Meijer Emanuel van Rhijn

Meijer Emanuel van Rhijn werd geboren op 20 juli 1896 in Assen. Hij trouwde op 30 mei 1923 met Mina Zaligman (1897). Met haar kreeg hij twee kinderen: Eva Rika (1924) en Rika Henriëtte (1927). Meijer en Mina stonden van 1925 tot 1931 ingeschreven bij de ouders van Meijer op de Brinkstraat 21 (nu 79) in Assen. Evenals zijn vader was Meijer bakker, de bakkerij was op hetzelfde adres. In 1930 overleed zijn vrouw Mina, 32 jaar oud.
(In haar overlijdensadvertentie staat echter als woonadres Stationsdwarsstraat genoemd, nu: Prins Hendrikstraat.)

Meijer Emanuel van Rhijn

Voornaam
Meijer Emanuel
Achternaam
van Rhijn
Geboortedatum
19 juli 1896
Geboorteplaats
Assen
Sterfdatum
19 februari 1943
Sterfplaats
Auschwitz

Emanuel hertrouwde op 21 oktober 1931 met Sera Jeanette van Gich (1898). Het echtpaar ging wonen op de Javastraat 43 in Assen. Uit dit huwelijk werden nog drie dochters geboren. Helena Ida (1934) en de tweeling Henriette Sophie en Belia Jeannette (1937).
Tussen de geboorte van hun dochters in werd in 1936 hun zoon Abraham geboren. Het jongetje leefde maar twee dagen.

Net als zijn vader was Meijer van beroep bakker. Hun bakkerij aan de Brinkstraat floreerde. De gehele week, maar zeker op zondag, trok men veel klandizie. Bekend waren de bolussen van het bedrijf, met gember of spijs. Daarnaast werd het brood met een handkar rondgebracht.

In 1935 trad de inmiddels 67-jarige Abraham uit het bedrijf, dat werd voortgezet door Henoch Cohen. Blijkbaar was de overname geen succes, want in 1938 nam Abraham de zaak weer over. Hoe Meijer in die tijd de kost verdiende is niet bekend. Het valt aan te nemen dat Abraham de bakkerij na 1938 tezamen met zijn zoon Meijer voerde.

Dat de oorlogsdreiging in eerste instantie de bedrijfsvoering van de bakkerij niet hinderde, blijkt uit de aanvraag voor uitbreiding van de bakkerij met een ‘deeg-kneedmachine, gedreven door een electro-motor van 2 p.k.’, die Abraham had aangevraagd bij de gemeente Assen. Op 28 april 1940, een week voordat de oorlog zou losbarsten kreeg hij hiervoor toestemming.

Zondag 19 Juli 1942.16 ½ uur Is door ondergeteekende aan de navolgende personen een oproeping uitgereikt om morgen, Maandag 9. 45 uur te verschijnen voor het Station der Nederlandsche Spoorwegen, om in het werkkamp Orvelte te worden geplaatst.

De maatregelen van de bezetter tegen de Joden begonnen in 1941 en werden in de loop van 1942 steeds uitgebreider. Op 12 juni 1942 kwam het verbod aan de Joden om groenten uit niet-Joodse winkels te kopen. Uit de berichten van de Gemeentepolitie van Assen:

Donderdag 23 Juli 1942. 9. 20 uur. Deelt de heer Buursma, Commandant der WA, telefonisch mede dat door hem is geconstateerd dat een groenteboer (naam onbekend) achtereenvolgens groente heeft afgeleverd bij de joden: Elshof, ter Berg, Gans, van Rhijn. Tijdens de aflevering bij van Rhijn passeerde Hoofd agent IJtsma ter plaatse, zonder van een en ander iets te zeggen. Signalement van de groenteboer: niet groot, jong persoon met bruine teint plm. 20 jaar, blootshoofds, rijdende met groentekar zonder opzet waarvoor kleine licht bruine hit is gespannen.

Eerder al, op 19 juli 1942 werden 29 Joden uit Assen opgeroepen voor het werkkamp in Orvelte. Onder hen bevond zich Meijer van Rhijn. Het politierapport vermeldt:

Zondag 19 Juli 1942. 16 ½ uur Is door ondergeteekende aan de navolgende personen een oproeping uitgereikt om morgen, Maandag 9. 45 uur te verschijnen voor het Station der Nederlandsche Spoorwegen, om in het werkkamp Orvelte te worden geplaatst.

20 Juli 1942. 10 uur. (potlood: Joden transport) Zijn de navolgende personen op het emplacement der Nederlandsche Spoorwegen alhier voor transport naar het werkkamp Orvelte overgegeven aan den Wachtmeester der Marechaussee Goudswaart te weten: (zie lijst met aantal 19 Juli)

Tijdens de grote razzia van Assen, in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werd het grootste deel van de Joden in Assen opgehaald door Duitse vrachtwagens en naar kamp Westerbork vervoerd. Onder hen het gezin van Meijer van Rhijn en zijn ouders Abraham en Eva van Rhijn-de Groot. Op diezelfde dagen werden ook de Joodse werkkampen ontruimd en is Meijer waarschijnlijk vanuit het werkkamp in Orvelte in kamp Westerbork terechtkomen.

De bakkerij werd in december 1942 ontruimd. Het politierapport vermeldt hierover:

Zaterdag 12 December 1942. (geschreven: jodenpand ontruimd) Van perceel Brinkstraat 21 (bakker van Rhijn) is de inboedel in de schuur achter de woning geborgen. De winkelinventaris is nog in den winkel en de bakkerij-inventaris nog in de bakkerij, Sleutel hierbij.

Meijer en zijn gezin bleven ongeveer vier maanden in Westerbork. Zijn vader Abraham lag enige tijd in het ziekenhuis, wellicht was dat de reden voor het langere verblijf van de familie in het kamp.

Op 16 februari 1943 werden Meijer, Sera en hun vijf dochters op transport gesteld naar Auschwitz. Ook zijn ouders Abraham en Eva moesten met hetzelfde transport, evenals Meijers tante en oom Henriëtte Stern-van Rhijn en haar man Aron Stern. Meijers dochter Rika moest haar 16e verjaardag, op 17 februari, in de trein doorbrengen, evenals zijn vader Abraham, die op dezelfde dag 75 werd. De hele familie werd op 19 februari 1943 vermoord.

In 1943 werd de bakkerij geliquideerd. In 1955 riep de notaris Kroon uit Assen schuldeisers op ter ‘verantwoording van de nalatenschappen van Abraham van Rhijn en Eva de Groot.’

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.