Nathan Stad

Nathan Stad is geboren op 30 april 1913 in Amsterdam als vierde kind in het gezin van marktkoopman Hijman Stad en Grietje Stad-Spreekmeester. Hijman Stad is geboren in 1876 in Rotterdam, Grietje Stad-Spreekmeester in 1875, ook in Rotterdam.
Nathan heeft als kind op verschillende adressen in de Jodenbuurt gewoond. Vader Hijman en moeder Grietje stonden vanaf 1924 met meubelen op het Waterlooplein, en verkochten vanaf 1933 op dezelfde plek 'ongeregelde handel'.
Zijn ouders woonden voor Nathans geboorte ook nog in Londen, daar is op 12 mei 1903 zijn oudste broer Simon geboren.

Foto links: De puinhopen van het getto Warschau

Nathan Stad

Voornaam
Nathan
Achternaam
Stad
Geboortedatum
29 april 1913
Geboorteplaats
Amsterdam
Sterfdatum
31 januari 1944
Sterfplaats
Warschau

Alle volgende kinderen kwamen in Amsterdam ter wereld, de tweede zoon Meijer op 18 november 1904. Izak Joël was de derde, zijn geboortedatum is 18 april 1907. Het vijfde en jongste kind was een meisje, haar naam was Judith en ze werd geboren op 9 augustus 1916.

Op 15 juni 1939 trouwde Nathan met Jutha Levie. Zij was geboren in Amsterdam op 25 november 1912. Jutha had als beroep modiste.
Jutha was de dochter van Nathan Levie (Rheden 1887) en Reina Levie-Levij (Leek 1884). Vader Nathan was lijkenreiniger van de Nederlands-Israëlitische Hoofdsynagoge. Jutha was de oudste van de drie kinderen van dit gezin. Na haar kwam Sara Liena, geboren op 28 maart 1913 en de jongste was Izak op 7 april 1918.
Nathan en Jutha Stad-Levie gingen wonen aan de Camperstraat 38 III in Amsterdam.

Nathan had meerdere beroepen. Hij was stoffeerder en behanger, en ook assistent-amanuensis. Ook was hij sinds januari 1939 assistent-conciërge van het metaarhuis aan de Nieuwe Kerkstraat 127. Een metaarhuis of metaheirhuis is een reinigingsplaats voor overledenen.

Op 14 december 1940 kregen Nathan en Jutha een zoon. Ze noemden hem Hijman, naar zijn grootvader van vaderskant.

Hijman Stad (Foto: geni.com)

Nathan had meerdere beroepen. Hij was stoffeerder en behanger, en ook assistent-amanuensis. Ook was hij sinds januari 1939 assistent-conciërge van het metaarhuis aan de Nieuwe Kerkstraat 127.

Zoals zoveel Joodse landgenoten werden beide families in de oorlog bijna compleet uitgeroeid. Nathans vader Hijman stierf op 11 september 1942, op 65- jarige leeftijd in Amsterdam en werd begraven op de Joodse begraafplaats in Diemen.

Nathans moeder Grietje kwam om in 1943 in Sobibor. Van Nathans broers en zus overleefden alleen broer Simon, zijn vrouw en kind, en zus Judith. Judiths man en kind kwamen om, net als twee schoonzussen en hun gezamenlijke drie kinderen. Ze stierven in Mauthausen, Auschwitz en Sobibor.

Van het gezin van Jutha overleefde niemand. Haar ouders stierven in Sobibor, net als haar zus Sara Liena met haar man en kind. Haar broer Izak en zijn vrouw stierven in Auschwitz.

Nathan en Jutha hebben hun zoontje kunnen onderbrengen in de onderduik. Hijman overleefde hierdoor de oorlog.
Nathan en Jutha kwamen op 20 juni 1943 aan in kamp Westerbork. Nathan kwam terecht in barak 93 en Jutha in barak 65. Nathan heeft nog even kunnen werken in het kamp als matrassenmaker. Daardoor bleven ze nog tweeëneenhalve maand in het kamp.
Hun transport naar Auschwitz was op 7 september 1943. Jutha kwam in Auschwitz om het leven, uiterlijk op 30 november 1943. Jutha Stad-Levie was 31 jaar oud.

Nathan werd vanuit Auschwitz doorgestuurd naar kamp Warschau.
Kamp Warschau was gebouwd op de resten van het getto van Warschau dat eerder dat jaar door de Duitsers was ontruimd. In het getto van Warschau werden voor de ontruiming zo’n half miljoen Joden gevangen gehouden. Na de ontruiming moest alles met de grond gelijk gemaakt worden, niets mocht er nog aan herinneren. De dwangarbeiders kregen de opdracht tussen de resten van het getto waardevolle materialen te zoeken, zoals bakstenen, stukken ijzer, lood en koper en de porseleinen potten van elektriciteitsmasten.
Er zouden tussen de 400 en 500 Nederlandse Joden in kamp Warschau gewerkt hebben. Overlevenden spraken over 1200 tot 1700 Nederlanders. Van hen zouden nog geen dertig mensen het kamp hebben overleefd.
Kort voor de Russen kwamen werd concentratiekamp Warschau ontruimd en werd de kampadministratie vernietigd.


Nathan heeft de ontberingen niet overleefd. Volgens ooggetuige Engelsman is hij in januari 1944 in Warschau omgekomen.
Zijn overlijdensdatum is vastgesteld op 31 januari 1944. Nathan Stad was 30 jaar oud.

Pauline Broekema en Helma Coolman schreven over het concentratiekamp Warschau het boek ’In het puin van het getto’.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.