Aan de Hoofdstraat, toen nog Eerste Hoofdstraat 16, had de vader van de meisjes Salomon (Sally) Zaligman een kledingzaak. Sally was geboren in Dwingeloo op 29 augustus 1902. Op 29 oktober 1924 trouwde hij in Coevorden met Evalina Froukje Wilda, die daar geboren was op 8 mei 1896. Ze gingen in Dwingeloo wonen waar ze een kledingwinkel begonnen.
Hindrejette (Jetta) Zaligman
- Voornaam
- Hindrejett (Jetta)
- Achternaam
- Zaligman
- Geboortedatum
- 15 april 1926
- Geboorteplaats
- Dwingeloo
- Sterfdatum
- 12 oktober 1942
- Sterfplaats
- Auschwitz
Moeder met Jetta (rechts) en Hendrika (links).
Jetta en Hendrika werden in Dwingeloo geboren. Mimi werd in 1933 in Meppel geboren waar het gezin toen net naartoe was verhuisd. Sally was namelijk met zijn broer Philippus een nieuwe manufacturenwinkel begonnen aan de Woldstraat in Meppel. De bezittingen in Dwingeloo werden eerst (in 1933) verhuurd en later (in 1940) verkocht.
De winkel aan de Hoofdstraat
Drentse Courant 22 mei 1933
Drentse Courant, 9 november 1940
Drentse Courant, 15 februari 1933
De familie Zaligman woonde tot 1936 in de Woldstraat en daarna boven hun nieuwe winkel aan de Eerste Hoofdstraat 16. Sally maakte veel reclame voor zijn winkel. Klanten konden in zijn zaak bijvoorbeeld als extra service de lekkerste koffie van Meppel drinken. Sally ging ook regelmatig met een auto vol kleding naar klanten toe. Toen Nederland in mei 1940 werd bezet gingen de zaken in eerste instantie gewoon door. Sally wist zelfs nog een partij dekens aan de Duitsers te verkopen. In november 1941 moest de zaak sluiten als gevolg van de maatregelen tegen Joden die stap voor stap werden ingevoerd. Sally had in de periode daarvoor al flink wat spullen uit de zaak op een veilige plek ondergebracht. Op 1 november 1941 werd de winkel leeggehaald en gesloten. Het was niet de eerste anti-Joodse maatregel waarmee het gezin te maken kreeg. In april had vader al zijn Philipsradio met ingebouwde luidspreker moeten inleveren en het gezin kwam ook in Meppel de bordjes met daarop ‘Verboden voor Joden’ tegen.
In de Hoofdstraat in Meppel bij nummer 49 liggen in de bestrating kleine stenen met de namen van de familie Zaligman. Vijf stenen met vijf namen: vader, moeder en drie dochters.
Op de steentjes is te lezen dat ze alle vijf vermoord zijn in Auschwitz.Hindrejette, die Jetta werd genoemd, was toen 16 jaar. Haar zusje Hendrika was 15 en Miena, ook wel Mimi, werd maar 9 jaar.
Salomon Zaligman, met daarachter Roelofje Kramer (buurvrouw) en daar weer achter zijn 3 dochters
Vanaf september 1941 mochten Joodse kinderen alleen nog naar een Joodse school en waren ze niet langer welkom op andere scholen. Mimi, de jongste dochter, moest de Openbare Lagere School (School C, de Zuiderschool) aan de Prins Bernhardstraat verlaten. Ze was toen 8 jaar en zat in de 3e klas (groep 5).
School C te Meppel
Haar oudere zussen, Jetta en Hendrika, die toen 15 en 14 jaar oud waren, bezochten de Rijks Hoogere Burgerschool (RHBS) aan het Zuideinde 76. Jetta zat in de derde klas en Hendrika in de tweede.
