Marianne Heijmann werd geboren op 14 mei 1933 in Sankt-Wendel (Duitsland). Zij was de dochter van Max Sigmund Heijmann en Norma Heijmann-Teutsch. In 1936 vluchtte de familie naar Nederland. Het gezin woonde aan de Varkensmarkt 2 (nu een deel van het tegenwoordige Koopmansplein) in Assen, boven hun eigen kapperszaak. In 1942 moesten de Heijmanns naar kamp Westerbork. Na bijna een jaar in kamp Westerbork werd Marianne met haar ouders naar Auschwitz gedeporteerd. Op de plek waar ze woonden in Assen liggen sinds 2013 struikelstenen voor Marianne en haar ouders.
Foto links: Marianne (rechts) en Catootje (links)
babyfoto's Marianne
Marianne Heijmann
- Voornaam
- Marianne
- Achternaam
- Heijmann
- Geboortedatum
- 14 mei 1933
- Geboorteplaats
- Sankt Wendel
- Sterfdatum
- 10 september 1943
- Sterfplaats
- Auschwitz
Vader Max was met zijn vrouw Norma en dochter Marianne in 1935, na de Saarabstimmung, vanuit Duitsland gevlucht voor het opkomend nationaalsocialisme. Ook oma, de moeder van Norma ging met het gezin mee. Het gezin kwam oorspronkelijk uit St. Wendel, tussen Karlsruhe en de grens met Luxemburg. Daar hadden ze een kapperszaak aan de Bahnhofstrasse 10.
De kapperszaak in Sankt Wendel
Het gezin woonde aan de Gymnasialstrasse 7. Max Sigmund was geboren in Gonnesweiler op 23 maart 1905 en zijn vrouw Norma Teutsch in Venningen op 10 november 1909.
verlovingsfoto Max en Norma
De moeder van Norma, Jette Teutsch-Schneidinger, woonde bij hen in.
Marianne met haar oma Jette
Jette werd in Gailingen geboren op 27 december 1869. Zij huwde er met Jacob Victor Teutsch. Ten tijde van de vlucht was zij al weduwe. Via Zwitserland kwam de familie in 1936 in Assen terecht.
In Assen ging Marianne naar school nummer 2 aan de Oostersingel. Ze raakte goed bevriend met Catootje Booij. Niet alleen zij waren hartsvriendinnen, ook hun ouders waren goed met elkaar bevriend. Ze kwamen bij elkaar thuis op de koffie.
Marianne (voor) en haar vader (2e van rechts) in Assen.
De gezinnen woonden recht tegenover elkaar, de vader van Catootje had een drogisterij op nummer 10. Het slaapkamerraam van de meisjes boven zat ook tegenover elkaar. Elke avond voor het slapen gaan hadden ze contact met elkaar en zwaaiden ze naar elkaar.
De Varkensmarkt in Assen
Overdag speelden Marianne en Catootje vaak met elkaar en andere kinderen op straat; touwtje springen, verstoppertje spelen en regelmatig naar het Asserbos. Catootje had een fiets waarmee de meisjes ritjes maakten en speelden. De fiets was nog te groot, maar daar had de fietsenmaker een oplossing voor. Hij heeft het zadel wat lager op de stang gezet met als gevolg dat de stang achter het zadel uitstak.
Marianne (rechts) en Catootje met de fiets.
In de oorlog stond er op de Varkensmarkt een schuilbunker, gemaakt van zandzakken. Dat was een mooi speeltoestel, je kon je er goed achter verstoppen. De meisjes gingen er echter niet in, daar was het te vies voor.
Over het feit dat Marianne een Jodenster moest dragen, zei Cato later:
“Liepen ze daar met zo’n ster (…) anders werd je opgepakt.”
De naam van Marianne op een overzicht van Joodse leerlingen in Assen.
Vlak voor de deportatie van het gezin naar kamp Westerbork gaf Max Heijmann een fotoalbum en zo’n honderd losse foto’s aan een bevriende klant van de kapperszaak in bewaring. Marianne heeft een zilveren kettinkje met hangertje in de vorm van een hartje aan Catootje geven met de woorden:
“Wij moeten binnenkort naar Westerbork, wil jij op mijn kettinkje passen anders raak ik het misschien kwijt. Ik kom het weer bij je ophalen als we uit Westerbork weg mogen.”
In het hartje staat de naam van Marianne gegraveerd.
Marianne en Catootje spraken af dat Marianne haar beer in de vensterbank van haar slaapkamer zou zetten. Deze wilde ze graag meenemen naar Westerbork. Als de beer er niet meer zou staan, wist Catootje dat het zover zou zijn, Marianne was weg naar Westerbork.
Op 17 augustus 1942 kwam vader in kamp Westerbork terecht, Marianne, haar moeder en haar oma volgden op 3 oktober 1942. Ze woonden achtereenvolgens in barak 35, 56 en 37c. In het kamp waren de ouders van Marianne allebei werkzaam als kapper. Marianne ging in het kamp naar school. Deze schooldagen waren lang, namelijk van 08.30 tot 17.30 uur. Het ging erom dat de kinderen van ochtend- tot avondappèl op school bleven, om te voorkomen dat zij de ouders tijdens hun werkzaamheden in het kamp zouden hinderen. Mariannes oma was maar kort in het kamp. Op 26 oktober 1942 moest ze op transport naar Auschwitz en daar is ze direct bij aankomst vermoord.
