Judith Belinfante-Pimentel

Judith Belinfante-Pimentel is geboren in Amsterdam op 16 augustus 1894. Haar ouders waren Isaac Joseph Henriques Pimentel (1853-1916) en Betseba Henriques Pimentel-Mordechai (1851-1932). Judith was het achtste kind in het gezin van negen kinderen. De namen van haar broers en zusters waren: Joseph (1877-1957), Esther Isaac (1880-1961), Mordechai (1883-1953), Daniel (1885-1953), Hanna (1887-Bergen-Belsen 1944), Emanuel (1889-Sobibor 1943), Jochebed (1891-Auschwitz 1944) en de jongste Betseba (1896- ?).
Judith gebruikte het gedeelte Henriques in haar achternaam Henriques Pimentel niet. In haar huwelijksannonce staat ze genoteerd als Judith H. Pimentel.

Judith Belinfante-Pimentel

Voornaam
Judith
Achternaam
Belinfante-Pimentel
Geboortedatum
15 augustus 1894
Geboorteplaats
Amsterdam
Sterfdatum
14 oktober 1944
Sterfplaats
Auschwitz

 

Het huwelijk tussen Judith Pimentel en Maurits Joost Belinfante vond plaats op 18 augustus 1926 in Amsterdam.
Maurits is geboren op 30 januari 1896 te Amsterdam. Hij was de zoon van Salomon Belinfante (1865-1925) en Rebecca Belinfante- Mendes da Costa (1870-1912). Maurits was de jongste van de drie kinderen in dit gezin, zijn oudste broer was Abraham (Albert), geboren in 1892, de middelste was Esther Rebecca, geboren in 1893. In tegenstelling tot Maurits zouden zijn broer en zus, met hun partners en kinderen, de oorlog overleven.

Maurits Belinfante

Omdat zijn ouders onbemiddeld waren, was het voor Maurits moeilijk om te gaan studeren, maar door een beurs werd hij daartoe in staat gesteld. Hij doorliep de HBS, studeerde wis- en natuurkunde aan de universiteit en promoveerde in 1923 op het proefschrift ‘Over oneindige reeksen’.

In 1924 werd Maurits Belinfante benoemd tot leraar wiskunde aan de 2e HBS voor meisjes te Rotterdam. Na haar huwelijk in 1926 kwam Judith ook in Rotterdam wonen, aan de Jericholaan 7b. 1928 vertrok het echtpaar naar Amsterdam, waar Maurits leraar in de Wiskunde en de Mechanica werd aan het Gemeentelijk Lyceum voor Meisjes aan de Reijnier Vinkeleskade 62 te Amsterdam. Meisjes volgden hier onderwijs dat deels afgestemd was op de vakken die gevolgd werden door jongens op de HBS en deels gericht op vakken die de ‘vrouwelijke vorming’ bevorderden. (Bron: Oneindig Noord-Holland)
Maurits was ook privaat-docent aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam.

Maurits was een bekend dammer. Hij publiceerde geregeld in damrubrieken in kranten. Hij was ook betrokken bij de kerkeraad van de Portugees Israelitische Gemeente in Amsterdam. Deze functie bekleedde hij van 1933 tot 1939.

Maurits en Judith behoorden tot de groep Portugese Joden die aanvankelijk van deportatie waren vrijgesteld. Ze hechtten geloof aan de gedane toezeggingen.

Het huwelijk tussen Maurits en Judith bleef kinderloos.
In 1939 ontfermden ze zich over een meisje dat, samen met haar jongere zusje, meegekomen was met een kindertransport uit Duitsland, en aangekomen op 11 december 1938. Haar naam was Hildegard Berger (Hilde), geboren op 15 mei 1927, haar zusje heette Elfriede Gabriele, geboren op 27 februari 1932, beiden in Wenen. Zij waren de kinderen van de Russische boekbinder Samuel Jacob Berger (1883-Auschwitz 1944) en de Tsjecho-Slowaakse Rosalia Kosulik Weissmann (1891- Theresienstadt 1943).

Hildegard Berger

Hilde en Elfriede verbleven, na een maand quarantaine in Den Haag, in achtereenvolgens Huize Overvoorde en Huize Cromvliet.
Op 29 juni 1939 werd Hilde geplaatst in het gezin van Maurits en Judith aan de Noorder Amstellaan 213 in Amsterdam.

Hilde moest op 25 mei 1943 naar kamp Westerbork. Op haar kaart van de Joodse Raad staat dat ze het diploma Huishoudschool had, en dat ze eerder een Sperre had vanwege haar functie als leidster van de Afd. Buitenschoolse Jeugdzorg (BJZ). Over deze BJZ is het volgende geschreven:

De BJZ was voor Joodse kinderen een welkome afleiding van de zorgen van alledag. In de weinige beschikbare en nauwelijks bruikbare lokaliteiten trachtte de BJZ een ontspannen sfeer te creëren. Joodse jeugdleiders hielden de kinderen bezig met activiteiten als handenarbeid, muziek, volksdansen en de Joodse geschiedenis. Ook werd er veel aan sport gedaan. Dit voorzag in een duidelijke behoefte omdat Joodse kinderen geen lid van sport- en andere ontspanningsverenigingen mochten zijn. (Bron: https://www.omnia.ie/index.php?europeana_query=BJZ&navigation_function=3)

Op 1 juni 1943 volgde haar transport naar Sobibor, waar ze op 4 juni 1943 werd omgebracht. Hildegard Berger was 16 jaar.

