"Zij zelf kon niet geloven, dat haar lot als dat van zovele anderen, zo droevig zou verlopen. Sinds haar doorzending ontbreken berichten van haar. Als zovelen moet zij daar dus in de barbarie haar einde hebben gevonden."
Nora Louise van Zanten
- Voornaam
- Nora Louise
- Achternaam
- van Zanten
- Geboortedatum
- 22 mei 1910
- Geboorteplaats
- Amsterdam
- Sterfdatum
- 27 augustus 1943
- Sterfplaats
- Auschwitz
Nora Louise van Zanten werd geboren in Amsterdam, op 22 mei 1910. Haar vader, Jakob Herman van Zanten (geboren in Tiel op 26 januari 1874) was directeur van het Amsterdams Bureau voor de Statistiek aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Er bestaat een biografie over hem, geschreven door H.A. de Gans en een stichting in Amsterdam die naar hem is vernoemd, de Mr. Dr. J.H. van Zanten Stichting tot Bevordering van Onderwijs en Onderzoek in de Demografie, een stichting die is verbonden aan de UvA.
Jakob Herman van Zanten
De statistiek was zijn passie, wat onder andere blijkt uit zijn Ex Libris, waarop op staat: Statistiek. In hoeveelheden verhoudingen zoekend.
Ex Libris van Dr. J.H. van Zanten
Op 28 december 1899 was hij in Amsterdam getrouwd met Sara Hendrix (Amsterdam, 23 juni 1875). Het echtpaar kreeg drie kinderen, Hugo (1902), Evaline Terése (1905) en Nora Louise als jongste. De familie woonde op het adres Frans van Mierisstraat 52 boven, in Amsterdam. Nora bezocht het Barlaeus Gymnasium en deed daar in 1929 eindexamen.
Algemeen Handelsblad, 7 juni 1922
Na haar eindexamen ging ze voor een jaar naar Lausanne om daar aan de universiteit Frans en Italiaans te studeren. Ze vervolgde haar studie in 1930 aan de Universiteit van Amsterdam, waar ze in 1937 afstudeerde als Doctorandus in de Romaansche Taal- en Letterkunde, met als hoofdvak Frans.
Algemeen Handelsblad, 20 mei 1937
Nora werkte als lerares Frans op verschillende scholen, achtereenvolgens op het gymnasium in Gorichem, de meisjes HBS in Rotterdam en de 3e HBS in Rotterdam, de 2e HBS in Den Haag. In 1939 begon ze les te geven aan de Rijks HBS in Zwolle en de HBS in Leeuwarden en van 1940 tot 1943 aan de Rijks HBS in Coevorden.
Nederlandse Staatscourant, 27 juli 1942
Het gebouw van de voormalige Rijks HBS in Coevorden tegenwoordig
In het boek In Memoriam, Gevallen Leraren in de Periode van 1940 – 1945 gedenkt S. Elte haar als volgt: Zij was een rustige, stille, gewaardeerde collega, die wij waardeerden om haar rustige, prettige omgang met de collega’s. Helaas is zij op 3 augustus 1943 te Amsterdam op straat gearresteerd – het was wel een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Zij werd naar Westerbork gevoerd – op 24 augustus 1943 ging ze met een transport naar Auschwitz. Zij zelf kon niet geloven, dat haar lot als dat van zovele anderen, zo droevig zou verlopen. Sinds haar doorzending ontbreken berichten van haar. Als zovelen moet zij daar dus in de barbarie haar einde hebben gevonden.
Te treffender, waar zij tot toen onopvallend aan de school kon verbonden blijven, was haar plotselinge gevangenneming, waar niemand op rekende, zij zelf allerminst. Wij gedenken haar prettige persoon in sympathie.
Het blijft gissen naar wat er precies is gebeurd op 3 augustus, maar het zou kunnen zijn dat Nora op een vals persoonsbewijs toch was blijven werken, ondanks het feit dat Joodse leraren al vanaf september 1941 geen les meer mochten geven op niet-Joodse scholen, en dat dat op een of andere manier was verraden. Dat zij tegen de regels van de bezetter had gehandeld is waarschijnlijk, want in Westerbork kwam zij terecht in barak 67, een strafbarak, voornamelijk voor verraden onderduikers. In de strafbarakken, die omgeven waren door prikkeldraad, heerste een zwaarder regime, was minder te eten en moesten de gevangenen dwangarbeid verrichten. Ook was het gebruikelijk dat een gevangene uit een strafbarak met het eerstvolgende transport als strafgeval naar het Oosten werd gedeporteerd.
Zicht op barak 67 vanuit een wachttoren
Opvallend is dat op Nora’s kaart in het archief van de Oorlogsgravenstichting bij kerkgenootschap staat: geen! Haar laatst bekende adres was er een in Zwolle.
Nora werd met het transport van 24 augustus 1943 naar Auschwitz gestuurd. Over dit transport, dat voornamelijk bestond uit zieken en S-gevallen (strafgevallen), schrijft Philip Mechanicus in In Depot: De trein zet zich in beweging. Voor de langwerpige luchtgaten hoog in de wagens verschijnen koppen van Joden en Jodinnen op een rijtje als in de poppenkast. Ze trekken voorbij als de bladzijden van een boekje van levende beelden. Naakte, wuivende armen met zwaaiende handen als zelfstandige, levende organen steken uit de gaten, als van begraven mensen, die een laatste levensteken geven. Luguber.
Bij aankomst op 27 augustus werd Nora Louise van Zanten meteen vergast.
Haar ouders, die wegens het beroep van haar vader, en het feit dat hij ook economisch adviseur van de Joodse Raad was, zo staat op zijn Joodse Raadkaart, een sperre hadden, werden op 24 juli 1943 naar Westerbork gebracht, waar zij verbleven in barak 62. Zij bleven daar tot zij op 1 februari 1944 op transport naar Bergen Belsen werden gezet. Philips Mechanicus schrijft over dit transport waarmee veel Duitse Joden en een aantal Hongaarse Joden naar Duitsland werden gestuurd onder andere: Velen zijn met droefenis in het hart vertrokken, ervan overtuigd dat de oorlog nog slechts kort duurt en zij betreuren het dat zij voor die korte tijd nog het Nederlandse grondgebied hebben moeten verlaten. Menige vuist heeft zich vandaag gebald, menige verwensing, menige vloek heeft zich tegen Duitsland gericht en opnieuw hebben de gevoelens van wraak zich gevoed met het beeld der schande en vernedering, waarin de Joden, ondanks de gepoetste personentrein, zijn vertrokken.
Jakob Herman van Zanten heeft geleefd tot 26 juli 1944, Sara van Zanten - Hendrix tot 13 januari 1945. De broer en zus van Nora hebben de oorlog overleefd.
"Wij gedenken haar prettige persoon in sympathie."