Hanna Broekhuijsen is geboren op 6 september 1893, in Leeuwarden. Ze was de dochter van Aron Abraham Broekhuijsen en Leentje Mirjam Lea Dwinger. Hanna kwam uit een gezin van zeven kinderen. Ze was het zesde kind en heeft dezelfde naam als haar zusje dat acht jaar eerder geboren werd en op 3-jarige leeftijd overleed. Hanna en haar overige broers en zus overleden allemaal in Auschwitz of Sobibor.

Foto links: Joods monument in Leeuwarden

Hanna Cohen-Broekhuijsen

In het bevolkingsregister van Leeuwarden van voor 1922 staat Hanna geregistreerd als ‘winkeljuffrouw’.
Op 24 oktober 1925 trouwde Hanna met Marcus Cohen. Ze waren toen beiden 32 jaar. Marcus is geboren op 28 mei 1893 te Breda. Hij was de zoon van Mozes Philip Cohen en Esther Joseph Cohen-Cohen. Marcus was de zesde in het gezin van acht kinderen. Hij was op 29-jarige leeftijd in Leeuwarden komen wonen. Zijn beroep was kleermaker.

De huwelijksdag van Marcus en Hanna viel op een zaterdag, dus op Sabbath. Onderaan de huwelijksacte staat daarom onderstaande zin:

De echtgenooten en de beide getuigen verklaarden als Israëlieten wegens hunnen Sabbath niet te mogen teekenen.

Marcus en Hanna gingen wonen aan De Weerd 16 Boven te Leeuwarden. Dit was boven de bloemenzaak Drijver. Ze kregen twee dochters: Esther werd geboren op 26 januari 1929 en Grietje volgde op 17 april 1935.

De Weerd in de huidige tijd

In ’t Kleine Krantsje van 1 mei 1990 schrijft Luut Popma over de oudste dochter Esther:

De verhuizing waar de schrijver aan refereert vond plaats op 15 mei 1935. Op die datum werd het gezin ingeschreven op de Elizabethstraat 31 Boven.

Elizabethstraat 31. Het gezin Cohen woonde op de bovenverdieping.

In Leeuwarden werden de eerste razzia’s gehouden in april 1942. De massale deportaties begonnen er in augustus 1942 en hebben tot februari 1943 geduurd.
Marcus en Hanna Cohen-Broekhuijsen en hun dochters kwamen op 28 november 1942 aan in kamp Westerbork.

Op 20 februari 1943 volgde de overplaatsing van het gezin naar kamp Vught. Als kleermaker kon Marcus Cohen daar tewerkgesteld worden in de textielindustrie die in het pas geopende kamp werd opgezet. Op zijn kaart van de Joodse Raad staat dat Marcus als ´kleermaker heeft gereclameerd’. Vanuit Westerbork vertrokken op deze manier op die 20e februari 1943 ruim 600 arbeidskrachten naar kamp Vught voor verschillende soorten werkzaamheden. In Vught waren deze mensen met werk voorlopig vrijgesteld van transport.

Op 24 mei 1943 volgde echter terugplaatsing van kamp Vught naar kamp Westerbork voor het gezin Cohen. De volgende dag, op 25 mei, werd het gezin op transport gesteld naar Sobibor.
Marcus Cohen, Hanna Cohen-Broekhuijsen en hun dochters Esther en Grietje werden daar op 28 mei 1943 vermoord. Ze waren respectievelijk 50, 49, 14 en 8 jaar oud.