Meijer Jacob Polak werd geboren op 31 mei 1898 in Amsterdam. Hij was een zoon van Jacob David Polak (1857-1943) en Roosje (Rosa) Levie de Vries (1861-1929). Zijn broers en zusters waren: David Jacob, Louis David, Abraham, Rebecca, Johanna, Jacques, Rosalie, Celina en Herman. Op 14 juli 1927 trouwde hij in Haarlem met Reina Sophia Samuels, geboren in Groningen op 21 mei 1898, zij was een dochter van Barend Esreël (zich noemende en schrijvende: Bernard Eduard) Samuels (1872-1944) en Sophia Hester Zendijk (1872-1945).

Meijer Jacob Polak

Meijer en Reina kregen een zoon en een dochter. Beide kinderen zouden de oorlog overleven. Op 16 september 1926 vertrok Meijer naar Zaandam, waar hij later ook met zijn vrouw woonde, op het adres Bootenmakerstraat 10. Op 28 juli 1930 verhuisden ze naar de Geleenstraat 33 te Amsterdam, vervolgens woonden ze aan de Dintelstraat 102hs, Olympiaplein 19III en hun laatste adres was Dongestraat 4/1 te Amsterdam.

Meijer was een begenadigd leraar Duits. Hij begon in 1921 les te geven in Amsterdam op de 3-jarige HBS, daarna onder meer in Apeldoorn en aan het Kennemer Lyceum. Later werd hij docent aan het Zaanlands Lyceum, de Gemeentelijke Handels-avondcursus te Zaandam en vanaf 1930 vooral op veel HBS’en. Het langst op de ‘tweede vijf’ – tweede HBS met vijfjarige cursus – op het Roelof Hartplein in Amsterdam. Hij was, samen met zijn broer David die ook werkzaam was als docent Duits, medesamensteller van de 'Nieuwe Duitse spraakkunst' (drie delen, 1937/8).

In 1941 werden Joodse docenten van de openbare scholen verwijderd. Meijer Polak was daarom in 1941/1942 werkzaam aan het Joodsch Lyceum te Amsterdam. Hij wijdde zich volledig aan zijn taak als leraar, ook buiten schooltijden, getuige zijn vele werk in schoolclubs en het organiseren en begeleiden van leerlingen bij buitenlandse schoolreisjes en -reizen (bijv. in de jaren ’30 met het kampeerschip ‘Tarakan’ naar Noorwegen). Daarnaast hield hij tijd over voor wat hij noemde zijn ‘sociale plichten’. Jarenlang was hij secretaris van de Rudelsheim-Stichting. Deze in Hilversum gevestigde stichting voerde het beheer over een Joodse school met internaat waarin, zoals men dat in die tijd noemde, zwakzinnige Joodse kinderen werden opgevoed en opgeleid tot een zelfstandig bestaan in de maatschappij. Voor de oorlog had hij onder zijn zeer goede vrienden Duitsers. Meijer Polak heeft in zijn weinige vrije tijd nog gepoogd om de acte voor Frans te halen om geen Duits meer te hoeven onderwijzen na de oorlog.

Polak kwam met zijn vrouw op 9 oktober 1943 vanuit Amsterdam aan in Westerbork. Ze waren opgepakt op hun onderduikadres in Laren. Het echtpaar verbleef in barak 67, de strafbarak. Philip Mechanicus schreef die dag in zijn dagboek: “Vannacht is een transport van driehonderd Joden uit Amsterdam aangekomen, voor het merendeel strafgevangenen.” De kampbevolking groeide, met deze groep erbij die, zoals uit een notitie van die dag blijkt bestond uit 374 personen, naar in totaal 9730 kampgevangenen. Met het eerstvolgende transport op 19 oktober 1943 werden Meijer en Reina Polak op transport gesteld naar Auschwitz. Reina werd direct na aankomst op 22 oktober vermoord. Meijer werd bij aankomst geselecteerd en is later in Auschwitz omgekomen. Zijn sterfdatum is 31 maart 1944. Hij werd 45 jaar.