trokken, kwamen uit Duitsland, Polen en Hongarije. Ze vonden vooral werk in de handel. En omdat Winschoten van oudsher een handelsstad was, bleven ze in Winschoten hangen.
Bij het uitbreken van de oorlog woonden er ongeveer vijfhonderd Joden in Winschoten en omgeving. Uiteindelijk hebben slechts 46 van hen de Tweede Wereldoorlog overleefd.
Foto links: Joods monument te Winschoten
Olga Frankforter-Mendelsohn
- Voornaam
- Olga
- Achternaam
- Frankforter-Mendelsohn
- Geboortedatum
- 14 juli 1873
- Geboorteplaats
- Hamburg
- Sterfdatum
- 29 oktober 1942
- Sterfplaats
- Auschwitz
Olga Frankforter-Mendelsohn hoorde hier niet bij. Zij stierf in Auschwitz op 29 oktober 1942, 69 jaar oud. Van haar leven is niet veel bekend. Toen ze gedeporteerd werd stond ze ingeschreven aan de Langestraat 94 in Winschoten, bij haar zoon en schoondochter Arnold en Hilda Frankforter-Meijer en hun twee dochters Olga en Johanna. Daar was ook de manufacturenwinkel van dit gezin, die Arnold in 1931 overgenomen had van zijn vader.
In dat laatste jaar woonde ook het gezin van haar dochter en schoonzoon Rosalie en Benjamin Braaf-Frankforter op dit adres. Zij hadden ook twee dochters, Fokkelina en Olga. Tevens woonde de moeder van Hilde, Johanna Meijer-Rozenberg aan de Langestraat 94.
Olga Frankforter-Mendelsohn is geboren in Hamburg op 14 juli 1873. Haar ouders waren Isidor Mendelsohn en Veilchen Mendelsohn-Beer. Olga trouwde op 3 maart 1899 met Benjamin Frankforter. Het huwelijk vond plaats in Hamburg. Benjamin is geboren op 16 oktober 1856 in Beerta. Zijn ouders waren Abraham Aron Frankforter en Leentje van Esso.
Benjamin en Olga kregen twee kinderen: Abraham Aron (Arnold), geboren op 27 december 1900 in Beerta en Rosalie (Resie), geboren op 21 januari 1910 in Winschoten.
Benjamin was eigenaar van de manufacturenwinkel aan de Langestraat 94. In 1931 droeg hij deze zaak over aan zijn zoon Arnold. Benjamin overleed op 18 augustus 1936 aan de gevolgen van een ernstige val. Hij was toen 79 jaar.
Tussen augustus 1942 en de eerste maanden van 1943 werden vrijwel alle Joodse inwoners van Winschoten opgepakt.
De Langestraat in Winschoten
Tussen augustus 1942 en de eerste maanden van 1943 werden vrijwel alle Joodse inwoners van Winschoten opgepakt. Ze werden verzameld op het Burgemeester Schönfeldplein. Onder begeleiding van landwachters werden ze naar een gymzaal gebracht en van daaruit naar kamp Westerbork vervoerd.
Dit lot ondergingen ook de bewoners van de Langestraat 94. Waarschijnlijk was dit begin oktober 1942. Olga Frankforter-Mendelsohn, haar zoon Arnold en dochter Rosalie, de vier kleindochters van Olga en de moeder van haar schoondochter, Johanna Meijer-Rozenberg, moesten naar kamp Westerbork. Alleen haar schoonzoon Benjamin Braaf was hier niet bij, hij was al eerder gedeporteerd naar kamp Amersfoort, en van daar, via kamp Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd, waar hij op 11 augustus 1942 was omgekomen. Benjamin was toen 40 jaar.
Johanna Meijer-Rosenberg en Olga Frankforter-Mendelsohn vertrokken met de trein op 26 oktober 1942 naar Auschwitz, een transport van 841 personen. De vrouwen werden daar op 29 oktober 1942 om het leven gebracht. Johanna was 78 jaar, Olga was 69 jaar oud.
Rosalie Braaf-Frankforter en haar dochters Fokkelina en Olga kwamen om in Auschwitz op 5 november 1942. Ze waren respectievelijk 32, 8 en 5 jaar oud.
Hilda en Arnold Frankforter-Meijer en hun dochters Olga en Johanna kwamen om in Sobibor op 21 mei 1943. Op de leeftijden van 42, 39, 13 en 9 jaar oud.
Op de plaquettes van het Joods Monument in Winschoten staan de namen, overlijdensdata en plaatsen van de 389 omgekomen Joodse medeburgers van de stad.