Met het transport van 5 oktober 1942 vertrokken meer dan 2000 mensen vanuit kamp Westerbork richting Auschwitz. Het was het grootste transport uit het kamp tot dan toe. Het vertrek verliep chaotisch. Volgens Aad van As, leider van het distributiekantoor in het kamp waren de mensen die waren opgeroepen voor dit transport vooraf verzameld in twee barakken, nummers 84 en 85. Deze barakken waren niet berekend op deze aantallen. Er waren onvoldoende bedden en voor de bedden die er wel stonden, waren onvoldoende matrassen beschikbaar. Verschrikkelijke toestanden. ‘Nee, daar zijn geen woorden voor,” zegt Van As. Kort voor vertrek bleken de aantallen niet te kloppen, waarop kampcommandant Dischner besloot een net nieuwaangekomen groep gevangen, waaronder veel vrouwen waarvan de mannen reeds in het kamp waren, toe te voegen aan het vertrekkende transport. Er werd veel geweld gebruikt om de groep in de trein te krijgen en de weg was bezaaid met achtergebleven bagage na het vertrek van de trein. Het was het laatste transport dat onder leiding van commandant Dischner vertrok want kort daarop volgde zijn gedwongen vertrek en werd hij vervangen door Albert Gemmeker die vanaf 12 oktober 1942 de leiding had over het doorgangskamp.
Mozes (Max) Bloemendal
- Voornaam
- Mozes
- Achternaam
- Bloemendal
- Geboortedatum
- 05 januari 1909
- Geboorteplaats
- Amsterdam
- Sterfdatum
- 10 februari 1945
- Sterfplaats
- Duitsland
Vier van de mensen die met het transport van 5 oktober 1942 uit Westerbork vertrokken waren Mozes en Clara Bloemendal en hun kinderen Benjamin (4 jaar) en Emanuel (bijna 2 jaar). Mozes Bloemendal, Max genoemd, werd op 5 januari 1909 geboren in Amsterdam op het adres Nieuwe Kerkstraat 135. Hij was het tweede kind en de oudste zoon van Benjamin Bloemendal en Pietje Mendels. Max werkte als kelner in het Carlton Hotel aan de Vijzelstraat.
(Foto: http://www.theobakker.net/pdf/vijzelstraat.pdf)
Hij trouwde op 1 juli 1936 met Clara Coster, geboren in Rotterdam op 16 april 1905.
Clara was de dochter van Emanuel Coster, van beroep diamantversteller, en Naatje van Lier. Clara werkte als verkoopster in de Bijenkorf.
Mozes en Klara woonden in de Rivierenbuurt op het adres Korte Meerhuizenstraat 10. Ze kregen twee zonen. Benjamin werd geboren op 2 mei 1938 en Emanuel op 16 november 1940.
De foto van kleine Benjamin is gedateerd 21 januari 1939 en gemaakt in kunstatelier "De Boer" Pretoriusstraat 50 in Amsterdam. Overigens werd Mozes 12 dagen na de geboorte van zijn jongste zoon op straat in Amsterdam per ongeluk getroffen door een mand met stenen die bij bouwwerkzaamheden aan een touw naar beneden werd gelaten. Met een hoofdwond moest hij eerst naar de dokter, waarna hij zich thuis naar bed heeft begeven, zo is te lezen in een politierapport van 28 november 1940.
Vier van de mensen die met het transport van 5 oktober 1942 uit Westerbork vertrokken waren Mozes en Clara Bloemendal en hun kinderen Benjamin (4 jaar) en Emanuel (bijna 2 jaar).
In mei 1942 werd Mozes opgeroepen voor tewerkstelling in een Joods werkkamp. Vanuit dat werkkamp werd hij op 3 oktober 1942, bij de ontruiming van alle Joodse werkkampen naar Westerbork overgebracht. Zijn vrouw en zonen kwamen daar zo blijkt uit een aantekening op hun Joodse Raad kaart op dezelfde dag aan in het kader van de gezinshereniging. De namen van het gezin Bloemendal staan overigens ook op een transportlijst van een groep Joden die op 19 juli 1942 vanuit Amsterdam in kamp Westerbork aankwam. Welke datum de juiste datum van binnenkomst is voor het gezin Bloemendal, is niet duidelijk.
Wel duidelijk is dat deportatie naar Auschwitz volgde op maandag 5 oktober 1942. Clara werd direct bij aankomst op 8 oktober 1942 in Auschwitz samen met haar zonen Benjamin en Emanuel vermoord. Max was al in Cozel uit de trein gehaald met ruim 500 andere mannen en kwam in het kamp Blechhammer terecht waar hij een langere periode tewerkgesteld was. Begin 1945 werd hij via het kamp Gross-Rosen richting Buchenwald geëvacueerd, maar is daar niet aangekomen en dus waarschijnlijk onderweg omgekomen. Zijn sterfdatum is 10 februari 1945, Duitsland.