Haar zusje Elfriede was een van de 74 kinderen die op 14 mei 1940 door verzetsstrijdster Truus Wijsmuller-Meijer vanuit het Burgerweeshuis in Amsterdam met vijf bussen naar IJmuiden gebracht werden, om daar op de ss Bodegraven naar Engeland te varen. Zij overleefde zo de oorlog.

Maurits werd in december 1940 gedwongen ontslagen. Hij werd daarna leraar aan de toen opgerichte Joodse HBS aan de Mauritskade 24 in Amsterdam. Hij bleef in de bezettingsjaren uiterlijk rustig, leefde voor zijn werk.
Maurits en Judith behoorden tot de groep Portugese Joden die aanvankelijk van deportatie waren vrijgesteld. Ze hechtten geloof aan de gedane toezeggingen.
Op 2 februari 1944 kwamen Maurits en Judith echter terecht in barak 72 in kamp Westerbork. Over de gezondheid van Judith staat geschreven dat die matig was. Ook staat daar als aantekening dat zij pleegmoeder was.
Het echtpaar werd met het transport van 25 februari 1944 weggevoerd naar Theresienstadt. Auteur Philip Mechanicus schrijft hierover:

Intussen is vanmorgen het uitgesteld transport naar Theresienstadt vertrokken: achthonderd mannen, vrouwen en kinderen. Deze keer was er een soort run op de trein, een derde klasse-trein. Het gerucht was verbreid, dat wie niet gesperrt was en de kans had naar Theresienstadt te komen en van deze kans geen gebruik maakte, de volgende keer onherroepelijk naar Auschwitz zou gaan. Dr. Spanier had dit signaal nog 's avonds laat tegen het naar bed gaan aan het personeel van het Ziekenhuis doorgegeven. Er ontstond een soort paniekstemming. Zo hebben zich hedenmorgen nog, tot kort voor het vertrek van de trein, mannen en vrouwen voor het Theresienstadt-transport aangemeld. Ook een aantal zieken, waaronder een paar mannen en vrouwen, die pas geopereerd waren en zich ternauwernood bewegen konden, zijn aldus genoopt op transport te gaan. Ook de beroemde keukenchef, de grootste Schmarotzer van het kamp, is er tenslotte bij. Zijn kleine rijk is uit; ook dat van zijn vrienden. In weerwil van Theresienstadt, een sinister transport, waarvan de achtergrond duidelijk voelbaar was: weg, weg, jullie Joden, weg uit Holland!

In Theresienstadt verbleven Maurits en Judith een half jaar.
Op Joods Monument is het volgende te lezen over Maurits Belinfante:

Maurits Joost Belinfante was plaatsvervangende directeur en leraar wiskunde aan de 5-jarige Joodsche HBS aan de Mauritskade in Amsterdam van oktober 1941 totdat hij gedeporteerd werd.
Mijn latere vrouw, Rosalie Vlessing en ik zaten in klas 1C en een deel van 2A.
Wij hadden een andere wiskundeleraar, de heer De Metz. Waarschijnlijk gaf de heer Belinfante les aan de hogere klassen.
Wij hebben de heer Belinfante alleen op school meegemaakt als plaatsvervangend directeur. Hij was een bijzonder aardige man met veel interesse voor de leerlingen.
In Theresienstadt heb ik hem ook een aantal weken meegemaakt. Mijn moeder lag toen in de zelfde slaapzaal als mevrouw Belinfante en hij was daar, door ziekte van zijn vrouw, veel aanwezig. Hij zag er toen heel slecht uit, maar was even aardig als voorheen.
Nadat mijn moeder een andere slaapplaats kreeg aangewezen en ik overdag moest werken hebben we de Belinfantes uit het oog verloren. Later hoorden we dat zij naar
Auschwitz gedeporteerd waren.
Eddy Mannheim

Maurits Belinfante wordt ook genoemd in het boek van Gerhard Durlacher ‘Strepen aan de hemel’.

Op 12 oktober 1944 werden Maurits en Judith doorgevoerd naar Auschwitz, waar ze op 14 oktober 1944 werden omgebracht.
Maurits Joost Belinfante was 48 jaar, zijn echtgenote Judith Belinfante-Pimentel was 50 jaar.

Hildes ouders waren al op 9 oktober 1942 naar Theresienstadt gedeporteerd. Wanneer nu de data van de aanwezigheid in Theresienstadt van Hildes ouders en haar pleegouders naast elkaar gelegd worden, blijkt dat vanaf 25 februari 1944 Hildes vader en haar pleegouders alle drie daar aanwezig waren. Hildes moeder was toen al overleden. Zouden ze geweten hebben dat zij deze bijzondere band samen hadden? Ook blijkt dat ze alle drie, elf dagen na elkaar, naar Auschwitz vervoerd werden. Daar was hun lot hetzelfde.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.