Hendrika Zaligman (2e van links)
De RHBS te Meppel
Jetta en Hendrika konden korte tijd later toch weer naar school. Ze werden met 8 andere jongeren uit Meppel leerling van het Joods Lyceum in Zwolle. Mimi kon maandenlang niet naar school. Pas vanaf 4 februari 1942 was er een Joodse lagere school in Meppel. Aan de Stationsweg 5 had de gemeente enkele zaaltjes gehuurd waar Mimi en andere Joodse kinderen uit Meppel les kregen. Vanaf september 1942 verhuisde de Joodse lagere school naar de Touwstraat waar Mimi met nog 15 andere kinderen als leerling was ingeschreven. Vanaf 3 mei 1942 moesten Mimi, Hendrika en Jetta net als alle andere Joden in Nederland de gele Jodenster op hun kleding dragen.
Zittend: Jetta (1e vanaf links) en Mimi (1e vanaf rechts). Staand: Hendrika (3e vanaf links)
Een maand later was de vader van de meisjes, Salomon Zaligman, de eerste die werd opgepakt. Op 20 juni 1942 werd hij door de Meppeler politie gearresteerd. Hij werd er van verdacht zijn eigen bezit gestolen te hebben. Men was er achter gekomen dat hij goederen die in beslag genomen zouden worden op een andere plaats verstopt had. Na twee nachten op het politiebureau van Meppel werd Sally naar de gevangenis in Assen gebracht. Van daar werd hij op 3 juli 1942 vanwege het misdrijf dat hij had begaan naar kamp Amersfoort gebracht. Op 16 juli 1942 werd hij met enkele honderden andere mannen van Amersfoort met een trein richting kamp Westerbork gebracht. Na een korte stop op station Hooghalen dichtbij kamp Westerbork gingen zij direct door naar Auschwitz.
Sally is daar in eerste instantie geselecteerd als gevangene voor het kamp en kreeg het gevangenenummer 48486. Salomon Zaligman is al op 28 juli 1942 omgekomen in dat kamp zoals te lezen is in de Sterbebücher van Auschwitz waarin de namen van de gevangenen die omkwamen werden genoteerd.
Zijn vrouw en dochters hebben dit zeer waarschijnlijk niet geweten. Met bijna alle andere Joodse inwoners van Meppel zijn zij op zaterdag 3 oktober 1942 overgebracht naar kamp Westerbork. Omdat er die dag ontzettend veel mensen naar het kamp werden overgebracht groeide de kampbevolking op één dag van een paar duizend naar meer dan 15.000 mensen.
Sallo Braaf uit Hoogeveen verbleef op dat moment al enige tijd in het kamp, hij schreef later over deze dag:
'De 3e oktober werd er gewoon gewerkt (buiten het kamp) en bij terugkomst in het kamp aan het eind van de middag was de appèlplaats vol met duizenden nieuw-aangekomenen. Die avond om half negen kregen we te horen dat we moesten helpen bij de inrichting van de barakken. Er moest nog voor 6000 mensen plaats worden gemaakt. Besloten werd om eerst voor iedereen onderdak te regelen en de registratie in de dagen erna te laten plaatsvinden. Rond middernacht was iedereen onderdak, maar dat betekende wel dat in veel barakken waar plaats was voor 400 mensen nu 800 tot 1000 mensen waren ondergebracht. Op zondag moest ik helpen bij het uitdelen van het eten: niet prettig omdat er niet genoeg was. Veel van de nieuwkomers gingen direct de volgende dagen weer op transport.'
Interieur van een woonbarak
Een transport vertrekt uit kamp Westerbork
Dat laatste gold ook voor Evalina, Jetta, Hendrika en Mimi Zaligman. Na zes dagen vertrokken zij alweer uit kamp Westerbork. Het transport van 9 oktober 1942 met in totaal 1703 personen had als eindbestemming Auschwitz. Moeder (46 jaar), Jetta ()16 jaar), Hendrika (15 jaar) en Mimi (9 jaar) zijn alle vier direct na aankomst op 12 oktober 1942 in de gaskamers van dat kamp vermoord.
Op de appèlplaats van kamp Westerbork staan sinds 1992 102.000 stenen voor alle slachtoffers. Daar staan dus ook vijf stenen voor de familie Zaligman.