Mimi Betsy Rosenbaum werd geboren in Den Haag op 1 juni 1930. Ze woonde met haar vader David Rosenbaum en moeder Clara Rosenbaum-Mol en met haar 3 broers Adolph (1925), Nathan (1926) en Jack (1936) in de Rembrandtstraat in Den Haag.
Mimi Rosenbaum
- Voornaam
- Mimi Betsy
- Achternaam
- Rosenbaum
- Geboortedatum
- 01 juni 1930
- Geboorteplaats
- Den Haag
- Sterfdatum
- 11 juni 1943
- Sterfplaats
- Sobibor
Als vriendinnetje van Toos Stuijfzande, die ook in Den Haag woonde, schreef Mimi op 3 april 1942 een gedichtje versierd met veel plaatjes in het poëziealbum van Toos. In 1943 kwam Toos terecht in Holten om aan te sterken. Zij is weer vertrokken maar haar twee poëziealbums bleven achter in Holten en zijn in 2014 geschonken aan de Oudheidkamer Hoolt’n.
"Lieve Toos,
Twee open oogjes - Een lachende mond - Blozende wangen - Fris en gezond
Lief en eenvoudig – keurig en net – is dat niet sprekend- Toosjes portret?
Je vriendinnetje, Mimi Rosenbaum.”
Mimi Rosenbaum, haar broertje Jack en haar ouders werden in 1943 opgepakt en naar kamp Vught gebracht. Met de kindertransporten werden ze begin juni naar kamp Westerbork gebracht om direct weer, op 8 juni, op transport te gaan naar Sobibor. Van de 3017 mensen die met deze trein zijn vertrokken heeft niemand de oorlog overleefd. Ook Mimi werd direct na aankomst met haar ouders en broertje, op 11 juni 1943, vermoord in Sobibor. Ze was net 13 geworden. Mimi’s broer Nathan werd iets minder dan een maand later vermoord in hetzelfde kamp. Adolph, de oudste van de kinderen Rosenbaum, werd vermoord in Auschwitz. Zijn sterfdatum is 31 maart 1944.
Het poëziealbum met het gedichtje van Mimi in prachtig handschrift wordt bewaard in de Oudheidkamer Hoolt’n in Holten en gunt ons even een blik in de onbezorgde jeugd van Mimi die voor haar zo onvoorstelbaar wreed eindigde.