Marianne Bloemendal, Janny, werd op 22 juli 1920 geboren in Amsterdam op het adres Reguliersdwarsstraat 123. Zij was het 5e kind van Benjamin Bloemendal en Pietje Mendels. Haar broers en zussen zijn: Serah (1905), Mozes (1909), Betje (1916), Hartog (1919), Louis (1922) en Francina (1923).

Marianne (rechts) met zus Francina en broer Louis
Het gezin Bloemendal was erg arm. Regelmatig werd er verhuist, zodat de zeven kinderen ieder op een ander adres geboren werden. Na de dood van haar vader Benjamin Bloemendal in 1932 raakte haar moeder overspannen en gingen Janny en haar zusje Sientje naar het Joodse meisjesweeshuis aan de Rapenburgerstraat.

Marianne (Janny) Bloemendal

Vanaf augustus 1939 woonde Marianne weer bij haar moeder en de andere kinderen op het adres Danie Theronstraat 8 I in Amsterdam. Twee maanden later stond ze ingeschreven op het adres 1e Boerhaavestraat 7 II en vanaf maart 1940 was haar adres Tugelaweg 121 hs. Janny werkte als naaister in een atelier samen met haar jongere zus Sientje.

In 1943 dook Marianne samen met haar moeder onder in Gorinchem.

Marianne met haar moeder.
Na een verblijf op verschillende adressen kwam zij uiteindelijk terecht in het huis van haar gemengd gehuwde zuster Betje. In juli 1943 werden zij opgepakt na verraad. Na een inval via het balkon van het huis, werd de hele familie, die op dat moment aan tafel zat, opgepakt en overgebracht naar kamp Westerbork. Met een klein transport van in totaal 11 strafgevallen kwam Marianne vanuit Rotterdam op 3 augustus 1943 aan in het kamp en kreeg een plek in de strafbarakken. Op dat moment verbleven er in het kamp ruim 9500 gevangenen.

Met het eerstvolgende transport, op 24 augustus 1943, vertrok Marianne als strafgeval naar Auschwitz. Op 27 augustus 1943 wordt Marianne Bloemendal daar vermoord. Haar zus Betje, die dan zwanger is, vernoemt haar kind, dat in januari 1944 geboren wordt naar Marianne. Ook Betje komt om in Auschwitz.