Marianne miste Catootje erg, zo schreef moeder in brieven vanuit het kamp aan de familie Booij:
“Marianne heeft heel veel verlangen naar Tootje. Zij wordt ’s nachts soms wakker en vraagt naar Tootje. Zij houdt erg veel van haar.”
In een andere brief schreef ze:
“Zij verlangt heel erg naar Tootje en zij zal haar graag eens willen spreken. (…) als Tootje eens aan Marianne wil schrijven dan zal zij dat erg fijn vinden.”
"Je moet het mij niet kwalijk nemen dat ik niet zo mooi schrijven kan want ik heb een zere vinger. Nu de hartelijke groeten van Marianne.”
Assen. Marianne met een parasolletje
Af en toe schreef Marianne zelf een brief naar Catootje, als er een 'schrijfdag' was. Dit gebeurde 1 à 2 keer per maand. Ook ontving Marianne in het kamp regelmatig pakketjes van haar vriendinnetje. Catootjes moeder had dan spulletjes zoals eten, snoepjes, spelletjes en boeken gekocht in de gedachte waar een meisje zich mee zou kunnen vermaken in het kamp. Catootje mocht deze spulletjes dan opsturen naar haar vriendinnetje. Op 30 december 1942 schreef Marianne aan Catootje:
"Lieve Tootje, Ik bedank je voor de snoep en het spel en boek. Spel èn boek was niet nodig geweest. Het spel was genoeg. De zuurtjes waren lekker. Ik heb net het laatste zuurtje in de mond. Ik heb een paar hoofden van het spel klaar. Met nieuwjaar stuur ik jou een mooie ansichtkaart. Hier ligt al hoog sneeuw bij jullie ook? De groeten aan dames Greving en jullie allen. Gegroet Marianne.’
Vader of moeder heeft daaraan toegevoegd:
"Hartelijke groeten van ons beiden. Bedankt voor het brood."
En in februari 1943:
“Lieve Tootje, Hoe gaat het met jou? Met mij goed. Ik kom 25e maart een dag naar Assen. Hoe vindt je dat? Ik verheug mij zo dat ik er haast niet van slapen kan. Je moet het mij niet kwalijk nemen dat ik niet zo mooi schrijven kan want ik heb een zere vinger. Nu de hartelijke groeten van Marianne.”
Assen: Marianne met haar moeder
In juli 1943 verbleef Marianne enige tijd in het ziekenhuis van het kamp zo schreef ze:
“Westerbork, 02-07-1943
Lieve Tootje, Weer eens een kaart. De vorige keer heb je me niet geantwoord, misschien krijg ik nu antwoord. Ik lig nog steeds in het ziekenhuis. Eindelijk mag ik naar buiten, maar het is nog geen mooi weer, dat is erg jammer. Ga je nog vaak zwemmen? Is het water lekker? Doe de groeten aan tante Tinie en Jantje. Jij ook gegroet, van Marianne.
Afz: Marianne Heijmann
Barak 4 zaal 6 (ziekenhuis)”
Een enkele keer mocht de familie Heijmann het kamp uit om een bezoek te brengen aan Assen. Ze mochten dan niet bij bekenden thuiskomen, maar wel naar winkels toe. Waarschijnlijk had dit te maken met het werk dat ze in het kamp deden. Zo kwam het dat Marianne met haar ouders op een gegeven moment in de drogisterij van Catootjes ouders stond. Catootjes moeder was blij verrast: “Fijn dat jullie er zijn, kom binnen” en ze hebben samen thee gedronken. Dit is de laatste keer geweest dat ze elkaar gezien hebben.
Marianne met haar familie, toen nog in Duitsland.
De familie Heijmann is op 7 september 1943 op transport gesteld naar Auschwitz. Marianne en haar moeder zijn na aankomst in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord. Vader is in Auschwitz eerst geselecteerd en later omgekomen. Zijn administratieve sterfdatum is 31 maart 1944.
Omdat de foto’s en het fotoalbum na de oorlog niet aan de familie Heijmann konden worden teruggegeven, is besloten om alles aan het Herinneringscentrum Kamp Westerbork te schenken. Catootje heeft met de briefkaartjes van haar omgekomen vriendinnetje hetzelfde gedaan.
In 2013 zijn er struikelstenen gelegd voor de familie Heijmann. CSG Vincent van Gogh uit Assen heeft de steen voor Marianne geadopteerd. Bij de onthulling was een dochter van Catootje aanwezig. Zij had het fotootje van Marianne en Catootje bij zich en vertelde dat haar moeder deze haar hele leven bij zich heeft gedragen. Het kettinkje bewaarde Catootje al die tijd in een sieradenmandje op haar slaapkamer. Het kettinkje is ook geschonken aan het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.